email en wordt lid van de ebookclub gratis spirituele ebooks tastbare boeken kopen Energetische Transformator voor kinderen sprookjes, verhalen, elfjes en kleurplaten vegetarische recepten subliminale software metafysische Engelse gedichten

inspirerende Engelse songteksten
artikelen boek beschrijvingen en recensies ebook-winkel Vind je passie met de Transformator! afbeeldingen dieet, voeding en gezondheid spiritueel tuinieren English absolute1.net (Engelse absolute1.net) with free ebooks

van www.absolute1.net
Baird Spalding

DE MEESTERS VAN HET VERRE OOSTEN

DEEL 4


INHOUD     DEEL4


I   De grote witte broederschap en wereldvrede
II   De ene geest
III   De tweeledige geest
IV   Basis van de komende sociale reorganisatie
V   De macht van het gesproken woord
VI   Bewustzijn
VII   God
VIII   De mens
IX   Het leven
X   Het universum
XI   Je Zelf
XII   Prana
XIII   De quantumtheorie
XIV   Samenvatting

HOOFDSTUK I

DE GROTE WITTE BROEDERSCHAP EN WERELDVREDE


1. Voorafgaand aan het bestuderen van bepaalde wetten en feiten die de basis vormen van de leringen van de Meesters, is het goed om na te gaan welk gebied hun visie omvat. Om de totale betekenis van hun leringen volledig te begrijpen, moet men zijn geest en visie op het leven verruimen tot die waarbinnen de Meesters werkzaam zijn. Op dit moment zullen we ons voornamelijk bezighouden met het gebied dat in aanmerking genomen moet worden en de algemene tendensen van de mensheid, opdat we ons volledig zullen kunnen afstemmen op het werk dat voor ons ligt. Het is noodzakelijk de aard en reikwijdte van een werkterrein te kennen, voordat men de werktuigen kiest en een plan vaststelt voor het bewerken van het terrein. We moeten weten waar het terrein geschikt voor is, welke gewassen er gekweekt kunnen worden en op welk doel de bewerking gericht moet worden. Er moet een doel aan alle werk ten grondslag liggen en dit gaat veel verder dan de reikwijdte van wat wij gewoonlijk onze eigen individuele aard noemen. De aard van ieder mens is op de een of andere wijze wezenlijk verbonden met het leven en het welzijn van ieder ander individu ter wereld en wat invloed heeft op de één moet enigszins van invloed zijn op de rest van de mensheid.

2. Ik ben geneigd te menen, dat deze bespreking van vrede zeer algemeen moet zijn, omdat iedereen geïnteresseerd is. Het feit ligt er, dat de wereld tot vrede begint te neigen en dat mensen zeggen, dat we genoeg oorlog gehad hebben. Mensen beginnen te begrijpen, dat oorlog geen natuurlijke toestand is en dat allen die de rol van de voorzienigheid op zich nemen door zichzelf op te werpen als de belichaming van volkomen Gerechtigheid, als de scheppers van Geluk - slechts bedriegers zijn. Vrede en geluk, de innigste wens van de gehele mensheid, zijn geen giften die aan het mensdom geschonken worden, maar moeten door oprechte inspanning verdiend worden. Er bestaat niet zoiets als politieke wonderen. De mens dient te beseffen, dat alleen hij het vermogen heeft om met zijn eigen intelligentie zijn bestemming te verwezenlijken.

3. Deze geweldige vloedgolf van menselijke belangstelling in datgene wat vrede bevordert en waarborgt is de onvermijdelijke uitwerking van de Universele Wet, die altijd optreedt ter bevordering van het algemene belang. God is geen aannemer des persoons en dit ontwaken van mensen in termen van vrede is hun reactie op de werking van de Spirit van Vrede, die aangemoedigd wordt door de Meesters. Slechts wanneer het individu zich vereenzelvigt met de Universele Wet, kan deze verwachten zijn individuele belang te vinden, want dit is onafscheidelijk verbonden met het algemene belang. Om deze reden gaat werkelijke vooruitgang langzaam en is er veel lijden.

4. Er bestaat een grote broederschap over heel de wereld die duizenden jaren lang gewerkt heeft voor vrede. Zij staat achter elke beweging voor wereldvrede en wordt sterker en sterker. Er zijn nu ongeveer 216 groepen over heel de wereld. Er is altijd een centrale eenheid als een eerste of centraliserend lichaam en twaalf eenheden die deze eenheid omgeven en er meer kracht en macht aan geven. Zij werken ook aan de verlichting van de hele wereld.

5. Deze groepen zijn in werkelijkheid samengesteld uit mensen die in beweging gebracht worden door het hoge denken van de Witte Broederschap. Al deze groepen werken samen. Er is een zeer sterk denken aan het opkomen in de wereld gericht op vrede en tevens op verlichting.

6. Er bestaan vele misvattingen met betrekking tot de Witte Broederschap. Men moet allereerst begrijpen, dat de leden ervan zich nooit als zodanig bekendmaken. Hun functie en doel is universeel. Zij werken zonder meer volgens de Universele Wet aan universele doelen en ieder individu of iedere groep die toewerkt naar dezelfde doeleinden zonder zelfzuchtige of groepsmotieven kan hun volledige steun krijgen. Het kan zijn, dat de mens weet heeft van deze steun, maar het is waarschijnlijk, dat deze komt in de vorm van een onbekende prikkel. Dat wil zeggen, het is niet waarschijnlijk, dat de hulp de vorm aanneemt van hulp, komend van enige bepaalde plaats of persoon. Zij die deze steun ontvangen zijn zich alleen bewust van de hulp of invloed.

7. De Volkenbond was oorspronkelijk een instrument van de Witte Broederschap, maar hij werd op vele manieren misbruikt door bepaalde naties en individuen. Hij zal echter onder leiding van de Broederschap op een voorbestemde tijd in de toekomst terugkeren.

8. De geboorte van een nieuwe orde is aan de gang; we zijn juist op dit moment getuige van de vernietiging van een oude beschaving. De Witte Broederschap zal positief invloed uitoefenen met betrekking tot de meest belangrijke kwesties, wanneer de tijd gunstig is.

9. De tijd is gekomen, dat deze zuivering van de soort niet halverwege kan blijven steken, onverschillig of individuen of groepen zich in deze tijd al dan niet tegenover het algemene belang opstellen. De molens van God malen soms snel en ook fijn. Slechts van het ziftsel zullen de zelfzuchtigen en zij die agressief zijn in hun inhaligheid de structuur van een nieuw leven opbouwen. Het zou veel beter zijn om zich te verenigen met zuiver creatieve motieven die bijdragen tot het universele belang, want daardoor zal het individu het goede verkrijgen.

10. Vaak komen de invloeden die werkzaam zijn in universele ideeën zonder veel aandacht te trekken tot stand. Het is iets dat schijnt te ontkiemen en voort te schrijden als een besmetting, terwijl de gedachten van velen nog altijd zo in beslag worden genomen door andere dingen, dat zij de verandering niet opmerken. Dan schijnt plotseling ieder individu te beseffen, dat het tot stand gekomen is en dat het precies in overeenstemming is met zijn eigen geheime gedachten. Zo komt hij heel vaak in de nieuwe orde terecht, terwijl hij het zelf nauwelijks weet. Het gaat erom dat men waakzaam is ten aanzien van deze krachten, die heimelijk binnen zichzelf en in de soort tot ontwikkeling komen, en hier zal men de sleutel vinden tot de snelste vooruitgang die men kan maken en de meest wezenlijke dienstbaarheid die men de universele zaak kan betonen.

11. India heeft de vrede gehandhaafd door methoden te gebruiken die identiek zijn aan die welke door deze 216 groepen waarover ik gesproken heb, gebruikt werden. Zij werd oorspronkelijk teweeggebracht door twaalf groepen, die zich uitgebreid hebben en zich nog altijd uitbreiden. De invloed van deze groepen is erg groot geweest, terwijl deze het hele weefsel van het Indiase denken doordrongen heeft. Hun werk is van buitenaf gezien grotendeels opvoedkundig geweest. Zij geven mondeling informatie door volgens welke onder hun leiding gehandeld wordt. De resultaten bewijzen de effectiviteit van deze methode.

12. Gandhi bestudeerde de situatie van geweldloosheid twintig jaar lang, voordat hij met zijn werk begon, en hij bestudeerde het zeer diepgaand. Het beginsel bestond in India al zeshonderd jaar. Vanwege de paria's werd het door middel van Gandhi in deze generatie werkzaam gemaakt. Gandhi begaf zich onder de paria's (zgn. onaanraakbaren), onderwees geweldloosheid en maakte het tot een doeltreffende kracht. De jongere generatie nam het onmiddellijk over. Zij beseften het grote effect ervan en de geweldloosheid verspreidde zich over heel India. De jongere generatie heeft er nu nog meer respect voor dan ooit het geval was. Dit zal uiteindelijk resulteren in het verdwijnen van het kastestelsel. De paria's werden daar een heel vraagstuk, omdat hun aantal ongeveer 65 miljoen bedroeg, en er was leiding nodig, omdat zij zo'n enorme invloed hadden. Gandhi is bijna geheel verantwoordelijk geweest voor hun huidige emancipatie.

13. Diegenen in de genoemde groepen die werken voor wereldvrede zijn personen met een zeer hoog spiritueel besef. Eén man van iedere groep treedt altijd op de voorgrond als iemand met grote spirituele verworvenheden.

14. Er zijn er een zestigtal in de Verenigde Staten die zonder meer tot dit genootschap behoren. Zij maken hun relatie ermee niet bekend. Zij maken de plaats van hun groepsbijeenkomsten ook niet bekend, noch enige informatie betreffende hun activiteiten.

15. Dit is de reden waarom vele mensen min of meer ongelovig zijn wat betreft het grote werk dat verricht wordt door de verlichten. Zij zijn zo gewend aan uiterlijk vertoon, dat zij zich niet kunnen voorstellen dat enig groot werk op een dergelijke rustige, eenvoudige manier gedaan wordt. Maar als men er slechts een ogenblik bij stil staat, zal men zich realiseren, dat al de drijvende krachten van het heelal stil te werk gaan en dat zij die bewust met deze krachten werken daar redenen voor hebben. Er zal echter een tijd komen waarop zij meer openlijk zullen werken, maar dat zal zijn, wanneer er genoeg verlichte mensen zijn om te werken en te begrijpen wat ze nu eigenlijk aan het doen zijn. Ga je eigen ervaringen na. Ben je je er niet van bewust, dat stille invloeden die werkzaam zijn onder de oppervlakte van je eigen wezen die krachten zijn welke je leven meer beheersen dan de uiterlijk in het oog vallende dingen die je in woorden uitdrukt? Echter, juist op het moment waarop deze stille 'bedenksels' van je eigen innerlijke natuur tenslotte hun uiterlijke expressie vinden, wanneer je in een omgeving bent die met hen overeenstemt, aarzel je niet om ze tot uitdrukking te brengen. Bestudeer jezelf en je zult ontdekken, dat alles in jou werkzaam is zoals in de soort. 'Wat de Vader ziet in het verborgene, Hij zal u er openlijk voor belonen' is geen loze uitspraak, maar onthult de manier waarop in de uiterlijke wereld alle dingen tot stand komen. Het beseffen van dit feit zal niet alleen dienen om tot een beter begrip van jezelf te komen, maar ook van het karakter van het universele spirituele werk dat onder de oppervlakte steeds aan de gang is. Slechts door zichzelf af te stemmen op dit soort bewuste procedure zal men in staat zijn om de werkingen van de Geheime Broederschap duidelijk op het spoor te komen. Hun activiteiten zijn alleen verborgen voor hen die de wijze waarop dingen tot stand worden gebracht niet onderscheiden. We zijn gewoon aan lawaai en vertoon en de rustige, maar toch meest machtige krachten in onszelf en in de wereld om ons heen blijven onopgemerkt. We volgen de luidruchtige mensen op zijsporen en raken het levenspad kwijt dat zich in stilte door ons eigen individuele wezen beweegt.

16. Deze Broederschap is eigenlijk geen organisatie, aangezien iedereen ertoe kan behoren die hetzij openlijk, hetzij in stilte constructief wil werken voor vrede. Zij is eerder een genootschap van verwante geesten. Zij werken in feite samen met ieder genootschap of iedere organisatie die gericht is op het heil van de mensheid of de bevordering van de humaniteit.

17. De groep in India werkt in stilte, maar het is haar invloed die deze groeperingen bijeenbrengt en hun activiteiten coördineert. Het was de activiteit van juist deze groep die de Nobelprijs voor de Vrede in de wereld bracht.

18. De beroemde Russische schrijver Tolstoi was een belangrijke factor bij het praktisch werkzaam maken van dit principe. Maar het zijn steeds de negen bestuurders van India geweest die het gepresenteerd hebben. Tolstoi was een vergevorderde ziel. Hij werkte voortdurend samen met de grote Centrale Groep.

19. Hoewel niemand haar nauwkeurige locatie kent, is die Dertiende Groep altijd een zeer overheersende factor geweest in het wereldonderwijs. Die groep van twaalf is werkzaam in elk onderwijscentrum over heel de wereld.

20. Deze groepen vormen geen organisatie hier of waar dan ook die propaganda maakt voor wereldvrede. Men zag in, dat het gesproken woord of het stille woord, wanneer het naar de wereld uitgezonden werd, van veel groter invloed was dan het geschreven woord. Het geschreven woord kan verdraaid worden. Het gesproken woord is een zich immer uitbreidende en immer toenemende invloed.

21. Hier is opnieuw de wijsheid van de wijzen, die altijd aanwezig is geweest. Zolang constructieve krachten in het geheim werken, blijven zij onopgemerkt door diegenen die hun uitwerking zouden willen vernietigen. De wereld beseft het voortschrijden van de Constructieve Kracht niet, totdat deze de slordige structuren van de zelfzuchtigen reeds ondermijnd heeft, en dan is het te laat.

Op het tijdstip van een dergelijke hulpeloze desintegratie, en alleen dan, is het waarschijnlijk dat de activiteiten van de Broederschap openlijk aan de dag zullen treden om de Waarheid te sterken in de geesten van al de mensen. Dit wordt niet gedaan door middel van vrees voor een aanval, maar door middel van kennis van de meest krachtige manier om enige grote constructieve beweging voor de verbetering van de wereld tot stand te brengen. De zelfzuchtigen hebben er geen toegang toe.

22. In zekere zin zijn al diegenen die werken voor de vrijheid van India of voor de vrijheid van en vrede in de wereld Avatars, zoals de westerse wereld de Avatars ziet. Velen van de Groten hebben deze leer duizenden jaren lang verspreid. Jezus heeft zonder meer gewerkt, en werkt nog, voor de verbetering van de hele wereld.

23. De reden waarom veel mensen in de westerse wereld het werk van de Avatars niet herkennen is dat zij zich hen alleen kunnen voorstellen als werkzaam aan de buitenkant, terwijl ze spectaculaire en wonderbaarlijke dingen zeggen en doen in het openbaar. Zij weten niet, dat de ware wonderen eerst in stilte uitgewerkt worden.

24. Wat betreft bemiddeling als instrument voor wereldvrede, deze beweging nam een aanvang in de Punjab (één der noordelijke deelstaten van India, grenzend aan West Pakistan) in India. Het is een machtig werktuig voor de wereldvrede. Bemiddeling heeft agressie volkomen buiten de wet gesteld. India bediende zich nooit van een agressieve houding, moedigde openlijke oorlogvoering in dat gebied nooit ook maar in het minst aan, en de Punjab was de grootste invloed achter deze hele beweging. Zij heeft zich gehandhaafd over heel India gedurende ongeveer drieduizend jaar. Non-agressie en bemiddeling zijn praktisch gebleken.

25. W.L. Bryan (William Jennings Bryan, 1860-l925, Amerikaans politicus, initiatief nemer internationale verdragen ter preventie van oorlog, genaamd Bryanverdragen), bewust of onbewust daartoe aangezet door de stille invloed, slaagde erin om met alle naties, op vier na, vredesverdragen te sluiten. Tot op het moment dat dit boek werd geschreven, heeft geen enkele nationale figuur zijn werk over durven nemen. Het zal op zekere dag in de toekomst weer ter hand genomen worden met de vorming van een raad van mensen, onbekend in de uiterlijke wereld, die volledige zeggenschap zal krijgen over de vredesgenootschappen en -groepen die belangeloos werken voor wereldvrede.

26. Indien heel de financiële wereld zich achter deze beweging voor eenheid zou stellen, zou zij de grootste invloed vormen m.b.t. de wereldvrede. Er zouden dan geen financiën beschikbaar zijn voor oorlog. Het zou dan onmogelijk zijn om oorlog te financieren en daarom zou er geen oorlog kunnen komen. Indien het systeem van samenwerking universeel toegepast zou worden, zouden hausses noch depressies meer voor kunnen komen. Het zou ook de grootst mogelijke invloed hebben op de afschaffing van oorlog. In feite is samenwerking al aan het ontstaan. De mensen die niet samenwerken met en zich niet voegen naar de nieuwe orde zullen volledig buiten de wet gesteld worden.

27. Volgend op deze zich uitbreidende tendens om oorlog onwettig te verklaren, zullen mensen een open oog krijgen voor de oorzaken van oorlog, die gelegen zijn in het louter bevorderen van groepsof nationale voordelen. De praktijk van niet-samenwerking zal ook buiten de wet gesteld worden als mede-oorzaak van oorlog.

Dit doet de hele zaak ten volle neerkomen op het individu en iedereen moet zijn eigen zelfzucht en egoïsme ten koste van anderen buiten de wet plaatsen. Hij zal als individu ontdekken, dat de beste manier om zijn eigen belang te bevorderen gelegen is in het bevorderen van het algemeen belang en dat de enige manier om te behouden wat hemzelf ten goede komt het behouden is van datgene wat aan het geheel ten goede komt. Deze stille tendens wordt nu op grote schaal opgewekt.

Maar ieder individu moet het begin ervan in zichzelf ontdekken en iemand die ernstig zijn eigen ziel onderzoekt zal merken, dat het embryo van deze beweging in zijn eigen aard elke dag toeneemt. Terwijl zij zich uitbreidt van individu tot individu, zal zij uitgroeien tot een machtige wereldbeweging en zal zij het grondmotief zijn in alle menselijke activiteiten. Juist zoals het individu dat niet gehoorzaamt aan deze eeuwige tendens van zijn innerlijke natuur vernietigd wordt, zo zullen ook zulke groepen, instituties, religieuze organisaties, rassen en volkeren ontbonden worden, terwijl zij de wereld overlaten aan hen die de wet van God liefhebben en naar die wet leven in relatie tot elk ander mens en elke andere natie.

28. In alle moderne bewegingen wordt duidelijk onthuld, dat de veranderingen eerst in het individu moeten plaatsvinden, want, tenzij zijn eigen natuur op juiste wijze in verband staat met de beweging achter het uiterlijke gedrag, wordt hij een ontbindende factor in elke beweging die anders onzegbaar veel goeds tot stand zou kunnen brengen. Men kan nauwelijks iets doen in de richting van het verwerven van universele vrede, totdat men vrede gevonden heeft binnen zijn eigen aard, en men kan geen vrede vinden in zijn eigen aard, voordat men werkelijk lang genoeg in aanraking is geweest met de ongeziene krachten die zich bewegen in de richting van het gemeenschappelijke belang.

29. Het valt niet te betwijfelen, dat eerst het individu vrede moet vinden. Niet alleen dat, maar hij moet beseffen wat deze betekent voor het individu, zowel als voor de natie. Als hij volkomen betrokken is op dat idee van vrede, projecteert hij die invloed en wordt hij een van de grote drijvende factoren van de spirituele ontwikkeling van het tijdperk. De vredesbeweging is evenzeer een van de meest duidelijke factoren die leiden tot geestelijke verlichting.

30. De politiek zal volkomen te gronde gericht worden met dit nieuwe systeem dat op komst is. Maar zolang het huidige politieke stelsel duurt, kan geen enkel werkelijk effectief programma gelanceerd en tot een succesvol einde gebracht worden. Iedereen die in harmonie blijft met de trend der tijden krijgt al de hulp die hij in staat is te ontvangen van deze hogere machten. Sommigen ontvangen deze hulp bewust, anderen onbewust, maar niettemin is de hulp aanwezig. Sommigen zijn zover gekomen, dat zij deze hulp kennen en erkennen.

31. Politieke partijen zullen, terwijl de onderliggende beweging van opbouwende krachten effect krijgt, waarschijnlijk samengaan in één grote partij omwille vaneen grotere eenvoud in het regeren. Deze veranderingen moeten tot stand komen door middel van ons partijenstelsel, dat zich beweegt naar wetgeving door één enkele kamer en dat niet verdeeld is. 'Een huis dat onderling verdeeld is zal ten val komen'. Dit zal veel van onze politieke kwaden uitroeien. Al dit zal zijn oorsprong vinden binnen de Verenigde Staten tengevolge van veranderingen die daar teweeggebracht worden. Het is aan het opkomen als een nationale beweging in de Verenigde Staten.

32. DE VREDE IS HIER! Wanneer we ons zonder meer met dat principe verbinden, maakt het ons tot een werkzame eenheid.



VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1. Het dient duidelijk ontvouwd te worden aan het begin van deze studie, dat de mensen algemeen een nieuw perspectief nodig hebben ter zake van geestelijke vooruitgang. We zijn grotendeels op het hele onderwerp doorgegaan, alsof het geheel gericht was op het lichaam en de dingen waarvan we ons voorstellen, dat het lichaam ze zou moeten hebben. In werkelijkheid is al wat het lichaam is en heeft afhankelijk van iets wat dit oneindig ver te boven gaat.

Paragraaf 2. Laat door verdere illustratie, indien mogelijk, zien, hoe de algemene reactie van de mensen neigt tot vrede en dat ten grondslag hieraan de komst ligt van het doel van het Universum, of God.

Paragraaf 3. Laat je studenten zien, hoe deze vredesbeweging die aan het ontstaan is identiek is aan hun eigen idealen, terwijl je hen doordringt van het feit dat zij innerlijk gedreven worden door Universele bewegingen, die het doel vormen van alle verlichten.

Paragraaf 4 tot 12. Laat zien, hoe broederschap tot stand komt door gehoorzaamheid aan de meest innerlijke impulsen, gericht op algemene verbetering, en dat het verschil tussen de relatie die men heeft met iemand anders in de zin van eenheid en de relatie van de Witte Broederschap met het geheel slechts het verschil is in de mate waarin zij gedreven worden door deze diepere impulsen.

Paragraaf 13 en 14 zullen in je presentatie ongetwijfeld vrijwel zoals ze zijn voorkomen, tenzij je kennis veel bevat waarnaar in deze paragrafen slechts luchtig verwezen wordt.

Paragraaf 15 en 16. Deze moeten duidelijk maken, waarom het voor het gemiddelde individu onmogelijk is te begrijpen, waarom de Meesters met hun werk niet in de openbaarheid treden. Hele boekdelen zouden op nuttige wijze langs deze lijn geschreven kunnen worden. Het is precies de reden waarom je het soms niet waagt om je mening te uiten, zelfs niet in je eigen huis. Je weet, dat je geen oppositie hebt, zolang je zwijgt, maar dat de hele zaak bloot staat aan controverse, zodra je gesproken hebt. Dan weer voel je, dat het juiste moment komt om te spreken en het allemaal aanvaardbaar is en iedereen meewerkt. Wat zich roert in het Universum roert zich ook binnenin de mens. Zichzelf te kennen in enige van deze allereenvoudigste dingen is de sleutel tot groot begrip en grote macht.

Paragraaf 17 tot 26. Het motief is vrijwel hetzelfde en vormt slechts een verdere benadrukking van het belang van stil coöperatief werk in het positieve besef, dat de grote Scheppende Geest in alle mensen enigermate werkzaam is; en het belangrijkste is, voorzover het ons betreft, dat we het tot een meer wezenlijke kwestie maken in ons leven.

Paragraaf 27 tot 32 verschaft extra gelegenheid tot uitweiding langs de voorafgaande lijnen en kan een vitale factor worden bij het vrijmaken van mensen voor vooruitgang. Onderwijs de mensen om veranderingen te verwachten en zich ervoor gereed te maken. Word gevoelig voor de veranderingen die nu beginnen op te treden onder de politieke en economische structuur. De verandering die zal bevrijden is niet gelegen in enige van deze uiterlijke vormen, maar in de harten der mensen.




HOOFDSTUK II
DE ENE GEEST


1. We hebben bewijsmateriaal m.b.t. de controle van de Ene Geest. Op elk gebied van actie zullen we de controle van de Ene Geest opmerken. Zelfs op een boot zul je opmerken, dat er een hoofd is; bijgevolg is er één controlerende instantie, met vele activiteiten onder haar controle, en al deze geringere activiteiten stralen uit van dat gecentraliseerde gezag.

2. Slechts door deze centralisatie van macht en gezag is er zoiets als harmonie inde werkzaamheden van welke georganiseerde sectie van de maatschappij ook of zelfs binnen het individu. We weten allen wat er gebeurt, wanneer er een verdeling plaatsvindt van macht of beter gezag, wanneer er een poging gedaan wordt om het gezag te verdelen zonder een of andere centrale motiverende bron in overweging te nemen. De orders die van twee bronnen uitgaan naar de verscheidene centra van activiteit kunnen slechts verwarring en chaos tot gevolg hebben. Indien macht uitstraalt van meer dan een centraal leidend hoofd, wordt het gezag vernietigd en stort de hele structuur in.

3. Waar sprake is van een controlerend element, dat gezag, macht of controle heeft over motiverende actie, worden we rechtstreeks naar dat Ene Element geleid en daardoor gebracht tot de op een punt gerichte actie die we eerder vele malen besproken hebben. Het is door middel van dergelijke actie dat we succes hebben en dergelijke actie brengt ons tot een harmonie met die centrale leiding waarin we onze krachten niet verstrooien, maar met de Ene Kracht, of macht, welke de totale controle vormt, meewerken.

4. Je brengt jezelf altijd tot overeenstemming met datgene waaraan je macht hebt overgedragen. Dat wil zeggen, als je gelooft in de macht van de wereld en haar omgeving, ontvang je ogenschijnlijk leidende controle van duizend verschillende bronnen en hieruit komt je verwarring voort. Je weet niet, of je aan de schijnbare eisen moet gehoorzamen die hier, daar of op enige andere plaats aan je gesteld worden, en deze verdeeldheid in het bewustzijn vernietigt de hele structuur van de menselijke natuur. De mens moet kennen 'Wie we hebben geloofd, en ervan overtuigd raken, dat Hij in staat is om datgene wat we aan Hem hebben toevertrouwd te bewaren met het oog op die dag'.

5. Die ene leiding bestaat inderdaad voor ieder mens, als hij haar maar wil benutten. Natuurlijk moet het benutten van die leiding bewust gebeuren; zij moet bewust gericht worden of gebruikt voor het doel waartoe we besluiten of dat we ons stellen. Het is door het vestigen van die leiding dat onze gedachten gebundeld worden in dat ene krachtdadige optreden of die ene veelzeggende gedachte. Daar moeten zij wel datgene tot uitdrukking brengen wat zij uitzenden. Met andere woorden, het motiverende principe dat we vaststellen moet tot leven komen. 'Zijn dienaren zijt gij, aan wie gij uzelf als dienaren aanbiedt teneinde hem te gehoorzamen', en manifeste resultaten moeten bepaald worden door de uitwerking van die motiverende kracht waarvandaan je je leiding ontvangt. De resultaten kunnen niet groter zijn dan de macht waarmee het gezag bekleed is.

6. Deze centrale leiding van het Universum wordt vaak evenzeer Principe genoemd als Geest. Principe omvat haar misschien niet zo nauwkeurig als de Ene Geest. Toch beheerst en regeert dat Principe en weet het wat het doet; het regeert met intelligentie, dus moet het een Geestprincipe zijn. De Hindoe formuleert het altijd als het Principe, of het Almachtige, wat betekent, dat de mens werkelijk dat machtige, controlerende element wordt. De mens staat almachtig op het moment dat hij zijn denken richt op die ene leiding, die ene centrale leidende autoriteit.

7. Het is allemaal zo eenvoudig, als men de hele situatie bekijkt vanuit een benadering ervan die blijk geeft van een open geest en een gezond verstand. Je zegt in je eigen gedachten, dat deze persoon of die toestand bij machte is om je bedroefd te maken. Dit is het delegeren van gezag aan een bepaalde locatie of vorm. Door te gehoorzamen aan het gezag dat je op deze wijze hebt toegewezen, belichaam je in jezelf de mentale en emotionele toestand die je herkent als iets dat bestaat in de natuur van dat gezag. Je zou er onmogelijk aan kunnen denken om vreugde te belichamen vanuit een bron waarvan je besluit, dat zij slechts het vermogen heeft om je bedroefd te maken. Dan belichaam je door je gehoorzaamheid aan het gezag de droefheid waarvan je hebt toegegeven, dat zij bij machte is om zich in je te manifesteren, en zeg je 'Ik ben bedroefd.' Je wordt dat wat je belichaamt. Dit is de hele geheime kracht, maar om die Machtige kracht die ons toebehoort te openbaren, moeten we die bron gehoorzamen en de kenmerken die zij bezit belichamen; we behoren dan niet te aarzelen om uit te roepen 'Ik ben dat', zoals de Hindoes het zeggen, wanneer dat het ding wordt dat we belichaamd hebben. Dit alles zal iedereen volkomen duidelijk worden die een tijdlang bij de zaak zal stilstaan.

8. In deze toestand is wilskracht geen methode voor controle. Wilskracht geeft ons de stoot om die controle te doen ontstaan, maar het is niet de motiverende factor achter de controle. Wil kan geheel verschillen van controle. Eigenzinnigheid is nooit in staat om gedachten te projecteren op een centraal punt. Duidelijke controle of handeling vanuit de geest is in staat om gedachten, gevoelens of handelingen over te brengen naar één centrale leiding, welke een duidelijk omschreven attribuut of element is dat de mens altijd gebruikt en WAARMEE hij gemachtigd is te werken. Niet eaan vorbij te gaan, maar ERMEE te werken. Dat is nu juist de kracht die de mens tot activiteit brengt op het moment waarop hij zijn denken op dat brandpunt of Principe richt, wat alle toestanden activeert.

9. Laten we een heel simpele illustratie gebruiken. De mens heeft het vermogen om zijn geest te onderwerpen aan het principe van de wiskunde, maar hij heeft niet de wilskracht om het principe actief te laten worden. Het principe handelt vanuit zichzelf en vormt één enkel centrum van controle binnen zijn sfeer. De mens kan zijn wil tot aan het punt brengen van de activiteit van het principe, maar vanaf dat moment is het principe de motiverende kracht en door middel van deze onderwerping van zijn wilom nauwkeuriger te zijn -ontdekt hij het geheim van zijn wiskundig vermogen. Het principe van de menselijke wil is, dat hij tot onderwerping gebracht moet worden aan een of ander hoger gezag en dat de mens zo de belichaming ervan wordt en in het bezit is van de macht van dit hogere gezag. De zwakheid van de mens wordt teweeggebracht, doordat hij zich blootstelt aan dat wat in werkelijkheid geen macht heeft, en dit zou voor hem het bewijs moeten zijn van de reusachtige macht die tot zijn mogelijkheden behoort. Hij moet nu leren dit principe van zijn eigen wil toe te passen en te beseffen, dat macht alleen bestaat in het Ene Principe.

10. Ons dagelijkse leven is een concrete toepassing van dit feit in de zin dat onze beweringen in overeenstemming zijn met het Ene Principe of de Ene Geest. We projecteren een ideaal of roepen ons een ideaal voor de geest. Laten we zeggen, dat dit het ideaal van perfectie is. We komen onmiddellijk in directe overeenstemming met de leiding door de Ene Geest of het Ene Geest Principe. We projecteren een ideaal voor onszelf om te bereiken. Als het een hoog ideaal is, komt die kracht onmiddellijk tot activiteit en brengt dat ideaal tot stand. Op het ogenblik waarop dat ideaal geprojecteerd wordt en de kracht die erachter schuilt door middel ervan actief wordt, is dat ideaal volledig. Dat wil zeggen, zodra het ideaal bevrijd wordt van de activiteit van onze wil en geprojecteerd wordt in de activiteit van het Ene Principe, is het een voltooide zaak.

11. Zolang er enig gevoel van dualiteit is, is het voor iedereen moeilijk om te zien, hoe dit kan gelden op het manifeste vlak. De Meesters nemen geen enkel vlak in overweging buiten het Spirituele het geopenbaarde Spirituele. Indien we met geen enkel vlak buiten het Spirituele rekening houden, moet het altijd bestaan, nadat de bewering gedaan is, zelfs voordat de bewering gedaan is. Het is heel duidelijk, dat we onszelf het bereiken van ons ideaal onthouden, omdat we naar drie vlakken kijken waarop het zich kan manifesteren. Het blijkt tegenwoordig afdoende, dat het zich slechts op een vlak openbaart. Het openbaart zich altijd op het spirituele vlak. Het is altijd een feit.

12. Als we ons nu houden aan en blijven binnen dat spirituele vlak, zouden we het zien in zijn ware gedaante. We zouden helemaal niet naar het materiële hoeven kijken, want, wanneer we dat doen, spreken we in termen van materialisaties en materialisatie is spiritueel gezien geen feit. Het werkelijke ding vormt altijd het feit. Dat is het geopenbaarde Spirituele. Twee plus twee is vier volgens het wiskundige principe, het is vier in de geest en eveneens in het gemanifesteerde. Dit zijn geen drie vlakken, maar het is allemaal het wiskundige feit, dat op GEEN ENKEL punt waar dan ook gescheiden of gedifferentiëerd is.

13. Na de manifestering zegt men, dat het geen kwaad kan om het materiëel of fysisch te noemen, omdat je het feit geen schade kunt berokkenen. Maar het wordt altijd verheven of verheerlijkt tot het Spirituele. Dat was de bedoeling van Jezus,toen hij zei: 'Indien gij alle dingen verheft tot de Geest, bestaan zij reeds.' Klaarblijkelijk had Hij juist dat in gedachten, toen Hij het gebed uitsprak: 'Vader, ik dank u, dat gij mij gehoord hebt en dat gij mij altijd hoort.' Hij was er zich volledig van bewust, dat datgene wat Hij zag als zijn ideaal reeds bereikt was. Voor Hem kwam het ogenblikkelijk tot stand. Vervolgens verklaarde Hij: 'Indien gij voortgaat naar de wijngaard, is deze gereed voor de oogst.'

14. Als we nu die duidelijke positie innemen, valt het niet te betwijfelen, dat we volledig van heel dit probleem verlost zouden zijn. Hij steeg onmiddellijk boven elk probleem uit juist door de houding die Hij aannam. Het was voor Hem geen lang, moeizaam proces. Het werkte ogenblikkelijk. Hij doorzag het niet-bestaan ervan volledig. Dat staat niet gelijk aan beweren, dat Hij problemen ontkende.

Het is heel duidelijk, dat Hij nooit enige toestand ontkende. Hij steeg er altijd bovenuit tot de Ware Spirituele Toestand en dan was er geen enkele noodzaak om te ontkennen of om enige aandacht te schenken aan iets anders dan de Ware Spirituele Toestand. Hij zei: 'Ik leef altijd in de Geest.'

15. Onze Bijbel zegt: 'Ik leef altijd in een geest', wat een volkomen onjuiste interpretatie is. De tussenvoeging van 'een' waar het niet hoort maakt een groot verschil. Daar werden veel fouten gemaakt in ons begrip.

16. De Christelijke Bijbel zegt: 'God is een Geest.' De oorspronkelijke tekst was 'God is Geest,' en beperkte hem nooit tot een attribuut of een toestand. De schrijver zei: 'Het is zoiets als trachten om God in het vierde deel van ons intellect te persen.' 'Spirit'* en Geest zijn synoniem. Zij zijn een en dezelfde in trillingsinvloed. Dat wat verschil schijnt te maken is het feit dat we onze gedachten opvatten als wijzend op geest. Geest is bewustzijn, want geest en bewustzijn zijn onscheidbaar. Het element van het bewustzijn is de gedachte en wanneer we ons bewustzijn van spirituele Feiten is er voor ons geen verschil tussen geest en 'spirit'. We zijn dan in een toestand van spiritueel Bewustzijn.

17. Je hebt gelijk, wanneer je denkt aan geest als bewustzijn in actie, maar ook 'Spirit' is bewustzijn in actie. Ook zij zijn synoniem. Elk van beide kan in een sluimertoestand raken of verzonken raken in het individu, maar zij liggen niet verzonken in de uiterlijke toestand. Als het uiterlijke gelijk is aan het innerlijke,ligt de geest nooit verzonken in het individu, maar sluimert hij slechts. Het individu denkt alleen maar, dat hij verzonken ligt, en voor die persoon kan hij niet-bestaand worden, omdat hij zich niet van hem bewust is. Het bewustzijn is altijd aanwezig en komt ogenblikkelijk tot leven, indien men bewustzijn projecteert in de richting van dat wat altijd is, de Spirituele Werkelijkheid.

18. Het element van bewustzijn is het leidende eerder dan het aandrijvende werktuig van de geest. Zo is het onmisbaar bij het uitzenden van de emanaties van de geest, of, zoals we het formuleren, bij het opvoeren van de emanaties van de geest tot hun werkelijke toestand, mits het element van bewustzijn in overeenstemming is met de Spirituele Werkelijkheid.

19. Tegenwoordig benaderen vele geleerden deze zelfde conclusie betreffende de onderliggende oorzaak van alle dingen. Zij ontbinden de hele structuur van de stof en herleiden het allemaal tot uitstralende energie, identiek met Geest. Geest is al-doordringend; hij openbaart zich in alles. Men heeft ontdekt, dat alle elementen, met inbegrip van radium, te herleiden zijn tot dat ene oerelement -uitstralende energie. Maar deze energie is in laatste instantie geen blinde kracht, maar intelligente kracht. Zij weet wat zij doet. Wetenschappers geven zelfs toe, dat er een bepaalde vorm van 'electriciteit' is die schijnt te weten wat hij doet. Deze aldoordringende, scheppende energie achter alle dingen is zich bewust van zichzelf,bewust van wat zij doet, bewust van hoe zij het moet doen, en daarom noemen wij haar Geest of God. Zij is alomtegenwoordig, almachtig en alwetend, zoals de Christelijke Bijbel het stelt.

20. Wanneer de mens in zijn bewustzijn de activiteiten van enig principe begint samen te brengen, begint hij te zeggen 'Ik ben dat.' Dit is het centraliseren van het gezag van het principe in zichzelf. 'Ik ben' maakt de geest dynamisch in plaats van hem te laten rusten in potentialiteit. Hij wordt dynamisch, zodra we het denken richten op IK BEN. Dat brandpunt is altijd het centrum en van daaruit stromen de gebiedende opdrachten uit die de gehele status van de manifeste mens beheersen en bepalen. De IK BEN moet gebruikt worden om de werkelijke toestand van de mens aan te geven, dat wat hij in werkelijkheid is en niet dat wat hij zichzelf toegeschenen heeft in manifeste vorm. 'Ik ben DIE ben', die de belichaming is van het motiverende gezag van het Heelal. Behalve DIE 'BEN' is er geen werkelijk bestaan, maar slechts begoocheling.

21. Deze naam 'IK BEN' was God voor Mozes. Het is door de eeuwen overgeleverd als 'IK BEN'. Voor de Hindoes is het AUM, wat hetzelfde betekent. Voor de Ariërs is het eveneens AUM. De Chinezen gebruiken het als TAU.

22. De zogenaamde 'blinde vlekken' in de ether die algemeen zijn op wetenschappelijke gebieden en op die van ons radioverkeer zijn in zekere zin symbolisch voor de blinde vlekken in het menselijk bewustzijn. De radiogolf gaat dwars door deze niet-magnetische velden heen, alsof zij niet bestonden. Onze atmosferische lagen, de concentrische banden van atmosferische omstandigheden, zijn in beweging. Op onze aarde staan zij stil. Wanneer een niet-magnetisch veld over een magnetisch veld van onze concentrische banden heen schuift, wordt een vacuümachtige toestand gevestigd. Wanneer een magnetisch veld over een niet-magnetisch veld heen gaat aan het aardoppervlak, gaat het er dwars doorheen en is het weg. Het is 's nachts vaak krachtiger dan overdag. Deze niet-magnetische velden lijken op de statische toestanden in het menselijk bewustzijn, waarin een grotere duisternis of onwetendheid voorkomt. Maar de positieve uitstralingen van het Spirituele IK BEN, de verklaringen van dat wat de mens in werkelijkheid is, dringen door deze statische velden van zijn bewustzijn heen en het is alsof zij niet bestaan. De aanhoudende verkondiging van Spirituele feiten met betrekking tot de natuur van de mens en zijn plaats in het Universum zal tenslotte al deze statische velden zowel in het menselijk bewustzijn als in zijn aangelegenheden elimineren.

23. De Ene Geest is niet voortdurend bezig met het scheppen van nieuwe ideeën.

Hijnbaart Ideeën die vanaf het begin gecreëerd zijn, want de Ene Geest is Alwetend en is altijd Alwetend geweest. Hij is nooit meer of minder dan ZICHZELF geweest en zal dat ook nooit zijn. Het is allemaal een proces van weerkaatsing. Het is hetzelfde als onze radiogolven tegenwoordig. Zij stromen heen en weer of weerkaatsen van de ene ruimte naar de andere ruimte. Dat wil zeggen,van ruimte tot ruimte, zo zou je kunnen stellen.

24. Gedachten vormen natuurlijk de krachtigste straling van alle, omdat zij het trillingsveld van elektriciteit en radio onder controle hebben. In feite zullen zowel het trillingsveld van elektriciteit als dat van radio altijd botsen tegen het trillingsveld van gedachten en erdoor teruggekaatst worden. Radio volgt een spoor in de atmosfeer zonder zich te bekommeren om een geleider. Hij volgt een echt spoor of een echte richting. Hij werkt via de ether. Maar gedachten 'reizen' niet in deze zin, want gedachten zijn alomtegenwoordig. Zij zijn reeds aanwezig, onverschillig naar welk punt je verwijst. Het is het botsen van gedachten tegen de elektronen dat maakt, dat gedachten schijnen te bewegen. De geest is het motiverende element, gedachten brengen, terwijl zij zich gelijktijdig met de geest bewegen en botsen tegen de elektronen, alle beweging teweeg op het vlak van manifeste substanties.

25. Dat wat we ruimte noemen is in werkelijkheid de Ene Spirituele Geest. Dat is het principe volgens hetwelk de menselijke ziel, die het evenbeeld is van de Spirituele geest, ruimte en tijd kan overwinnen, want er bestaat niet zoiets als ruimte en tijd in de Geest. In de Geest is alles volledig en in volledigheid kan zoiets als ruimte en tijd niet bestaan. Dit is wat bedoeld wordt met 'dezelfde geest in je aanwezig laten zijn, die ook in Christus was.' Het is een toestand van volledige eenheid die in werkelijkheid bestaat tussen de individuele en de Universele ziel en het moet een bewust feit worden voor het individu. Dat is de totale Geest, de leidende geest, die bewust functioneert door middel van het individu.

26. De fysische mens of de mens die zich slechts van zichzelf bewust is als fysisch wezen, dat denkt dat het losstaat van God, de Ene geest, en dat denkt in termen van van de ene plaats naar de andere gaan, beweegt zich slechts in begoocheling voor zichzelf en vandaar in een ongelukkige toestand. Hij is in werkelijkheid in en van die Ene Geest en leeft en beweegt en heeft zijn bestaan in Hem. In de gesprekken van Jezus was zijn grootste uitspraak 'Vrede, wees stil.' Het wordt nooit gezegd met luide stem, geprojecteerd vanuit de menselijke wil; maar in vereniging met de kalme, wetende kracht die voortkomt uit een besef van Eenheid. Daar is de grootste veiligheid en de grootste kracht. We hebben sommige van de zwaarste stormen overwonnen zien worden door die simpele uitspraak. Op dezelfde wijze worden de schijnbare 'geestesstormen' van de menselijke geest tot bedaren gebracht, totdat men de leidende macht van de Ene Geest kan voelen.




VOOR DE LERAAR




Paragrafen 1 en 2 geven ruimschoots de gelegenheid om het individu er afdoende op te wijzen, dat hij, zolang zijn geest verdeeld is, door die daad van verdeling zijn besef van kracht en richting verloren heeft. Slechts vanuit de een of andere duidelijke premisse kan enige structuur opgebouwd worden en totdat men tot deze premisse is gekomen, kan men nergens mee beginnen. Dit moet geweest zijn wat Jezus bedoelde, toen hij sprak: 'Gij zult de Heer uw God dienen en slechts Hem zult gij dienen.

Paragraaf 3. Dit ene onderliggende principe van het Leven, God, is de leidende en regerende kracht van het Universum en de mens kan zichzelf alleen vinden in relatie tot dit principe. De enige aanpassing die het wezen van de mens zal harmoniseren is een opnieuw gericht raken van zijn hele natuur op de werkelijkheid waaruit hij voortkwam.

Paragraaf 4. De mens zelf heeft macht toebedeeld aan de uiterlijke wereld, want oorspronkelijk bevindt zich daar geen enkele macht en er bevindt zich daar zelfs geen macht; wanneer hij deze overgedragen schijnt te hebben. Die macht verblijft nog altijd binnen hemzelf en dat wat macht schijnt te zijn in de omgeving of in iets anders buiten zijn eigen IK BEN, zijn centrale identiteit, is de pervertering van deze zelfde macht binnenin hemzelf. De macht is altijd binnenin de mens gelegen en zij werkt volgens de haar gegeven richting. Maar achter dit alles bevindt zich de leidende kracht van het Universum en dat wat ik individueel ben moet één zijn met de IK BEN die universeel is. Volmaakte overeenstemming moet bestaan tussen oorzaak en gevolg, want het bewegen van de oorzaak is het leven van het gevolg.

Paragrafen 5, 6 en 7 kunnen verder uitgewerkt worden langs deze zelfde lijn en de les kan gemaakt worden tot een eeuwige weldaad voor ieder individu. Niets anders stemt zo volledig overeen met de ware boodschap die Christus trachtte te brengen aan de wereld als deze. 'Groter dingen als deze zult gij doen,' was zijn oordeel over het potentiële vermogen van de mens.

Paragraaf 8 en 9. Uit deze twee paragrafen kunnen zich de meest nuttige les en meest bevrijdende praktijk ontwikkelen. De opzettelijke poging om gedachten naar het vlak van manifestatie te dwingen is een hopeloze taak. Het is destructief voor het individu dat het in praktijk brengt. Het aanvaarden van Universele Macht, een centrale leidende uitstraling die hemel en aarde voortbracht als de reeds voltooide manifestatie van zichzelf en de zelfstandig bestaande werkelijkheid achter elk opbouwend idee van de mens, is de weg naar bevrijding.

Paragraaf 10 laat de procedure zien in een zogenaamde demonstratie, die in laatste instantie bestaat in het afstappen van ons gevoel van onvolledigheid en onvolmaaktheid teneinde de Feiten te aanvaarden.

Paragraaf 11 laat nauwkeuriger zien wat er gebeurt in deze kwestie van manifeste resultaten. Een bevrijden van de geest van alle dualiteit is de oplossing voor de hele zaak.

Paragraaf 12 is een verdere uitwerking van ditzelfde idee.

Paragrafen 13, 14 en 15 kunnen dienen om het voorafgaande te versterken.

Paragraaf 16. Kunnen we niet voor eens en voor altijd duidelijk maken, dat de verschillende 'geesten' zoals we hen noemen, slechts een verschil in denken zijn? De Geest, functionerend als wat wij geest noemen, is ditzelfde spirituele vermogen in de mens, dat functioneert in zijn laagste capaciteit, doordat het geperverteerd wordt tot lagere doeleinden. Wanneer de mens 'de gedachten van God nadenkt' wordt zijn geest op dat moment gespiritualiseerd of functioneert dan in zijn ware veld met Godgedachten, denkend zoals God denkt of, nauwkeuriger, wetend zoals God weet. De menselijke geest denkt, de Godgeest WEET.

Paragrafen 17, 18 en 19 bieden een uitstekende gelegenheid om dit idee verder uit te werken en om het denkbeeld te benadrukken, dat de mens niet werkelijk leeft, totdat hij bewust in harmonie met zijn bron functioneert.

Paragraaf 20 en 21. Het ware gebruik van de 'IK BEN' is het handhaven van de oorspronkelijke identiteit van de mens in en bij zijn bron, terwijl men haar niet toestaat zich zo te verlagen, dat zij datgene wat hij niet is in zijn natuur insluit. De mens is niet zijn ervaringen. Hij is wat hij IS. Ervaringen met dat wat minder schijnt dan hijzelf dienen nooit toegelaten te worden in zijn oordeel over zichzelf.

Ik ben altijd dat wat 'IK BEN IN DE GEEST', niet wat ik schijn te zijn in de ervaring of wat ik ervaren heb in de wereld. Onverschillig wat ik meegemaakt heb of wat ik mee schijn te maken, ik blijf nog altijd wat ik ben in de oorspronkelijke zin, Gods Beeld en Gelijkenis.

Paragraaf 22 laat de ver reikende invloed zien van de spirituele werkelijkheid als iets dat alle gevoel van beperking te boven gaat. De Geest houdt geen rekening met het kwaad, met verlies, gebrek, armoede, ziekte. Dit zijn slechts blinde vlekken in het menselijk bewustzijn. Voor de geest die WEET bestaan zulke dingen niet en hij gaat meteen verder met dat wat hij WEET en IS.

Paragraaf 23. De geest die God is is altijd dezelfde, vroeger, nu en voor altijd. Dat wat ons een nieuw denkbeeld toeschijnt is slechts onze ontdekking van wat er altijd al was. Genezing en zogenaamde demonstraties doen niets nieuws ontstaan, maar vormen een opwekking tot die toestand die in werkelijkheid steeds gezegevierd heeft.

Paragraaf 24. Zogenaamde denkkracht is niet de kracht van de gedachte. De gedachte is slechts een overbrenger van kracht. Kracht is in de Geest en de gedachte is slechts de draagster van kracht in de mate waarin zij zich schikt naar de normen en doelen die zich bewegen in de Geest. 'Mijn woorden zijn geest,' sprak Jezus, bedoelend, dat zijn woorden nauwkeurig in overeenstemming waren met de Universele tendens die hij de Wil van God noemde.

Paragrafen 25 en 26 presenteren de mens als integraal deel van de oneindige ruimte en niet als een geïsoleerd wezen temidden van geïsoleerde vormen. 'Door één geest worden we gedoopt tot één lichaam.' Het vinden van onze kalmte in deze eeuwige eenheid van alle dingen is onze positie van macht, waar alle tegengestelde illusie opgelost wordt in de vrede en sereniteit van de verlichting.




HOOFDSTUK III

DE TWEELEDIGE GEEST


1. Velen in de westerse wereld kijken naar dualiteit in plaats van naar de Ene Geest of het Ene Principe. Dat verstrooit de krachten en men is dan niet in staat om zijn geest in harmonie te houden, zoals wanneer men slechts de Ene kracht of het Ene Principe ziet en zichzelf en alle dingen als integrale delen van de Ene.

2. 'Ziet onze God is Een', zeggen de Schriften en slechts door het instandhouden van deze fundamentele waarheid leeft de mens in harmonie met zijn eigen aard.

De mens is geen afzonderlijk wezen, uitgeworpen uit zijn bron, maar is geschapen in het beeld van God en gelijk aan God. Het is slechts in de gewaarwording van zijn geïsoleerdheid, die de bron is van alle onrechtschapenheid, dat hij de weldadige invloeden van de Scheppende Oorzaak verliest, welke hem toebehoren door de natuurlijke orde der dingen. In dit gevoel van alleen zijn heeft hij allerlei handelingen bedacht die strijdig zijn met zijn welzijn en is hij vaak geneigd om zijn ellende te wijten aan het Universele systeem. In werkelijkheid komt deze geheel voort uit zijn eigen daden, want het Universum isoleert hem niet, noch is het verantwoordelijk voor de moeilijkheden die ontstaan vanwege zijn eigen geïsoleerdheid. 'Keert tot mij terug en Ik zal terugkeren tot u, zeide de Heer', is het aanbod van de Ene aan degene die zijn rechtmatige plaats in de goddelijke orde van het hele geschapen plan wil aanvaarden.

3. Dualiteit komt tot stand door denken en handelen zonder rekening te houden met het geheel. Maar door het tweeledige denken om te keren of door de gedachten op een punt van handelen te richten wordt dualiteit volkomen uit de weg geruimd. Het is een bekend feit, dat we niets kunnen bereiken met een tweeledig doel of zelfs met een tweeledige natuur.

4. In werkelijkheid bestaat er geen dualiteit in de natuur. Er is het positieve en negatieve, goed en kwaad, warm en koud, al de tegenstellingen, maar wanneer de tegenstellingen met elkaar verbonden en bijeengebracht worden, richten zij het denken op een doel, een handeling, een Principe. In verband met de tegenstellingen is het niet noodzakelijk om hen te erkennen als tegengesteld of tegenovergesteld. De wezenlijke erkenning is het éne doel. Jezus zei altijd, dat Hij het meeste tot stand bracht met de éne houding of het vaste doel, zoals Hij het vertelde. Die standvastigheid brengt ons werkelijk tot eenheid, waar het Principe altijd bestaat. Daar is het Principe altijd immanent. Dan is er in plaats van dualiteit dat 'ene oog' of éne IK BEN.

5. Vele Hindoes gebruiken de IK, terwijl ook velen de IK BEN gebruiken. Door sommigen wordt gedacht, dat zich daar voor het eerst de dualiteit begon te manifesteren -tussen de IK en de IK BEN -doordat velen geloofden, dat deze practijk twee houdingen of doelen inhield, waar in werkelijkheid slechts sprake is van één wederzijds in verband brengen van alles met het Ene Doel of onderwerpen van alles aan het Ene Doel. Er is geen dualiteit van Principe, maar de eenheid van Principe in alle dingen. Zij (de woorden 'IK BEN') spreken het exacte Principe of de exacte Waarheid zelfs uit. Zoals zij het stellen, de verheerlijking van het Ene Principe staat toe om afdoende in dat Principe te werken. We zien evenmin de dualiteit van de natuur en zodoende erkennen we deze niet. Als de dualiteit erkend wordt, wordt zij geharmoniseerd.

6. Zomer en winter zijn geen twee zaken, maar aspecten van één Natuur. De winter is even essentiëel voor de groei van de vegetatie als de zomer en stelt slechts aspecten van een enkel proces voor. Wat wij slecht noemen bevat de kiem van het goede en, wanneer men er doorheen ziet om het goede waar te nemen, verdwijnt de gewaarwording van het kwaad en blijft slechts het besef, dat alle dingen samenwerken voor het goede. De ogenschijnlijk kwade ons omringende omstandigheden van armoede en pijn die door mensen vermeden worden zouden verdwijnen, indien men oog had voor het goede er in. Jezus leerde, dat blindheid geen kwaad was, noch het gevolg van het kwaad, maar een gelegenheid om de 'glorie van God' te verkondigen. Een probleem is niet vreemd aan het principe van de wiskunde, noch is het een hindernis voor degene die wiskundige wenst te worden. Het probleem vormt slechts een uiteenzetting van bepaalde voorwaarden waaronder het principe toegepast kan worden om een gewenst resultaat op te leveren en is een middel tot groei voor het individu dat het op die manier tegemoet treedt. Levensomstandigheden die in tegenstelling schijnen te staan tot ons hoogste goed zijn enkel punten van oefening, totdat we die sterkte van karakter verwerven om slechts de volmaaktheid van de Ene te zien en te manifesteren.

Wanneer het leven op deze manier bezien wordt, verdwijnt alle onaangenaamheid en wordt alles een soort oefenspel waarin we zien, leven, bewegen en ons bestaan hebben, opdat het bestaande goede zichtbaar kan worden in ons eigen karakter en in onze wereld. Dan is de Natuur harmonisch. Alles is harmonie. Alles werkt onder invloed van het Ene Doel.

7. Juist zoals het verschil tussen een perfect akkoord en een dissonant zelfs voor de beginner duidelijk is, zo is het individu in staat om in zichzelf datgene te kennen wat in harmonie is met het Universele Principe en dat wat ermee in strijd is.

Elke onharmonische toestand in de natuur van de mens vormt bewijs, dat hij niet in harmonie is met de natuurlijke orde der dingen en het geheim van zijn volmaakte vooruitgang is altijd elke toestand op zodanige manier te benaderen, dat hij zijn gevoel van innerlijke kalmte bewaart. Dit is onmogelijk, zolang er enig gevoel van afgescheidenheid bestaat van het ingeboren goede dat door alles heen stroomt. De natuur van de mens is eeuwig afgestemd op het goede, want hij is de afstammeling van God, en God is goed. Wanneer men zich ervan bewust is, dat het goede dat men in zich heeft er eeuwig en onveranderlijk naar streeft om zich te openbaren in alle dingen en in de eigen aard, is men in harmonie met zichzelf en met het Principe van zijn bestaan. Door eraan te werken het goede aan het licht te brengen dat in elke ervaring besloten ligt bevindt de mens zich onmiddellijk in die toestand waar dat wat anderen slecht toeschijnt de bron wordt van het goede voor hemzelf.

8. In het verband tussen de tegenstellingen merken we natuurlijk, dat we tot dezelfde houding komen. Men zegt, dat er misschien vele tegengestelde manifestaties kunnen zijn, maar dat zij niet tegengesteld zijn, tenzij het individu de tegenstelling toestaat. Het individu moet de tegenstellingen harmoniseren in zijn houding tegenover hen, want in werkelijkheid zijn zij nooit in disharmonie. Wanneer we tot die houding komen waar alles harmonie is, dan zien we de harmonische relatie zowel in alle dingen als in onszelf. Het wordt één eenvoudige houding van volledige harmonie. Dan kan er geen disharmonie zijn. Er kan geen disharmonie zijn in het leven zelf of in de manier waarop men leeft. Er kan geen disharmonie zijn tussen de tegenstellingen, want zij hebben hun volmaakte relatie tot elkaar in het Principe.

9. Vele geleerden komen door middel van hun huidige onderzoek tot dezelfde uitspraak: De enige disharmonie die er bestaat is gelegen in de mens of het individu en die disharmonie wordt teweeggebracht door tegenstrijdige gedachten. Men zegt tegenwoordig, dat het Amerikaanse volk het meest tegenstrijdig is in zijn denken. Het is heel duidelijk, dat dit feit veroorzaakt wordt door de verschillende denkwijzen die de talloze nationaliteiten, welke hier bijeengebracht zijn, erop na houden. Deze nationaliteiten zijn nog niet volledig geassimileerd. Het blijkt echter, dat het grote assimilatieproces nu zeer snel voortgaat.

10. Het wiskundige axioma, dat slechts dingen die gelijk zijn aan hetzelfde ding gelijk zijn aan elkaar, is welbeschouwd de sleutel tot alle harmonie. Slechts wanneer de volkeren van Amerika gedreven worden door een gemeenschappelijke impuls, kan er enige harmonie gevestigd worden. Dit geldt ook voor de wereld in het algemeen, juist zoals het geldt voor het individu. Alleen wanneer al de krachten die betrokken zijn bij een enkel organisme of bij vele organismen opgewekt worden door een enkele impuls en in volmaakte vereniging naar een gegeven doel toewerken, is er totale harmonie.

11. Er is geen twijfel mogelijk, dat Jung in zijn werk een zeer diepe bron aanboorde wat betreft de houding van harmonie met betrekking tot alle dingen, toen hij vertelde over zijn ervaring bij het binnengaan van een grot. In vele delen van India trekken de mensen zich terug in grotten teneinde volkomen stil te worden om tot een duidelijke conclusie te komen met betrekking tot zekere bepalende factoren. In elk geval waar deze rapporten beschikbaar zijn blijkt, dat zij, wanneer zijnaar de plaats gaan waar zij volkomen stil zijn ten aanzien van omstandigheden om hen heen, tot de grootste activiteit van hun leven komen. Zij zien verder naarmate zij hun blik verder projecteren. Zij zien dwars door het materiële en fysische heen die, naar hun zeggen, perfecte toestand waarin alle activiteit harmonisch is. Dan is dat wat zij zien als universeel waar enkel verbonden met de wereld der dingen. De wereld is niet onderworpen aan het spirituele, maar slechts verbonden met zijn oorspronkelijke staat; en dan manifesteert zich de perfectie van de spirituele wereld onmiddellijk. Die activiteit, in harmonische overeenstemming, werkt perfect onder hun leiding.

12. In werkelijkheid is dit dezelfde methode die alle mensen volgen bij de toepassing van welk principe dan ook. Het is allereerst noodzakelijk om de uiterlijke vormen waardoor het principe tot uitdrukking komt -met rust te laten, totdat de werking van het betrokken principe duidelijk onderscheiden wordt. Deze werking van het principe wordt dan in verband gebracht met de uiterlijke vorm en we hebben harmonie en ritme in de muziek, juiste oplossingen voor problemen, perfecte bouwkundige structuren, volmaakte schilderingen en volmaakte standbeelden. Al deze manifestaties worden teweeggebracht door het vermogen van het individu om zich te vereenzelvigen met de onderliggende werkelijkheid en deze werkelijkheid wordt dan via de vorm geopenbaard met dezelfde schoonheid en harmonie die te zien is in het principe.

13. Nu zullen deze zelfde mensen je vertellen, dat het niet noodzakelijk is voor ieder individu om te worden zoals zij teneinde in die harmonische relatie te geraken, maar dat deze teweeg kan worden gebracht in het gewone maatschappelijke leven.

Zij gebruiken opzettelijk die manier om erachter te komen wat er gebeurt, om tot en duidelijke conclusie te komen. Nadat die conclusie bereikt is, zijn zij in staat anderen te onderwijzen, maar zij leren anderen niet om te doen wat zij gedaan hebben. Zij leren dat het praktisch toegepast kan worden; dat het niet nodig is om jaren in meditatie door te brengen om dit tot stand te brengen, omdat zij een kortere methode of een gemakkelijke weg gevonden hebben: dat je, zodra je stil wordt, één bent met de harmonie. Zo begin je meteen vanaf dat moment vooruit te gaan; de denkwijze verandert van verwarring in harmonie; strijd is niet vanzelfsprekend; bijgevolg heb je de trilling van je lichaam verhoogd tot de trilling waar strijd niet bestaat.

14. Indien een persoon die toestand kan bereiken, kunnen allen dat, maar het is niet nodig, dat allen de lange, moeizame weg nemen. Wanneer een feit eenmaal aan het licht gebracht is, hoeft men dat feit slechts te accepteren. De gedachte van de Meesters is: Wij hebben het proces ondergaan van het doen van de ontdekking, we weten wat de bepalende factoren zijn en de rest van de mensheid hoeft de ontdekking niet zelf te doen, maar kan aanvaarden wat onthuld is. Dus is het voor de massa niet noodzakelijk om in Samadhi te zitten. Zij drukken het uit door te verklaren, dat iemand die in Samadhi zit aan anderen kan leren wat hij ontdekt heeft.

Allen kunnen de praktijk van Samadhi beoefenen, als zij willen, hoewel het om deze reden onnodig is. Door de omstandigheden te aanvaarden die aan het licht gebracht zijn brengt die aanvaarding een zekere nivellerende invloed teweeg, een bepaalde vitaliserende toestand waarin men sneller ziet. Door te beginnen met de onthulde kennis raakt men gemakkelijker aangepast aan de stilte of de harmonische omstandigheden en feiten om zich heen. Door de conclusies te volgen van diegenen die de inleidende stappen doorlopen hebben, gaat men dan ook rechtstreeks af op de Samadhische toestand. Zij die doorgegaan zijn tot aan deze toestand zijn de 'toners van de weg' of leraren. Zoals zij zeggen, is het niet noodzakelijk om de leraar stap voor stap te volgen, omdat zij de weg vrij gemaakt hebben. Zij hebben de toestand gerealiseerd die vervolgens algemeen is geworden en de projectie heeft de weg voor allen geopend.

15. Dit is de waarheid achter het boete doen voor anderen van Jezus. Hij, als de wegbereider, zette uiteen, dat wij een zijn met de Vader, juist zoals Hij een was met de Vader. We hoeven ons niet vechtend een weg terug te banen naar deze toestand, want Hij onthulde haar als een vaststaand feit. Ons werk is slechts het voor waar aannemen wat Hij als waar bewees. Wij hoeven niet te bewijzen, dat de som van al de hoeken van een driehoek gelijk is aan twee rechte hoeken, nadat het eens bewezen is. Wanneer het een geopenbaard feit is, is het aanvaarden ervan het enige wat we hoeven te doen. Als dat niet waar zou zijn, zou iedereen voor zichzelf elke werking van de wiskunde, mechanica, kunst enz. moeten bewijzen.

Maar, wanneer anderen deze dingen bewezen hebben, nemen wij hun werk in hun plaats ter hand, beginnen we waar zij gebleven waren en gaan verder naar de volgende toestand onder dat principe.

16. Hoe groter de groep of hoe groter het aantal personen in een groep, des te groter de invloed. Hoe groter de invloed is, des te groter is altijd de stuwkracht.

Daarom wordt gezegd, dat, als een groep van honderd personen in Samadhi, of volledige stilte, zou zitten, de invloed die gecreëerd zou worden, toereikend zou zijn voor duizenden. Duizenden zouden dus opgeheven worden tot een grotere verlichting door dat ene honderdtal.

17. Op dit punt spelen de Yogi's een zeer wezenlijke rol. Zij wijden opzettelijk een bepaald deel van hun leven aan het uitzenden van die invloed, in het bijzonder de invloed, gericht op het vervolmaken van het lichaam. En het wordt vaak gezegd, dat het niet noodzakelijk is voor alle mensen om het Yogasysteem ter vervolmaking van het lichaam te ondergaan, omdat zij die vervolmaking ondergaan en voor allen mogelijk gemaakt hebben. Dat is nu wat tot uitdrukking werd gebracht, toen Jezus Zijn leven gaf aan het kruis. Zij wisten evenals Jezus, dat zij hun leven niet opgaven. Zij besteedden dat bepaalde deel aan een hogere expressie, die allen zouden kunnen zien en navolgen. Zij werden de wegbereiders of leraren. Daarom zouden de mensen die vooruit konden gaan sneller gaan en met grotere schreden.

18. Dit zijn de redenen waarom men zegt, dat het niet nodig is om al die vele stadia van Yoga te ondergaan. Velen brengen deze stappen tot stand in slechts enkele uren, omdat extra stuwkracht gegeven wordt door hen die meer tijd besteed hebben aan dienstbaarheid en een grotere stoot gegeven hebben tot die dienstbaarheid. Er zijn bepaalde groepen die steeds volgens die lijn werken. Die invloed kan opgevangen worden, terwijl hij steeds uitgestraald wordt vanuit verschillende groepen en verschillende centra.

19. Deze invloed wordt opgevangen op het spirituele vlak, precies zoals radiomuziek op het elektrische vlak wordt opgevangen. Maar, zoals radiomuziek die wordt opgevangen op het elektrische vlak, gehoord en gevoeld wordt op het materiële en mentale vlak, zo manifesteren deze spirituele invloeden zich op elk lager vlak, want zij sluiten alles in. Het is allemaal één spiritueel vlak, één Universeel Vlak dat in perfecte overeenstemming met zichzelf werkt, wanneer het individu ontwaakt om het te zien, zoals het werkelijk is. Het contact wordt gemaakt, niet door te zoeken naar de meesters of hun invloeden, maar door te zoeken naar het vlak van harmonisch denken en spirituele invloed dat alle tijd en ruimte doordringt en waarin zij werken.

20. Een lijn kan schijnbaar twee tegengestelde uiteinden hebben, maar wanneer je deze bij elkaar brengt, heb je een cirkel en zijn de tegengestelde delen op deze wijze verdwenen. Wanneer jee de cirkel uitbreidt, krijg je een perfecte sfeer, die een totaal, gesynchroniseerd verband is van alle elementen. Zoals Millikan(Robert Andrews Millikan, een Amerikaans natuurkundige die onderzoek deed op het gebied van elektriciteit, optica en moleculaire fysica. 1868-1953) zegt:'Het Kosmische wordt de g1obe.' Dan heb je de cirkel op elke manier voltooid en volmaakte eenheid teweeggebracht. Het punt wordt de lijn, de lijn wordt de cirkel, de cirkel wordt de globe. Dit geldt voor elke gedachtelijn en door het voortdurende proces van het verbinden van alle dingen met de Ene in plaats van het scheiden van alles wordt het punt van eenheid gevestigd. Dit is Eenpuntigheid.

21. Wanneer het individu geconcentreerdheid in het denken bereikt, gaat hij de Samadhische toestand binnen en op dat punt begint hij iets tot stand te brengen -wanneer hij de Eenpuntigheid bereikt.

22. Men moet er echter aan denken, dat deze geconcentreerdheid of Eenpuntigheid een verruimde en geen vernauwde geestestoestand is. Hij ontstaat door het principe van alles met elkaar in verband brengen eerder dan door het foutieve idee om wat dan ook buiten te sluiten. Samadhi staat het individu toe om rechtstreeks door alles heen te zien naar het geheel, de Waarheid of het Principe.

23. Dit ruimt uit de weg wat de Westerse Wereld leert over de bewuste en onderbewuste geest. In werkelijkheid is er maar EEN GEEST en die zouden we het Bovenbewuste kunnen noemen. Daar breng je het bewuste en onderbewuste tot overeenstemming. Je bent je dan bewust van het geheel. Het is volledig bewustzijn. Dan bestaat er geen enkele scheiding en als we geen scheiding maken, zijn we in volledige bewuste overeenstemming.

24. De scheiding van de geest in bewuste, onderbewuste enzovoorts werd aanvankelijk aangewend als hulpmiddel bij onderwijs. Nu is echter het omgekeerde waar. We kunnen de geest het best begrijpen en het best bewust vooruitgaan in geestelijke ontplooiing door te denken en te werken in termen van de Ene Geest.

De scheidingen maakten deel uit van de leer van het symbolisme die nu verleden tijd is. Het kan een noodzakelijke klassificatie zijn geweest in die periode, maar het ras heeft nu het symbolisme volkomen achter de rug. We aanvaarden de volledigheid van alle symbolen. Wanneer we Een worden met die ene denkwijze, dan beginnen we op dat punt succes te boeken.

25. Ik heb gesproken met mensen die veel tot stand gebracht hebben en ik heb ontdekt, dat zij grotendeels werken met de Ene Geest, met het bewustzijn dat alles altijd hier is en altijd aanwezig. Dat is hun houding geweest. Juist die houding begint nu zo te overheersen, dat we zullen merken, dat zij ons hele economische systeem zal veranderen. Indien we geheel een konden zijn met die Geest, dan zouden er geen tegenstrijdigheden bestaan. Het energieverbruik zou 90% minder zijn. Die energie wordt snel en in toenemende mate benut voor hogere en grotere doelen in plaats van dat zij verstrooid raakt in pogingen om iemand anders te ontnemen wat deze zelf nodig heeft. De waarlijk Groten hoeven er nooit op uit te gaan om iemand anders iets te ontnemen teneinde te kunnen produceren. Voorhen behoort alles wat hier is hen toe en dat wat hen toebehoort kunnen zij vrijelijk gebruiken.




VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1 en 2. Elk principe waarmee we te maken hebben begint met een bepaalde premisse en slechts door vast te houden aan deze fundamentele premisse is enige structuur mogelijk. De reden waarom het leven van de mens schijnbaar in verval is geraakt is dat hij het fundamentele levensfeit veronachtzaamd heeft. Dit fundamentele levensfeit is dat het hele stelsel van het Heelal één enkele eenheid vormt en dat de mens een integraal deel vormt van dit stelsel. Hij is er in geen enkele zin van gescheiden en slechts zijn denkbeeld, dat hij een geïsoleerd wezen is, heeft hem zijn rechtmatige plaats en autoriteit doen verliezen.

Paragraaf 3 en 4. In deze paragrafen kan duidelijk uiteengezet worden, hoe nu precies het gevoel van dualiteit zich ontwikkelde en hoe we daardoor kunnen leren, hoe het overwonnen kan worden.

Paragraaf 5 en 6. 'Ik' in het individu is het eerste bewegen van zijn natuur, het centrale punt van zijn identiteit. 'Ben' is dat wat binnen het 'Ik' -de individuele identiteit -belichaamt of omvat, wat het ook maar omsluit. De 'Ik' is een positieve verklaring en de 'Ben' is het kwalificerende element. 'Ik' is mannelijk en 'Ben ,is het vrouwelijke principe. De 'Ben' brengt tot bestaan wat het maar omsluit of zich voorstelt. De 'Ben' moet onberispelijk worden in haar omvattingsvermogen, wil de mens datgene voortbrengen wat in de Geest is. 'Ik', welke mijn identiteit is in de Geest, 'Ben', dat wat omvat of belichaamt al wat in God is, vormt het ware gebruik van deze woorden. 'Ik ben DIE ben,' wat de belichaming is van God. Ik kan in werkelijkheid nooit iets anders zijn dan DIE welke het is in de Geest. 'Ik ben DIE ben en buiten mij is er geen ander.

Paragrafen 7 en 8 verschaffen een prachtige gelegenheid om de noodzaak en het voordeel te laten zien van het volledig harmoniseren van alles. Het is natuurlijk onmogelijk om alles te harmoniseren met onze eigen gedachten en opvattingen, maar we kunnen tenminste erkennen, dat een ding, omdat het nu eenmaal bestaat, in zekere mate de elementen van het geheel moet bevatten. Door het te zien in verband met het geheel en het te harmoniseren met het Al, kunnen we in ieder geval ontsnappen aan de disharmonie die opkomt in onze eigen aard en daardoor onszelf in onze ware relatie houden. 'God gaat tewerk op een mysterieuze manier', en ook al zien we niet, hoe alles precies werkt in uiteindelijke harmonie met het Universele doel, het zou niet veel verbeeldingskracht vereisen om toe te geven, dat het zo moet zijn vanwege de aard van God zelf.

Paragraaf 9. Er is geen disharmonie in de natuurlijke orde van het Universum.

Alle disharmonie is onze reactie op wat wij ons voorstellen als verkeerd of niet op zijn juiste plaats. Slechts in de mate waarin we niet afgestemd zijn op de dingen zoals ze in feite zijn, is er tweedracht in onze eigen aard. Om deze tweedracht te voorkomen moeten we ons harmoniseren met de geestelijke werkelijkheid achter alle verschijningsvormen. Het gemengde denken van Amerika symboliseert slechts het gemengde denken van de individuele Amerikaanse geest en allen zullen geharmoniseerd raken, naarmate we voortschrijden naar een gemeenschappelijk doel.

Paragraaf 10. Illustratief voor paragraaf 9.

Paragrafen 11 en 12 laten duidelijk zien, hoe harmonie gevestigd zou kunnen worden. Allen die dingen tot stand brengen bemoeien zich niet met het denken en handelen van de wereld en houden zich bezig met wat gedaan behoort te worden.

Paragrafen 13, 14 en 15 geven duidelijk de korte weg aan naar spiritueel succes en dienen duidelijk genoeg gemaakt te worden om de individuele student voor altijd te bevrijden van de gedachte dat hij heel wat te overwinnen heeft, alvorens zijn spirituele staat te kunnen bereiken. Hij moet zijn spirituele staat aanvaarden, zoals deze geopenbaard is door elke verlichte leraar vanaf het begin der tijden, en deze verlichte staat op zichzelf is de overwinning.

Paragrafen 16 en 17 verschaffen een uitstekende gelegenheid om te wijzen op de waarde van individuele meditatie en groepsmeditatie op spirituele zaken. Dit is het echte basiswerk voor elk centrum of elke klassebeweging en het verwaarlozen ervan betekent het uit het oog verliezen van de machtigste kracht voor het opbouwen van spirituele dienstbaarheid en individuele kracht voor het volbrengen van de taken van het leven van alledag.

Paragrafen 18 en 19 zijn illustratief voor dezelfde feiten die naar voren gebracht zijn in de paragrafen 13, 14 en 15.

Paragrafen 20 en 21 zijn illustratief voor het principe der harmonisatie en kunnen met gunstig gevolg met voorbeelden toegelicht worden.

Paragraaf 22. Deze paragraaf dient de student voor altijd te bevrijden van het denkbeeld dat concentratie een toestand is van mentale gefixeerdheid of een richten van de aandacht op gedachten, ideeën, beelden of objecten. Concentratie is die verruimde geestestoestand waarmee men de Eenheid van alle dingen in zich opneemt, eerder dan een poging om wat dan ook van het denken uit te sluiten. Het is een proces van alles in verband brengen met de Bron.

Paragraaf 23 en 24. De zogenaamde onderbewuste geest is slechts een aspect van de geest, reagerend op het intellectuele denken dat iemand heeft afgesneden van de natuurlijke activiteit van het Universele denken. Er zijn geen draaikolken in een stroom, tenzij het vloeien van een directe stroming op een of andere manier verhinderd wordt, en er is geen zogenaamde onderbewuste geest, wanneer de stroom van het verlichte denken ononderbroken is. Wanneer men zich bevindt in de stroom van het werkelijke leven, is er slechts stralend bewustzijn van de werkelijkheid.

Paragraaf 25 dient ter illustratie en er kan over uitgeweid worden overeenkomstig de kennis van de leraar.


HOOFDSTUK IV

BASIS DER KOMENDE SOCIALE REORGANISATIE


1. Bij het ter hand nemen van dit onderwerp van sociale reorganisatie zullen we beginnen met Hawaïi en de situatie daar. Er is een grote overeenkomst tussen het denken van het Hawaiiaanse volk en het onze, in het bijzonder wanneer teweeggebracht door ervaringen. Je kunt een Hawaiiaan naar elke plaats in de oceaan brengen die je maar wilt en je kunt hem niet kwijtraken. Nooit zijn zij er met hun kano's op uit gegaan zonder dat er in elke kano tenminste een man was die kon zeggen waar zij waren, alsof zij het beste kompas ter wereld in hun kano's hadden.
Het was de zorg van de anderen om de boot aan de gang te houden en het was zijn zaak om hem te allen tijde te loodsen. Zij hebben dit vermogen door de eeuwen heen gehouden.

2. Eens namen we een Hawaiiaan mee de Atlantische oceaan op waar hij nog nooit geweest was en ontdekten, dat hij met dit gevoel voor richting was grootgebracht. We zetten deze man in een boot met zeelieden die niets wisten van navigatie en hij leidde hen naar de Kaapverdische Eilanden op honderden mijlen afstand. De Hawaiianen blijven rustig en vinden snel een oplossing. Zij gebruiken deze eigenschap heel duidelijk.

3. Het grote inventieve vermogen van de Amerikaanse geest is het functioneren van ditzelfde zintuig. Het verschil is voornamelijk gelegen in het gebied waarop het gericht is. Ook maken we er allemaal in veel hogere mate gebruik van dan we beseffen. Wanneer we weten hoe we van nature functioneren en dan beginnen om bewust in harmonie met onszelf te werk te gaan, zullen we veel sneller voortgaan in elke richting. Heb je wel eens gemerkt hoe je zelf heel vaak op bepaalde manieren functioneert door middel van een innerlijke gewaarwording, of ingeving, of gevoel, en hoe zich dan naderhand al de redenen die het waarom laten zien ontwikkelen? Veel mensen trachten eerst alles te overdenken, vervolgens doen zij helemaal niets behalve denken, want er is geen duidelijke oplossing voor wat dan ook tot op het moment dat het gedaan is. Het gevoel dat het mogelijk is, of dat het gedaan dient te worden, of dat het zo en zo beter zou zijn is de eerste activiteit van deze gewaarwording en, indien men stil zou zijn, zou de rest van de informatie komen, waarmee het hele plan van actie voltooid zou worden. Dan zouden de intellectuele verklaring of de gedachten om het proces te definiëren snel geformuleerd worden. De redenerende geest, zoals we die algemeen kennen, bestrijkt slechts hetzelfde terrein dat hij tevoren bestreken heeft, maar de rede is nooit volledig, totdat rekening wordt gehouden met dit andere zintuig. De nieuwe sociale orde zal komen, precies zoals de ideeën van de uitvinder komen. Het zal, om zo te zeggen, een onthullende flits zijn en dan kan de geest de dingen bij elkaar brengen en uitvoeren. De menselijke beschrijving voor deze nieuwe orde zal pas compleet zijn, wanneer deze functioneert. De rede is beschrijvend, maar dit andere zintuig ziet en gaat verder dan de rede, de weg banend voor een grotere rede.

4. Dit is geen aspect van het bovenbewuste, zoals velen het noemen, noch is het een aspect van het onderbewuste. Het is het vermogen om in elk van beide door te dringen. Bij de Hawaiianen is het iets dat volkomen bewust is. Het wordt teweeggebracht door involutie. Het wordt hen voorgelegd en door hen uitgewerkt. Toen zij vroeger te voet rondtrokken over de eilanden, voordat zij ook maar enig middel van vervoer hadden, werden zij naar plaatsen getrokken waar zij nodig waren. Ik heb hen met veertig of vijftig personen het eiland zien oversteken om erachter te komen, dat enkele van hun mensen daar in moeilijkheden waren. Soms kwamen hun vrienden van de overkant van het eiland naar hen toe. Zij vergisten zich nooit in die dingen. Zij stonden steeds in een voortdurend contact met elkaar. Ik heb er hen naar gevraagd en zij vinden het niets bijzonders. Zij functioneren gewoon op die manier, omdat zij nooit de indruk gekregen hebben, dat het anders dan natuurlijk is.

5. Indien de belangstelling van degenen aan de ene zijde van het eiland geheel geconcentreerd was op zichzelf, dan zouden zij zich geen zorgen maken over de noden van degenen aan de andere zijde. Zij zijn verenigd door gemeenschappelijke belangen en zij zijn bezorgd voor het welzijn van de mensen om hen heen en het is deze belangstelling die hen gevoelig maakt voor behoeften buiten hun eigen kring of plaats. Waar nood is onder hun medemensen, trekken zij dit gevoel van nood naar zichzelf toe door middel van de band van sympathie die hen een maakt en de behoeften van de ene groep worden onmiddellijk gekend door de andere. Zelfzucht en eigenbelang scheiden ons, isoleren ons van de rest van de mensheid en dit gevoel van gescheidenheid maakt mensen immuun voor haar noden en brengt zodoende de sociale structuur uit zijn evenwicht. Op deze manier ontwikkelen zich meer en meer behoeften in de ene groep, terwijl meer en meer overvloed zich ontwikkelt in de andere, en raakt de hele sociale structuur uit balans. Hier ontwikkelen zich oorlog en strijd. Kun je je twee groepen voorstellen die ten strijde trekken, terwijl elk van hen ernaar streeft om de behoeften van de andere te vervullen? 'De natuur verfoeit een vacuüm en juist zoals hevige stormen optreden vanwege extreme verschillen in atmosferische druk, zo ontwikkelen oorlogen zich hoofdzakelijk uit extremen in de menselijke staat.

6. Dit vermogen van de Hawaiianen is grotendeels herinnering die zich uitstrekt tot vorige generaties. Zij hebben het altijd gehad. Er zijn geen barrières opgeworpen tussen hen en hun vorige levens. Zij zeggen: We zien al deze plaatsen te allen tijde vanuit één punt. We zijn er nooit van gescheiden geweest. Het is alleen maar noodzakelijk om kalm te worden en dan weten we waarheen we moeten gaan.

7. In zekere zin is dit hetzelfde instinctieve vermogen dat het dier gebruikt, maar precies zoals de mens een veel hogere levensvorm is dan het dier, zo zijn ook al zijn vermogens in vergelijking verruimd. In het dier is het instinct, maar in de mens is het sterk uitgebreid in zijn vermogen, noem het intuïtie of spiritueel onderscheid, als je wilt. Het dier bezit het slechts in zekere mate, maar de mens bezit het volledig. Hij kan zien wat hij nu precies zal bereiken. Het dier keert terug over hetzelfde terrein waarover hij getrokken is, maar de mens kan naar elke plaats gaan zonder over hetzelfde terrein te gaan.

8. Het kan niet nauwkeurig vastgesteld worden in welke mate dit vermogen het dier naar nieuwe gebieden leidt, maar we weten wel, dat het hoofdzakelijk de werking is van dit vermogen dat de weg gebaand heeft voor menselijke vorderingen op elk gebied van menselijke vooruitgang. Het enige verschil tussen mensen die veel tot stand gebracht hebben en degenen die middelmatig blijven, is, dat de groten weinig aandacht schenken aan wat achter de rug is en welke obstakels of schijnbare redenen succes in de weg kunnen staan, maar zich geheel wijden aan het overwegen van wat er gedaan kan of zou moeten worden. Zij die hun mentale en emotionele geaardheid toestaan terug te deinzen en weigeren dit zintuig te laten reiken naar het onontdekte, vernietigen hun eigen vermogens en dit houdt hen altijd in de gevangenis der beperking. Maar er dient nota van genomen te worden, dat die gevangenis slechts het terugdeinzen of de weerspiegeling is van hun eigen aard. Genie is dat wat doorgaat, onder allerlei voorwaarden en omstandigheden en zich eeuwig bezighoudt met het uitbreiden en verruimen van het vermogen om dingen tot stand te brengen.

9. Het vermogen om dit zintuig te gebruiken voor onbeperkte vooruitgang is op iedereen van toepassing. Het is niet voor het selecte individu. Allen kunnen er gebruik van maken. De Hawaiianen zijn veel bewuster dan enige anderen die we kennen, uitgezonderd de Polynesiërs. De laatsten komen naar Hawaii voor een bezoek over een afstand van drieduizend mij). De echte Polynesiër en Hawaiiaan zijn echt Kaukasisch. Het schijnt, dat dit vermogen duidelijker voorkomt in het echte Kaukasische ras. Als zij het niet laten wegzinken door het bestaan ervan te betwijfelen of door het toe te staan te stoppen bij ogenschijnlijk beperkingen, schijnt het vermogen altijd groter te zijn.

10. Dit is wat Theodore Roosevelt tegenkwam in Afrika. Het is ook duidelijk in Alaska en Siberië. Toen ik er in 1905 op uit trok om Amundsen hulp te bieden, was er helemaal niets te vinden van een spoor, maar toen we minder dan dertig of veertig mijl van een dorp af waren, kwamen de dorpsbewoners ons tegemoet, vertelden ons hoeveel honden en sleden we hadden en in het algemeen alles over onze groep en haar uitrusting.

11. Een reden waarom de Amerikanen dit vermogen niet bezitten is dat zij teveel gerief hebben. We hebben het ons gewoon laten ontglippen en hebben het niet bewust behouden. Onderbewust of onbewust heeft de Amerikaan dit vermogen in hoge mate. De meeste Amerikanen hebben er ervaring mee gehad, maar aarzelen om het algemeen te gebruiken of om er iets over te zeggen.

12. De gemiddelde Amerikaan beschouwt het als een teken dat men een beetje de kluts kwijt is, wanneer er iets voorgesteld wordt waarvoor geen enkele duidelijke reden aanwezig is. Een dergelijk gevoel is het resultaat van onwetendheid betreffende de ware capaciteiten van het individu en het meest wezenlijke middel dat hij heeft voor iedere mate van succes. Het is zijn twijfel aan zichzelf en zijn bekwaamheid die hem weerhoudt. 'Als gij gelooft en niet twijfelt, zal niets u onmogelijk zijn,' sprak Jezus. Dit vermogen is de eerste vereiste voor gezonde rede, terwijl de overige processen van de rede waar gewoonlijk op vertrouwd wordt als de enige basis voor intelligente rede secundair zijn. Grote prestaties zijn verricht vanuit gebieden buiten de rede en de redenen verschenen naderhand. Gezonde rede wordt teweeggebracht door eerst dwars door de beperkingen heen te kijken, terwijl men het niet-vanzelfsprekende, maar toch geheel mogelijke, in zicht krijgt, en vervolgens de overige processen van de rede te ontwikkelen, terwijl deze feiten uitgewerkt worden. 'Aan geloof voeg kennis toe,' zeggen de schriften, maar de meesten van ons proberen geloof te verwerven door eerst alles over iets objectief te leren kennen.

13. Dan laten we anderen ook voor ons denken. We vertrouwen erop, dat zij alles goed overdenken, dat zij aan iets vorm geven, en dan vertrouwen we op het voortgebrachte. Degene die produceert wordt steeds capabeler en degene die afhankelijk is wordt steeds afhankelijker. Emerson zei iets dergelijks, toen hij verwees naar het feit dat wat we aan de ene kant winnen, we aan de andere kant verliezen. We hebben horloges, maar we hebben het vermogen verloren om zelf te zien welke tijd van de dag het is. Het verwaarlozen van de ontwikkeling van het zelf door afhankelijkheid van iets buiten jezelf is het verzwakken van je eigen natuur.

14. De Chaldeeuwse astronomen kregen hun informatie over astronomie door het gebruik van het intuïtieve vermogen of het vermogen van de geest om door te dringen tot aan het feit. Zij vertrouwen hier volkomen op en werkten dan alle theorieën uit. Deze oude Chaldeeërs sloten de werking van dit vermogen in bij hun geschiedschrijving. Het is altijd aanwezig geweest. De invloed bestaat nog altijd. Als we haar willen, moeten we een met haar worden. Dat is alles.

15. Dit is het 'oog van de ziel' waarover de mystici schreven. Door middel ervan hebben mensen de Akasha kronieken (Akasha kroniek: een aan het Sanskriet ontleende term waarmee een uit zeer fijne materie opgebouwd kosmisch geheugen wordt aangeduid dat volgens occulte leringen de aarde als een geestelijke dampkring omgeeft) gelezen en zullen ze die blijven lezen. Door middel ervan kunnen we dingen waarnemen die op een afstand gebeuren of toekomstige gebeurtenissen voorzien met de snelheid van het licht -186.000 mijl per seconde. Het doet zich van tijd tot tijd aan ons voor gedurende een aardbeving of een andere extreme gebeurtenis. 'Komende gebeurtenissen werpen hun schaduw vooruit' Alles gebeurt eerst op hogere niveaus; dan treedt hier weerspiegeling op.

Het functioneert in het gebied der Deva's tussen bewustzijn en vorm. Het zijn de twee gezichten van de Waterspuwer aan de tempelpoort. De ene kant op kijkend laat hij de beperking der begoocheling toe in de tempel, het menselijk bestaan.

Kijkend naar het rijk van de Geest, laat hij de vrijheid en macht der verlichting toe.

16. De Hawaiianen bezitten een groot natuurlijk inzicht en zij profeteren en voorspellen. Er is een bepaalde groep van Hawaiianen die bij elkaar komt en afstemt op invloeden die op het punt staan zich te doen gelden. Indien zij een invloed waarnemen die niet voordelig is, dragen zij haar over aan een andere groep die haar tegenwerkt, en zij openbaart zich nooit. De Hindoes zeggen, dat de ene mens kan voorzeggen en dat de andere God-mens de vervulling van de profetie kan verhinderen.

17. In onze ervaring met de Hawaiianen hebben we nooit een geval gevonden waar zij gefaald hadden een negatieve gebeurtenis te stoppen die voorspeld was.
Er wordt beweerd, dat zij vele invasies verhinderd hebben. Degenen die die plicht vervulden trokken dan een bepaalde lijn en de vijand kon deze niet oversteken.
Vele malen is dit opgenomen in hun legenden. Soms kon de vijand zelfs niet op hun kusten landen.

18. Het Carnegie Institute (een bekende instelling voor wetenschappelijk onderzoek in de VS) experimenteerde enige tijd geleden met een groep Indianen in Arizona. Deze groep trok een bepaalde lijn en niemand kon haar oversteken behalve wanneer hij verliefd was. Twee mannen trachtten zich met geweld doorgang te verschaffen over de lijn heen en beide mannen verloren het leven.

19. De niet-verlichten begaan de vergissing te denken dat profetie onvermijdelijk is, dat, als vastgesteld is dat iets plaatsvindt, het ook plaats moet vinden.' Al zijn er profetieën, zij zullen falen,' zeggen de schriften. Profetie komt meestal uit de gevestigde mentale structuur die de aarde onmiddellijk omgeeft en die de projectie is van het begrensde denken van de mens zelf. Het waarnemingsvermogen dat op dit gebied gericht wordt kan de tendens van deze mentale invloed gewaarworden en wat waarschijnlijk de uitwerking zal zijn op het materiële vlak. Dit behoort tot het rijk der valse profetie en het kan allemaal terzijde geschoven worden. De schriften waarschuwen tegen valse profeten die de aandacht van de mensen afleiden van God. Ware profetie is het gevolg van het gericht houden van dit zintuig op het vlak van de Geest, totdat het individu de tendens van de Universele Wet opvangt. De wet van het Universum stelt alle tegengestelde ophopingen in de geest van individuen of rassen gemakkelijk buiten werking. Het wordt even gemakkelijk bereikt als schaduwen verdreven worden door het licht. De zon verdrijft de nacht, een enkele kaars bant de duisternis uit in een kamer; want licht, of het nu veel is of weinig, heeft een onbegrensde macht over het omringende duister, of dit nu groot is of klein. Slechts een beetje verlichting van de kant van het individu kan elke hoeveelheid ontkenning, beperking of valse profetie om hem heen verdrijven, want het zijn slechts vage schaduwen die geen kracht in zich dragen. Accepteer profetieën van vernietiging en rampen niet. Kijk naar het rijk van de Geest en zij verdwijnen.

20. Er was een groep personen in de Hawaï Eilanden, die daar aankwam vanuit Japan en zwarte magie met zich meebracht. Zij beweerden, dat zij iemand dood konden bidden; maar die groep bestaat niet meer. Voordat iemand zwarte magie kan beoefenen of antichrist kan worden, moet hij eerst bedreven raken in de vermogens van het Christusbewustzijn. Hij verkrijgt de Christuskracht en gebruikt deze op verkeerde wijze. Het resultaat van een dergelijke praktijk is zelfvernietiging en met de vernietiging van individuen die zich overgegeven hebben aan de beoefening van de zwarte kunst, verdwijnt de kunst met hen.

21. De meest pijnlijke, zo niet snelste methode tot zelfvernietiging is het misbruiken van geestelijke kennis. Het individu dat zich Iaat verleiden tot het gebruik van deze spirituele kennis teneinde anderen onder zijn invloed of controle te krijgen of profijt van hen te trekken, dient in gedachte te houden, dat elk edict dat uitgaat van zijn eigen geest of mond door zijn eigen wezen heen gaat en een fiat van macht wordt binnen zijn eigen natuur dat precies de uitwerking heeft op hemzelf die hij bedoeld had voor iemand anders. Dat is wat Christus bedoelde, toen Hij zei, dat het Koninkrijk der hemelen binnenin je is. Je wezen is een koninkrijk, dat onderworpen is aan de heerschappij ván wat jezelf beslist. Of deze beslissing aanvaard wordt door iemand anders, maakt weinig verschil voor het individu dat haar uitzendt. Zij wordt ontvangen en volgens haar wordt gehandeld binnenin zijn eigen koninkrijk en hij is zeker van de meest volledige resultaten in zijn eigen wezen. Het koninkrijk binnenin het individu zal alleen dan hemels zijn, wanneer hij beslissingen neemt die uit de hemelse gebieden komen, de Geest, waar alle dingen in harmonie tewerk gaan ter bevordering van het welzijn en de vooruitgang van ieder individu op aarde. 'Het geschenk is voor de schenker en keert tot hem terug, het zij goed of kwaad.' Zoals je geeft, zo zul je ontvangen.

22. Een genootschap van Rishis in India is in staat om een gebeurtenis waar te nemen die plaats zou moeten vinden. Als het een kwade gebeurtenis is, neemt een andere groep deze onmiddellijk over en het gebeurt in het geheel niet. Dat gold ook voor het Hebreeuwse ras in het verleden. Zij verhinderden op die manier vele oorlogen onder hun volk.

23. Velen gebruiken tegenwoordig dezelfde methode om ongelukken te voorkomen. Veel mensen hebben nooit een ongeluk. We werkten met een groep van meer dan zevenhonderd mensen in de Verenigde Staten die duidelijk werk verrichtten ter voorkoming van ongelukken en in de drieënhalf jaar dat we bij hen waren kwam er nooit een ongeluk voor in de groep. Die groep is nu vergroot tot een ledental van 4000 op dit moment. Zij werken in stilte en zijn niet openlijk bekend.

24. Waarom zou de mens niet al de krachten van zijn wezen laten werken voor een of ander goed doel? Door zijn waarnemingsvermogen, of hoe je het verder misschien ook wilt noemen, te laten werken in het spirituele gebied, waar alles in harmonie werkt voor de volledige bestwil van ieder wezen, zou een overeenkomstige handeling ontwikkeld worden in de geest van alle mensen. Omdat zij allemaal zouden werken in gehoorzaamheid aan de macht die werkt voor ieders bestwil, zouden zij onmogelijk ook maar iets kunnen zeggen of doen, behalve dat wat voor elkaars bestwil was. Met andere woorden, door gehoorzaamheid aan de Grote Wet zou er geen conflict kunnen bestaan onder individuen. Er zouden geen oorlogen kunnen zijn, geen ongelukken, noch sommige andere dingen die leiden tot ellende in de gelederen van het mensdom.

25. Dit vermogen kan op verscheidene wijzen benut worden. Er is het geval van de wereldoorlogsveteraan De Jong die behandeld werd in het Letterman Hospitaal in San Francisco en die, hoewel blind, demonstreerde, dat hij een hogere graad van verlichting verkregen had, door met een auto door de straten van San Francisco en Los Angeles te rijden. Deze bepaalde jongeman had het vermogen al eerder ontwikkeld en dit was eenvoudig zijn plotselinge ontwaken. Dit gebeurt vaak.

26. Het punt is dat, als het vermogen kan ontwaken, zoals in vele gevallen bewezen is, het aanwezig is. Als het aanwezig is, kan het begrepen worden, juist gericht, en kan men het doen ontwaken door zijn eigenlijke functie. We moeten aandacht schenken voor zijn eigenlijke functie. We moeten aandacht schenken aan deze dingen en intelligent tewerk gaan om de verborgen mogelijkheden binnen onze eigen natuur bloot te leggen, indien we het vlak van Meesterschap willen bereiken. Niemand kan dit voor ons doen behalve wijzelf.

27. Dit behelst meer in het bijzonder volledige emotionele controle dan mentale controle. We moeten tot eenpuntigheid gebracht worden. Wanneer onze krachten geconcentreerd worden, werkt dit positief. Jezus zei: 'Eenpuntigheid is God.'

28. De hele kwestie van onze sociale reorganisatie concentreert zich rondom een diepere waarneming. Mensen moeten leren, hoe zij dit vermogen kunnen ontwikkelen. Dit zal de sociale reorganisatie zijn: weten, hoe het juiste te doen op het juiste moment. Het zal nu nuttig zijn om altijd vast te houden aan de gedachte van juist handelen. We zullen het punt bereiken waar we zullen weten, dat alles wat we doen het juiste ding is op de juiste tijd. Dit is het wezen van het sociale functioneren in de toekomst.




VOOR DE LERAAR


Deze les behandelt het motief van waaruit we de nieuwe komende sociale orde zullen ontwikkelen in de loop van deze veranderde tijden en die zal bestaan in het terugkeren naar het oervermogen van de mens om de spirituele tendens der dingen te onderscheiden, eerder dan zich te verlaten op de intellectuele normen en materiële waarden van het verleden. Onze vroegere ervaringen hebben in zekere zin dit spirituele vermogen afgestompt en het moet nu weer levend gemaakt worden, als we onszelf tenminste willen afstemmen op de werking der Universele Wetten.

Paragrafen 1 en 2 laten zien, hoe de meer primitieve rassen, zoals we hen noemen, een onderscheidingsvermogen hebben dat op bepaalde manieren superieur is aan dat van onszelf, en zij laten zien, hoe het in zekere zin beter met hen gesteld is dan met ons.

Paragraaf 3 Iaat zien op welk gebied dit vermogen bij ons het duidelijkst functioneert, maar dat het langs spirituele lijnen verruimd moet worden, als we het beste willen maken van onze eigen mogelijkheden en kansen.

Paragraaf 4 en 5. Dit vermogen zou op verschillende manieren betiteld kunnen worden, maar In de mystieke wetenschap is het wat men noemt het 'penetrerend zintuig' of het vermogen om de geest nieuwe gebieden te laten binnendringen of binnen te leiden, Wanneer het gericht wordt op zijn hoogste doel, zal het ons leiden naar spirituele waarden, even nauwkeurig als het ons binnengeleid heeft in de gebieden van het inventieve genie.

Paragrafen 6 en 7 spreken voor zich, maar kunnen verder uitgewerkt worden vanuit de kennis van de leraar.

Paragrafen 9, 10 en 11 verschaffen een goede gelegenheid om duidelijk te laten zien, hoe de menselijke geest beneveld wordt door teveel betrokkenheid op het rijk der effecten en hoe hij verhelderd kan worden door hem opnieuw te oriënteren op het rijk der oorzaken , Paragraaf 12 zou voor zichzelf moeten spreken, maar geeft volop gelegenheid tot uitweiding, Paragraaf 13 kan op dezelfde manier behandeld worden, Paragraaf 14 keert terug naar dezelfde categorie als paragraaf 1 en 2, Paragrafen 15 en 16 brengen in zekere mate de mogelijkheden van dit vermogen naar voren en de gebieden waarop het normaal gesproken zou kunnen functioneren. Er kan meer gezegd worden over wat het vermogen in werkelijkheid is. In zijn eenvoudigste vorm is het dat aspect van de geest dat terugblikt om te zien wat we misschien gisteren gedaan hebben of wat we morgen hopen te doen … de simpele daad van aandacht. Als deze gericht is op de vorm, ontdekken we daar slechts de ingewikkeldheden van, maar, indien gericht op de Geest, breidt zij zich uit in het rijk van de Geestelijke werkelijkheid.

Paragraaf 17 brengt enkele van de mogelijkheden naar voren die ontstaan uit het gebruik ervan. Dit kan sterk uitgewerkt worden en tot iets van grote waarde gemaakt worden door de student, als hij acht slaat op de daad die erin gegeven wordt. Paragraaf 18 kan in verband hiermee behandeld worden.

Paragraaf 19. Het punt dat duidelijk uiteengezet moet worden in deze paragraaf is, dat profetie niet nauwkeurig is, wanneer deze gebaseerd is op het mentale en fysische vlak. Wat grondig georganiseerd wordt op het mentale vlak kan doorsijpelen naar het fysische, tenzij het terzijde gesteld wordt door een rechtstreekse toepassing van geestelijk gezag, Ware profetie is het verkondigen van de positieve resultaten die volgen op de gezaghebbende toepassing van ontdekte spirituele werkingen.

Paragraaf 20. De dwaasheid van het misbruiken van spirituele macht zou duidelijk moeten zijn voor iedereen, maar zij dient duidelijk ingeprent te worden in de geest van ieder individu als maatregel tot zelfbehoud, De gewoonte die zich ontwikkelt in vele metafysische kringen om mentaal anderen te beïnvloeden tot het doen van wat iemand anders wil is zwarte magie in zijn embryonale vorm en kan alleen maar tot chaos leiden.

Paragraaf 21 dient behandeld te worden in aansluiting op paragraaf 20.

Paragrafen 22 en 23 kunnen behandeld worden als paragraaf 19 en kunnen verder uitgewerkt worden onder leiding van de leraar.

Paragraaf 24 spreekt voor zich, maar verschaft een praktische gelegenheid tot het laten zien van de basis van ware samenwerking bij het binnenleiden van de nieuwe orde der dingen. Het ware motief van de spirituele aspirant is in harmonie met het Universele Motief dat hetzelfde werkt voor heilige en zondaar, rijk of arm, gebonden of vrij, en in een gemeenschappelijk motief kan er geen disharmonie en strijd bestaan, vandaar geen oorlog. 'Dingen die gelijk zijn aan hetzelfde ding zijn gelijk aan elkaar' is de basis van Universele eenheid.

Paragrafen 25 en 26 geven gelegenheid om iedere individuele student het feit in te prenten, dat niemand ooit enige zogenaamde ongewone vermogens heeft ontwikkeld of tot uitdrukking heeft gebracht zonder dat datzelfde potentiële vermogen in hem schuilt, en het is zijn zaak om zijn eigen capaciteiten te ontwikkelen, als hij de mogelijkheden van zijn eigen ziel wil kennen.

Paragraaf 27. Een heel boekdeel zou besteed kunnen worden aan de noodzaak van zelfbeheersing. Zij is even wezenlijk voor individuele macht en vooruitgang als de organisatie en toepassing van energie voor mechanisch vermogen. Zonder haar is er op geen van beide gebieden praktische kracht voor constructieve doelen.

Paragraaf 28 kan uitgewerkt worden overeenkomstig de bekwaamheid van de leraar.



HOOFDSTUK V

DE MACHT VAN HET GESPROKEN WOORD


1.Het gesproken woord heeft een grote macht, maar een ding is zeker: we moeten de woorden uitkiezen en vervolgens moeten we hen macht geven. Er is geen macht in een negatief woord, tenzij we het woord uitkiezen en macht geven. Het bevat geen macht in zichzelf. Macht moet aan het woord gegeven worden door degene die het uitspreekt. Natuurlijk is de gedachte die aan het woord voorafgaat, volgens de Oosterse Filosofie, belangrijker. Bijgevolg kan de gedachte de motiverende kracht achter het gesproken woord zijn en krijgt het op die manier meer macht, en, zoals de Meesters het stellen, moet dat woord uitgaan en scheppen.

2. Als een woord nu terloops of zonder denkkracht gesproken wordt, bereikt het niets. Door de selectie van dat woord moet zo de macht die eraan gegeven is door het denken wel juist dat tot stand brengen waarvoor het is uitgezonden. Daarom eisen zij een dergelijke selectiviteit voor het gesproken woord en daarom zeggen zij, dat het gesproken woord altijd selectief is.

3. Die macht die we achter het woord stellen om iets tot stand te brengen moet de energie zijn die we zelf waarnemen. Zoals zij het stellen, is niet de energie die je geeft aan het woord wat je waarneemt, maar de energie voor wat dat woord tot stand brengt.

4. Jezus sprak: 'Mijn woorden zijn geest en zij zijn leven en zij bewerkten datgene waartoe zij gezonden zijn.' De Geest is de scheppende oorzaak in het heelal en onze woorden hebben alleen dan macht, als deze zelfde geest gezien wordt als de werkzame kracht achter hen. Het is de activiteit van de kracht van de natuur die het zaad laat groeien, want geen enkel zaadje heeft kracht in zichzelf. Het is een omhulsel of voertuig van die kracht. De Schriften zeggen: 'Het woord is een zaadje, en de macht van de Geest werkt in op woorden, zoals de natuur op het zaadje.
Ons bewustzijn van de Geest is het brandpunt bij deze kwestie van de macht van het woord. IJdele woorden hebben geen macht en scheppen niet, hoewel zij in zekere zin kunnen bijdragen tot de toestand van hypnose. Het vrezen van negatieve woorden is het vermeerderen van hun hypnotische energieën en het draagt daardoor bij tot de invloed van het negatieve woord. De macht van onwetende of ijdele woorden is alleen hierin gelegen, dat zij de hypnotische toestand van de menselijke geest kunnen intensiveren, maar zij veranderen de scheppende oorzaak niet in het minst. De macht van negatieve woorden vormt slechts de modernisering van het oude denkbeeld van de duivel en vormt een rechtstreekse inbreuk op het feit dat alleen de macht van God bestaat. Er is geen enkele macht die tegengesteld is aan het uiteindelijke goede in de trend van het universum. Dat wat tegengesteld schijnt bevindt zich in onze eigen geest die vaak werkt in strijd met het goddelijke doel. De scheppende trend van het Universum of de wil en het doel van God is het oplossen van onwetendheid, juist zoals licht duisternis oplost.

5. We hebben hen -'hen' in deze zin gebruikt verwijst altijd naar de Meesters een woord zien uiten en wat het woord voorstelde kwam dan onmiddellijk tot stand. Er was helemaal geen tijdselement. In feite is er geen enkele manier om het gesproken woord van een tijdselement te voorzien, als de energie -Geest -erin zit. Zoals zij het formuleren, moet een woord dat direct uitgesproken wordt met de stuwkracht van het ware denken erachter, precies die toestand onmiddellijk scheppen. Het is heel duidelijk, dat de Westerse Wereld een woord als minder machtig beschouwt. Dat wil zeggen, een woord kan gesproken worden, maar zonder energie erachter verliest het zijn macht helemaal. Vaak wordt gezegd, dat dit de reden is dat de Westerse wereld vervalt tot zulke kinderlijke praatjes. Zij slaagt er niet in om haar woorden de juiste waarde toe te kennen.

6. Nu dient de gedachte die de juiste selectiviteit bezit of die de kracht bezit die bij haar hoort, altijd aan het woord gegeven te worden, niet om dat woord voort te drijven door middel van de wil of de kracht van de wil, maar om dat woord de macht te geven die het toebehoort. Dat is natuurlijk de macht van de Geest en deze wordt slechts in onze woorden opgenomen door middel van zeer uitgelezen gedachten, gedachten die overeenstemmen met de scheppende doelen van het Universum. Op die manier zendt de wil, die een sturend vermogen heeft, het woord uit, maar het is niet de wil die macht verleent aan het gesproken woord. De wil kiest of begint met de keuze van de gedachte en het uitspreken van het woord, maar de macht wordt toegestaan of toegelaten door een verruimd bewustzijn van de aanwezigheid en macht van de Geest. Maar wanneer een woord geselecteerd wordt vanwege zijn betekenis of zijn nut, wordt het altijd geselecteerd in de frequentie waar het thuishoort en wordt het daar geplaatst.

7. Dit zou de vrees die velen hebben voor negatieve woorden uit de weg moeten ruimen en zou tegelijk het individu moeten inspireren tot een intelligentere keuze van zijn woorden en tot een manier om ze beter te benutten. 'De gedachten van God na-denken' zou de kern zijn van spirituele macht, want achter zulke woorden zou zich diezelfde kracht bevinden die de hemel en de aarde schiep. De woorden van de mens zouden altijd een uitingsmogelijkheid moeten zijn voor Zijn eigen ingeboren geestelijke natuur en een middel om deze geestelijke natuur in zijn uiterlijke wezen te vestigen. Alleen spreken in harmonie met de hoogste en meest constructieve idealen zou betekenen spreken met de grootste macht en op die manier zou dat wat de grootste onwaarschijnlijkheid lijkt het meest waarschijnlijk worden in de zin dat zulke woorden de grootste macht hebben. Met andere woorden, hoe Goddelijker de gedachte, de verwerkelijking en het bewustzijn, des te groter de macht, betrokken bij het proces.

8. Zoals de Oosterse Filosofen het uitdrukken, je zou geen duimbreed van het Principe gescheiden kunnen worden, als je selectief zou zijn bij het gebruiken van woorden. Elk woord dat uitgebracht wordt kan dan ook selectief zijn. Dan geef je geen energie aan een negatieve toestand. Je geeft slechts energie aan die ene conclusie.

9. De Hindoe of de Ariër zegt het altijd zo: 'De mens is de schepper van woorden; daarom is de mens de kiezer van die woorden of heeft hij de heerschappij over die woorden en hij kiest hen uit of brengt woorden tot bestaan die moeten functioneren of macht moeten krijgen.' Nu is er in de mate waarin hij van dit feit een juist gebruik maakt geen enkele manier om die macht met negatieve woorden te verbinden, zoals zij het stellen. Bijgevolg worden negatieve woorden in het geheel niet overwogen door het individu dat vormen wenst te manifesteren. Dit denken aan manifeste vorm is altijd die toestand die tot stand gebracht wordt waarin de mens in staat is tot scheppen. Op dat punt heeft de mens heerschappij over elk gesproken woord. De Sanskriet taal neemt die toestand in een van haar aspecten in aanmerking. Daarin schuilt het vermogen om te manifesteren.

Daarmee bedoelen we, dat op een bepaald punt de Sanskriet taal slechts vier positieve woorden of verklaringen toestaat. Dat wil zeggen, woorden die tot positieve verklaringen gemaakt kunnen worden, en van deze kan niet afgeweken worden.

10. Natuurlijk vraagt iedereen welke die vier positieve woorden zijn. Het zijn altijd woorden die de positieve verk1aring van feiten inhouden. Iedereen kan ze uitkiezen. Het meest positieve woord is natuurlijk het eerste woord, God. Wanneer je teruggaat naar het Principe, zou je je uitspraak formuleren met dat als basis: je zou met dat woord elke positieve zin die je maar zou willen, formuleren. Op die manier heeft het gesproken woord macht. Je sleutelwoord is altijd het hoogste, of God. Dan kies je de woorden uit die dat vergezellen voor je positieve verklaring.

11. Precies zoals alle wiskundige berekening ontstaat uit de Eenheid die gesymboliseerd wordt door het cijfer 1, zo moeten alle woorden uitstralen van een enkel afgeleid woord, of Principe. GOD IS en, omdat God is, BEN IK. Omdat God leven is, ben ik leven. Omdat God intelligentie is, ben ik intelligentie. Omdat God macht is, ben ik macht. Omdat God alle stof is, ben ik stof, enz. Vader in het Sanskriet betekent eerste beweger en de eerste beweging van de geest van het individu moet altijd uitstralen van de Ene Bron en moet gedragen worden door het bewustzijn van het individu. Het toelaten van wat dan ook tot het individuele bewustzijn, dat niet zijn oorsprong vindt in de werkelijkheid van God is het vervalsen van het levensproces in zichzelf en men raakt in die mate onbewust van de volheid van zijn Goddelijkheid. Men moet zichzelf overgeven aan de onderliggende feiten van het leven in hun totaliteit; men moet wachten op Jeruzalem -zijn contact met Het AI -totdat de Heilige of totale geest van God de motiverende energie is van al zijn gedachten, woorden en daden.

12. De mens kan geen woord of gedachte tot uitdrukking brengen met enige manifesterende kracht buiten zijn eigen veld van competentie. Hij kan zich niet buiten dat veld begeven, omdat het woord zelf dat hij uit het terrein waarop hij handelt, schept.

13. De gemiddelde persoon weet niet werkelijk wat een woord is. Het is louter een voertuig dat in de geestesprocessen gebruikt wordt om bepaalde van die processen over te brengen of uit te breiden. Het woord kan niet overbrengen wat niet in de geest is. Webster ('Webster's dictionary', een groot Amerikaans woordenboek) zegt, dat een 'naam' de 'wezenlijke aard' van iets impliceert.

Een woord is slechts een naam voor bepaalde toestanden van het bewustzijn en dat is iets wat berust bij het individu zelf. Een persoon kan zeggen: 'Ik ben gelukkig' , zonder dat iets ervan zou overkomen bij een ander individu dat het woord hoort.

Als zijn bewustzijn maar een béétje blij is, zullen zijn woorden slechts weinig gezag uitdrukken. Maar als hij straalt van vreugde, zullen zijn woorden volledige overtuiging uitdrukken. IJdele woorden zijn lege woorden, woorden die niet het bewustzijn en besef bevatten van spirituele feiten. Zie je, een woord, zoals wij het gebruiken, is precies wat het bevat en de inhoud van het woord wordt bepaald door ons bewustzijn en ons bewustzijn wordt bepaald door de mate van intelligente selectie die we gebruiken.

14. Het is niet de herhaling die een woord effectief maakt. Je eerste verklaring, als deze waar is, is toereikend. Er rest je niets anders te doen dan bij je verklaring blijven, vasthouden aan je woord. Herhaling is echter vaak een effectieve manier om iemand in harmonie te brengen met de mogelijkheden die een verklaring inhoudt. Vaak herhaalt men een zin of regel steeds weer, voordat de betekenis duidelijk aan zijn bewustzijn onthuld wordt. Zonder deze verruiming van de geest naar de innerlijke feiten is herhaling enkel hypnotisch.

15. Indien de mens woorden herhaalt en zij niet hypnotisch voor hem worden, brengt deze herhaling hem tot een nauwere overeenstemming met de feiten achter de woorden'. Het bewerkstelligt een hoger begrip. Het is de moeite waard om tot op een zeker punt te herhalen en dan is het niet meerde moeite waard om nog verder te herhalen, omdat het woord in je gevestigd is. Wanneer je begrijpt, dat je woord duidelijk gevestigd is, is herhaling van geen enkele waarde meer. In WERKELIJKHEID beginnen we te begrijpen dat ons woord gevestigd is, en we herhalen het nooit.

16. Indien de manifestatie van je woord niet verschijnt, is dat geen bewijs van zijn ineffectiviteit. De beste gedragslijn in zo'n geval is dank te betuigen, dat de manifestatie er is. Op die manier raak je je twijfel volkomen kwijt. Maar wanneer je doorgaat met het herhalen van je woord, begin je misschien heel snel twijfel op te wekken; terwijl je, als je dank betuigt, nauwer in harmonie bent met je woord en je er gemakkelijker van bewust wordt, dat je woord bevestigd wordt.

17. De loutere herhaling van een woord bevestigt het niet sterker. Het brengt je alleen in harmonie met dat wat IS. Het is heel vaak mogelijk om jezelf tot een meer harmonische relatie te brengen door dank te betuigen, dat het NU aanwezig is en dat het gevestigd is.

18. Wanneer men zich realiseert, dat het hele probleem van manifeste resultaten meer een kwestie is van het openen van het bewustzijn, zodat het iets ziet of opneemt wat reeds in Feite bestaat, in plaats van dat men tracht om iets wat niet is tevoorschijn te brengen, dan zal de kwestie veel eenvoudiger zijn. Het is 'het land dat gij ziet dat zal Ik u in erfenis geven', dat het hele mysterie bevat. Het is een feit in de Geest, het is overal een feit en op alle zogenaamde niveaus, want er is maar één niveau en dat is spiritueel. Terwijl de geest zich verruimt om de spirituele werkelijkheid te zien of te bevatten, kan er geen enkele twijfel zijn over de manifestatie van die werkelijkheid. Indien het zo is in God, is het overal zo, want God is alles. Het is allemaal een kwestie van bewustzijn van onze kant en ons bewustzijn moet zodanig verruimd worden, dat het de werkelijkheid en het bestaan van het Spirituele feit insluit.

19. Dat was Jezus' manier van werken. Elk woord werd gevestigd in Hem. Hij verhief elk woord door Zijn verheven bewustzijn, wetend, dat het reeds bestond.

De Hindoe bevindt zich in dezelfde positie. Hij formuleert zijn verklaring en dan kan hij zeggen, dat het klaar is. Hij neemt de houding aan, dat het reeds voltooid is; het bestaat reeds; het behoort hem toe; en dan gaat hij verder. Men bereikt op die manier veel meer dan wanneer men in herhaling vervalt en het schijnt iemand steeds sterker te maken.

20. Ter zake van de behandeling van zogenaamde ziekte, begaat de gemiddelde metafysicus* de fout, dat hij de tegengestelden, ziekte en gezondheid, behandelt.

Hier bestaan twee toestanden, waarbij de ene de andere moet vervangen. In het Oosten werkt men evenmin op deze manier als Jezus. Wanneer je streeft naar perfectie, weet, dat zij in je gevestigd wordt. Verheerlijk perfectie. Perfectie bestaat : onafhankelijk van beide tegenstellingen van gezondheid en ziekte. Perfectie is een eeuwig in principe gevestigd feit en is in zichzelf volledig op elk zogenaamd vlak.

Zowel gezondheid als ziekte zijn begoochelingen volgens de Oosterse Filosofie, want het zijn slechts menselijke denkbeelden. je eigen huidige idee van gezondheid bijvoorbeeld zou vijf jaar verder niet toereikend zijn voor je, want gezondheid is een betrekkelijk denkbeeld in je eigen bewustzijn. Er is niets betrekkelijk in het zijn, alles is volledig, alles is volmaakt en de ware geneesheer vereenzelvigt zich met de werkelijkheid en houdt zich niet bezig met illusie. Laat de tegenstellingen helemaal los en stel de volmaaktheid in hun plaats. We merken , dat Jezus in geen enkel geval handelde met behulp van de tegenstellingen. Hij stelde de ware perfectie.in de plaats van.de beide tegenstellingen. Zijn grote verklaring was altijd perfectie en die perfectie was altijd in hem gevestigd.

21. Als ik op een schoolbord de cijfers twee plus twee is drie schrijf en dan..vervolg met twee plus twee is vijf, zou je je dan bezighouden met de drie en de vijf om te trachten het juiste antwoord te krijgen? Nee, je zou volkomen aan deze cijfers ( voorbijgaan, je bezighouden met het feit dat twee en twee vier is en deze uitersten zouden beide verdwijnen. Dat wat minder of meer is dan het juiste antwoord heeft niets te maken met het feit in Principe en slechts door het principiële feit te richten op de situatie is enig correct antwoord mogelijk. Onze ideeën over gezondheid en ziekte zijn beide minder dan de volmaaktheid die gevestigd is in de grondvesten van het Heelal en nooit kan dat wat minder is dan volmaaktheid volmaakt gemaakt worden. je hebt te maken met iets dat geen verband houdt met elk van deze twee uitersten. 'Weest gij volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is', is de juiste norm volgens welke men te werk moet gaan.

22. De meeste mensen falen bij de zogenaamde demonstratie, omdat zij een uitspraak doen die volmaaktheid inhoudt en vervolgens onmiddellijk om beginnen te zien naar de kwestie van de tegenstellingen. Alleen 'indien uw ogen op één doel gericht zijn, zal uw lichaam vervuld worden van licht.' Lot's vrouw keerde zich om en zag tweevoudig en haar lichaam werd van steen of zout. 'Ziet nu vanaf nu en voor altijd slechts volmaaktheid', sprak Jezus. Zodra we perfectie vestigen, treedt de Christus dominant op de voorgrond. Elk van beide werkt eraan om de ander te vestigen, want het feit in de Geest is de vorm van zijn manifestatie.

23. Het effect van ware spirituele behandeling is niet afhankelijk van de mate van ontplooiing of spirituele ontwikkeling van de 'behandelde' persoon. We hoeven ons geen zorgen te maken over zijn bewustzijn, want het is gebaseerd op de tegenstellingen, anders zou hij niet ziek zijn. De spirituele werkelijkheid IS, en, zodra we ons in volmaaktheid bevinden, is ons bewustzijn eveneens volmaakt.

24. Het spreken van het Woord werkt nooit hypnotisch, want het is de essentie van de werkelijke natuur van heel de schepping. Behandeling, of het spreken van het Woord, is niet het projecteren van onze ideeën van gezondheid om ziekte ongedaan te maken. Dit laatste is hypnotisch. Het spreken van het Woord is slechts het vertellen van de Waarheid, door te verkondigen wat altijd geldig is geweest en altijd geldig zal zijn voor ieder individu, elke toestand of omstandigheid, in Principe. Hypnose is het gevolg van spreken vanuit de menselijke geest met zijn onvolmaakte denkbeelden.

25. Het is niet noodzakelijk, dat de zieke of behoeftige persoon vraagt om je hulp en evenmin dat hij zich ervan bewust is, dat je het Woord naar hem uitzendt. Als je het uitzendt op de Christusstraal, houd je hem louter zijn eigen aangeboren volmaaktheid voor. Op deze manier bevrijd je zowel jezelf als hem, want je houdt je alleen maar bezig met feiten. Je werkt niet tegen de wil van enig individu, wanneer je werkt met volmaaktheid, want de aangeboren wil van iedereen streeft naar volmaaktheid. Dit bevrijdt je wil eerder van zijn verstriktheid op het gebied van verkeerde gewoonten en denkbeelden. Er is geen sprake van zogenaamde 'invloed ' in deze manier van tegemoet treden van de situatie. Het is slechts datgene tevoorschijn roepen wat altijd bestaan heeft, totdat het de aandacht boeit van alle betrokkenen en zij enkel zien dat het zo is.

26. Het gesproken woord heeft altijd macht, indien we het zien als Geest, want dan kan het slechts Geest zijn. Wij zijn de bepalende instanties. Wij zijn zowel de macht als de uitdrukker van die macht en wij alleen bepalen wat dat woord met zich mee zal dragen. De geneeskunde heeft op precies deze zelfde basis macht. Zij vormt slechts de uitdrukking of het middel met behulp waarvan de geest van de patiënt zodanig wordt verruimd, dat hij het scheppende gezag van het Heelal in zich kan toelaten. God is in de dokter, de patiënt, of de pil. Elk individu, ongeacht zijn beroep of status, hoeft slechts de volmaaktheid te projecteren. Indien we altijd zouden werken in die volmaaktheid en manifestatie van volmaaktheid, zouden we het natuurlijk spoedig helemaal zonder de geneeskunde kunnen stellen. Ons Woord zou helen.

27. Het kan geen kwaad om een bemiddelende instantie te gebruiken bij een poging om de noden van de lijdende mensheid te verzorgen. Er zijn vele stappen en vele methoden, maar slechts één Macht. Als ons ideaal Volmaaktheid is, zullen we op een punt komen waar geen bemiddeling is. Het hulpmiddel dat een individu benut geeft alleen de vooruitgang aan die hij in zijn eigen geest gemaakt heeft wat betreft het meest geschikte en meest doelmatige middel om perfectie in zijn wezen toe te laten. De een denkt, dat zij door een pil moet komen, de ander denkt, dat zij door middel van bevestigingen zal komen, maar waar zij ook door komt, het is de Volmaaktheid van het Principe dat zich openbaart. Alleen de hoogste idealen zijn voldoende om de volledige hoeveelheid macht te bevatten die bestaat in het Goddelijke Principe, want hoe groter het vat, des te meer kan er vervoerd worden.

Wanneer het vat en de inhoud één zijn – Perfectie - dan is het op elk vlak volledig.

28. Bij het genezen op afstand, of wat metafysici noemen genezen bij afwezigheid, zijn gedachten sneller en krachtiger dan woorden. De gedachte kent geen tijd en ruimte, terwijl een woord of hoorbaar geluid op het materiële vlak thuishoort en ruimte moet overbruggen en tijd nodig heeft teneinde zijn bestemming te bereiken. Let eens op, hoe je gedachte onmiddellijk bij de zon is, bij het midden der aarde of op enige andere plaats. De gedachte reist niet, zij is er reeds. Elk feit in de Geest is al aanwezig en verder is het al zichtbaar. Dit feit zien betekent jezelf opheffen tot dit feit en het zien voor iemand anders betekent hem ertoe opheffen.

Als ik opgeheven wordt -als het waarnemingsvermogen opgeheven wordt tot het vlak van de werkelijkheid, trekt het alles naar zijn rijk toe. Dit is de ware benadering, eerder dan te trachten iets of iemand tot de volmaakte staat op te heffen. We zouden evengoed kunnen proberen om energie te winnen uit aarde door een houweel en een schop te gebruiken.

29. We kennen in India een man die door een storm loopt enkel door die storm volmaaktheid aan te bieden. Hij loopt gewoon door een storm en wordt helemaal niet nat. We hebben hem branden en stormen zien stoppen. De mens zelf is het Woord van God, als hij in dat Woord woont. 'Indien gij in mijn Woord woont en mijn Woord woont in U, dan zijt gij in mij, zoals Ik in U ben,' is de waarheid van de hele kwestie. Toen Jezus zijn Woord zond en de dochter van de centurion genas, zond hij niet iets, zoals wij het meten in de driedimensionale wereld. Jezus, of Christus, WAS het Woord zelf en helemaal niets werd gemaakt, of het werd gemaakt door hetzelfde Woord.

Het Woord dat Hij 'zond' ging dan ook niet door de ruimte want het Woord was er als de Waarheid van de centurion 's dochter; juist zoals bij Hem het gevolg was.

Hij kondigde eenvoudig een Universeel Waar spiritueel Feit aan en uiterlijke geesten werden zich bewust van dit Feit.

30. 'Onze genezing, welke we toeschrijven aan de Hemel, ligt vaak in onszelf.' Shakespeare.




VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1. Ontving de mens niet de heerschappij over alle dingen in het begin? Als dat het geval is, schuilt diezelfde macht nog in de mens en is al de schijnbare macht die wat dan ook over de mens heeft de uitwerking van macht die hijzelf daaraan heeft toegekend. Maar ook al schijnt de macht uit te stralen van het ding of van de persoon, de macht bevindt zich in werkelijkheid binnen het individu, want daar doet zich haar activiteit voor en wordt deze gevoeld. Het beheersen van de actie en reactie van zijn eigen natuur zou dan ook een van de. eerste machtsgeheimen van de mens zijn. Het altijd in volmaakte harmonie laten werken van zijn natuur met het Goddelijke Ideaal der volmaaktheid, zou betekenen, dat men alle macht in de Hemel en op aarde zou bezitten.

Paragraaf 2, 3 en 4. Het zou iedereen duidelijk moeten zijn, dat de woorden die we spreken evenmin macht voorstellen als cilinders in een automotor dat doen.

Het zijn voertuigen van energie en slechts de soort en mate van energie die zich door hen heen beweegt bepaalt de kracht. Toen Jezus sprak: 'Mijn woorden zijn Geest,' wilde hij overbrengen, dat hij zich ervan bewust was, dat de stuwkracht van God zich bewoog door wat hij zei of dacht en dat het deze drijvende energie was die de kennelijke genezing verrichtte. Het doen gelden van het feit heeft een oneindig vermogen tegenover dat wat geen feit is. Ga door op dit idee met enige illustratie op het gebied van waarheid en onwaarheid, licht en donker.

Paragraaf 5. Het belangrijkste punt in deze paragraaf is de student te laten beseffen wat voor geweldige kansen hij voorbij Iaat gaan in ijdel gepraat. Zijn woorden zouden evengoed een oneindige energie kunnen uitdrukken die hem zou bevrijden van zijn middelmatigheid, als hij maar intelligent tewerk zou gaan.

Paragraaf 6 dient zorgvuldig overwogen te worden en we dienen verschil te maken tussen de natuurlijke kracht van een aanvaard feit en het opleggen van onze wil om een toestand af te dwingen waarvan we ons voorstellen dat hij beter is dan de reeds bestaande toestand. De aanvaarding van een gegeven iets houdt nooit wat we noemen een krachtige wil in. Een geboden geschenk ontvangen is oneindig veel effectiever dan proberen iemand te dwingen je iets te geven wat hij niet al in gedachten had om te geven. Een feit aanvaarden dat universeel waar is houdt niet in, dat de individuele wil zich tot het uiterste moet laten gelden. Perfectie ontstaat niet door het projecteren van onze eigen denkbeelden, maar door het ontwaken voor de kennis dat het reeds de gevestigde orde der dingen is.

Paragraaf 7. Bevrijd de student duidelijk van de gedachte dat negatieve woorden macht hebben. Zij zijn slechts een verspilling van tijd en dragen bij tot de toestand van hypnose. Hoe hoger het ideaal, hoe meer verlicht het denkbeeld, des te machtiger wordt het.

Je lichtste woord is je meest verlichte woord.

8. Gebruik goed onderscheidingsvermogen in de keuze van woorden, zodat zij in de manifeste wereld alleen dat uitdrukken of projecteren wat overeenstemt met je hoogste idealen.

9. De heerschappij van de mens strekt zich uit over zichzelf. Zijn wezen wordt verondersteld het Koninkrijk der Hemelen te zijn. Alleen de wet die de oneindige ruimte regeert behoort zijn gedachten en gevoelens te regeren, zijn lichamelijke en manifeste omstandigheden. Zijn sfeer van heerschappij ligt binnen hemzelf, slechts dan hemels, wanneer die heerschappij uitgeoefend wordt volgens de feiten van het Principe.

Paragrafen 10 en 11 laten duidelijk de oorsprong zien van alle constructieve gedachten en woorden en dat het hele veld van denken en handelen vanuit dit soort procedure ontwikkeld zou moeten worden.

Paragraaf 12 en 13. Laten zien wat in het Woord is dat het macht geeft. Herhaling tegenover realisatie.

Paragraaf 14, 15 en 16. De functie van woorden of het Woord is niet iets tot bestaan te projecteren, maar de geest van de mens te verruimen, totdat hij dat ziet wat vanaf het begin geweest is. 'Voordat Abraham was, ben IK,' is evenzeer geldig voor elk feit in de Geest als voor Christus.

Paragrafen 17, 18 en 19 zijn een voortzetting van dezelfde waarheid... de geest te oefenen door zijn sluier van hypnose heen te zien, het gordijn in de tempel, door te zien naar de andere zijde waar alles reeds volmaakt en aanwezig is. Het is allemaal een kwestie van het oefenen van de geest om te ZIEN.

Paragrafen 20 en 21 bevatten praktisch advies, niet alleen voor de metafysicus, maar ook voor het individu dat een of andere vriend in nood wil helpen. Zoveel mentale oefening is puur hypnotisch en vervangt alleen de toestand die er reeds was door een toestand die misschien iets beter is. Waarom een menselijke toestand of voorstelling vervangen door een andere, wanneer de Volmaaktheid van God zelf er is, wachtend op erkenning?

Paragraat 22. Zich houden aan de werkelijkheid ongeacht de gevolgen, is de procedure. Het enige verlies dat we kunnen lijden is het verlies van onze begoocheling en de winst is de Waarheid zelf, dus waarom zouden we aarzelen.

Paragrafen 23, 24, 25 en 26 zijn duidelijk genoeg gedefinieerd en hoogst verlichtend voor iedereen, maar er kan over uitgeweid worden vanuit de rijkdom van de geest van de leraar.

Paragraaf 27. Het verschil tussen de overbrenger en het overgebrachte omvat het hele verschil waarmee we slagen in enig soort van genezende praktijk. 'Het is de Geest die levend maakt, en de effectiviteit van de behandeling is de hoeveelheid Geest die toegelaten wordt in de praktijk.

Paragrafen 28 en 29 ruimen het idee op dat er zoiets bestaat als behandeling van ziekte bij afwezigheid, want in de Geest bestaat geen 'afwezigheid'. De Geest is te allen tijde en op alle plaatsen tegelijk aanwezig en heeft slechts erkenning nodig.




HOOFDSTUK VI

BEWUSTZIJN


1. Bewustzijn is de menselijke toestand van 'gewaarzijn'. Het is de capaciteit van de geest om te weten en het weten van de geest bepaalt zijn mogelijkheden op alle gebieden. De mens kan dat wat waar is gewaarzijn of hij kan in zijn geest een gevoel van gewaarzijn ontwikkelen dat de schijn heeft van de werkelijkheid, maar dat volkomen onecht is. De waarheid of onwaarheid van zijn toestand is dan ook afhankelijk van zijn staat van gewaarzijn of bewustzijn.

2. Bewustzijn moet datgene zijn wat de hoogste eigenschappen voorstelt. We brengen ons bewustzijn tot Gods-bewustzijn waarin we alles met inbegrip van onszelf in zijn hoogste toestand 'gewaarzijn'. Dat is de staat waarin we door alle toestanden en alle omstandigheden heen kijken. Zoals de Meesters zeggen, de sluier wordt dan volledig verwijderd -de sluier die tot dusver scheen te bestaan tussen het sterfelijke of fysische en de Geest. Hier is geen begrensdheid. De sterfelijke en fysische opvattingen worden volkomen opgegeven voor de ware Spirituele.

3. Dit spirituele bewustzijn sluit zintuiglijke activiteit niet uit. Werkelijke zintuiglijke activitéit maakt altijd deel uit van het hoogste bewustzijn. Zintuiglijke activiteit in haar rechtmatige functie is ware spirituele activiteit. De zogenaamde zintuigen werken slechts op beperkte wijze, wanneer zij niet onder de juiste bepalende invloed staan. Wanneer geactiveerd door de Spirituele feiten, functioneren de zintuigen naar behoren en worden dan, naar men zegt, geopend.

4. De vraag wordt vaak gesteld in welke bewustzijnstoestand het individu is, wanneer hij in trance is. Trance vormt slechts een gedeeltelijke uitdrukking van zintuiglijke activiteit. We kunnen ons bewustzijn evengoed altijd tot de ware activiteit of voltooiing brengen en wanneer deze gedeeltelijke uitdrukking een wordt met ware activiteit, zijn we nooit in trance en bevinden we ons nooit in enige destructieve hypnotische toestand.

5. Ditzelfde feit is van toepassing op wat we gewoonlijk classificeren als onderverdelingen van het bewustzijn. Men zou niet moeten pogen bewustzijn te classificeren, want het kan niet onderverdeeld worden. Het is EEN bewustzijn en in die toestand kunnen we niet denken in termen van verdelingen of scheidingen. De onderverdelingen zijn illusies, evenals de illusionaire trance. Zij zijn zo subtiel dat zij erg bedrieglijk kunnen zijn voor iemand die geen hoger onderscheidingsvermogen gebruikt. Het is zoveel gemakkelijker om het allemaal als een te zien. De onderverdelingen vonden hun oorsprong bij de mens. De mens zag de onderverdelingen als eigenschappen, terwijl ze dat in werkelijkheid helemaal niet zijn.

6. De meeste leraren denken mogelijk aan duidelijkheid bij het overbrengen van de boodschap, maar het is beter wanneer zij er altijd Eén ding van maken. Eenvoud geeft uiteindelijk altijd de grootste duidelijkheid. Het probleem bij onderverdelingen is, dat zij bijna altijd beschouwd worden als eigenschappen. Het is beter om onze blik op Eén gericht te houden. We komen in negatieve toestanden terecht door de onderverdelingen te gebruiken. Zij zijn bijna altijd symbolisch en de meeste van onze symbolen geven de onderverdelingen van het bewustzijn weer.

Dat is nog een reden waarom symbolen niet langer voldoen. Het is tegenwoordig bekend, dat we het symbolisme achter de rug hebben. Zoals de Meesters zeggen, we bevinden ons in het zuivere daglicht van het bewustzijn. Het wordt veel eenvoudiger omdat bewustzijn, het volledige Licht, als ons doel te hebben zonder wat voor onderverdelingen dan ook.

7. Neem nu de kwestie van het eten, verteren, opnemen en van het weer opbouwen van het lichaam door de omzetting van voedsel in energie, spieren, botten, bloed, tanden, haar, enz. Stel je voor, dat je een theorie zou uitwerken, dat elk van deze een afzonderlijke functie is die individueel behandeld moet worden en dat je bij elke maaltijd zou moeten bepalen welk deel van je voedsel nu precies behandeld zou moeten worden door elk van deze afzonderlijke functies en wanneer precies elk ervan aan de beurt zou zijn om te functioneren. Hoe zou je aan verwarring kunnen ontkomen? In feite erken je het als een proces met vele aspecten en elk van deze aspecten is een zelfstandig proces binnen een enkel systeem. In een normale fysische toestand is er niet één aspect van het hele systeem dat onafhankelijk functioneert, maar is ieder van de verscheidene aspecten alleen maar een uitwerking van het ene systeem.

8. Het lichaam is slechts een symbool van de ziel of van de man die in het lichaam leeft. Dat wil zeggen, het lichaam is een symbool van de werkingen van het bewustzijn. Om dat wat het bewustzijn binnenkomt te beschermen en te bepalen, hetgeen gebeurt door middel van de controle van de aandacht, functioneert het hele systeem van bewustzijn zelfstandig als een enkel systeem. Er is niet zoiets als het bewuste, onderbewuste, bovenbewuste, maar slechts één stralend levend bewustzijn van de werkelijkheid. Dit is de toestand van volledige vrijheid van symbolen en dus van hypnose.

9. Sommige mensen raken zo geïnteresseerd in het psychische zintuig, dat een compleet aardeleven eraan overgegeven wordt in een dergelijke mate dat het ware bewustzijn zich niet kan openbaren. De beste oplossing is gewoon los te laten en een te worden met het Geheel. Dit is de conclusie die Paulus trok, toen hij zei: 'Beschouw uzelf als dood voor de zonde, maar levend voor God.' Het verschil is gelegen in helder weten en beïnvloed weten. Helder zicht is wat helderziendheid bedoelt uit te drukken, maar de algemeen aanvaarde betekenis van helderziendheid is gedeeltelijk of beneveld zien -slechts ten dele zien.

10. Er kunnen bepaalde relatieve verschijnselen zijn die ontstaan door helderziendheid en helderhorendheid, terwijl deze beoefend worden, of door enige van de vijf verdelingen van het bewustzijn, maar zij kunnen nooit het Geheel zijn of tot het Geheel leiden. Zie je, ze kunnen onecht worden en bij een manifestatie van deze omstandigheden kunnen we een volkomen onjuist begrip krijgen, waarnaar ik gewoonlijk verwijs als een negatief begrip. Wanneer we ons in eenheid met het Geheel opstellen, kunnen we noch negatief noch onwaar zijn. Het moet een duidelijk kennen van de Waarheid zelf zijn. We kunnen die toestand van Weten of dat Ene Bewustzijn niet bereiken door mediumschap of enige andere vorm van hypnose. Alle zijn duidelijk nadelig voor geestelijke ontplooiing.

11. In dat hoge gewaarworden worden alle zintuigen Een. Zij worden alle Een in perfecte coördinatie. Onze zintuigen coördineren zich op absolute wijze en elk deel en elke cel van ons lichaam is gecoördineerd en trilt in vereniging. Een groot probleem met deze andere toestanden is, dat het waarschijnlijk is, dat we een deel van het lichaam op het verkeerde gebied laten vibreren en vervolgens de nieuwe cellen zich niet goed hechten aan het orgaan waartoe zij behoren. Iedere cel die gevormd wordt vertegenwoordigt het orgaan waaraan zij zich vast zal hechten. Als één cel uit het trillingsveld raakt waartoe zij behoort, kan zij zich vasthechten aan het verkeerde orgaan en dan heb je een disharmonische toestand.

12. Deze disharmonie wordt vaak uitermate verhevigd door de verscheidene occulte methoden van concentratie op de fysieke centra of organen. Deze praktijk brengt slechts nog duidelijker een hypnotische toestand tot manifeste vorm en nog meer verwarring resulteert. Op de eerste plaats is hypnose slechts een functie van een gedeeltelijk bewustzijn of een bewustzijn dat gerealiseerd is in de een of andere bepaalde vorm of richting. Hoe meer variërend het gebied is en in hoe meer afdelingen verdeeld het bewustzijn is, des te hypnotischer wordt het dan ook. En opzettelijk werken met onderverdelingen en aspecten van bewustzijn zou zonder meer een hypnotische invloed hebben. De aandacht dient altijd gericht te worden op het geheel, op volledige eenheid, en dan wordt de distributie van trillingsenergie door het mechanisme van het bewustzijn voortgezet, precies zoals dat gebeurt in het lichaam. Dan is er perfecte synchronisatie of harmonie overal in het hele organisme.

13. De gedachte van een innerlijk en een uiterlijk bewustzijn is ook een aspect van hypnose, want de theorie brengt een gevoel van scheiding of verdeling teweeg. Er is in werkelijkheid geen innerlijk en uiterlijk bewustzijn, noch een persoonlijk bewustzijn en een universeel. Wanneer het Zelf zich bewust wordt in het uiterlijke, is dat slechts één houding van het bewustzijn en deze is volledig op elke manier en EEN in en met het universele bewustzijn. Ik en mijn Vader zijn EEN.

14. We zijn ons dan niet bewust van iets innerlijks, want het innerlijke en het uiterlijke zijn een. Het geheel is altijd duidelijk. Als we onze visie of ons Ideaal zien en projecteren, gaat het om die volledige heelheid. De Meesters noemen dat 'gezond van geest' zijn of volkomen gezond in bewustzijn. Het is volkomen gezond en heel. Het lichaam is eveneens volmaakt gezond en volmaakt heel. De Kenner en het gekende worden Een. Paulus nam dat op in zijn geschriften, maar het werd nooit opgenomen in de vertalingen. We kunnen zowel het gekende als de Kenner worden, als we de twee compleet willen maken en hen bij elkaar willen brengen. De moeilijkheid is, dat we een scheiding aanbrengen, terwijl er in werkelijkheid helemaal geen bestaat.

15. De beoefening van de ontkenning als effectief middel tot bevrijding in deze volmaakte toestand dient ook op intelligente wijze in dit licht beschouwd te worden. Ontkenning wordt verondersteld uit de geest of het bewustzijn, vandaar uit het wezen van de mens, een ervaring of proces te wissen dat niet waar is of dat schijnbaar in strijd is met zijn volmaakte toestand van compleetheid of eenheid; maar is het gewone gebruik van ontkenning, zoals beoefend in onze metafysica, een doelmatig middel om deze bevrijding teweeg te brengen? Als de ontkenning, zoals zij gewoonlijk gebruikt wordt, het gewenste resultaat oplevert, is het goed en wel, maar zo niet, laten we er dan achter zien te komen wat eraan ten grondslag ligt en wat de juiste toepassing is waar het om gaat.

16. Laten we een specifiek geval van ontkenning nemen in haar relatie tot wat gewoonlijk beschouwd wordt als de wet van de erfelijkheid. Ontkenning is nooit noodzakelijk. Zij heeft een neiging om iemand steeds meer in verwarring te brengen, omdat de ontkenning de geest gefixeerd houdt op de toestand en het daardoor meer waarschijnlijk is, dat zij die toestand verhevigt. De geest weidt van nature uit over die toestand waarop hij gericht wordt. Het doel is, dat de toestand geheel uit de weg geruimd wordt en, opdat dit gebeurt, moet hij helemaal buiten beschouwing gelaten worden. Hij moet niet aangemoedigd worden.

17. In werkelijkheid bestaat er geen wet van de erfelijkheid. Het is slechts een manifestatie. Het is niet noodzakelijk om iets te ontkennen wat niet bestaat. Je zult merken, dat het veel beter is om ontkenning te vervangen door perfectie. je zult sneller resultaten krijgen. Wanneer men Perfectie in de plaats van de ontkenning stelt, wordt die toestand veel sneller verwezenlijkt. En het doet er niet toe om wat voor toestand het gaat. Herhaalde experimenten hebben aangetoond, dat het veel beter is om de toestand eenvoudig los te laten. Bevrijd hem totaal door niet-aandacht. Zet hem van je af. Dat was duidelijk Jezus' bedoeling, toen Hij zei: 'Maak hem los en laat hem gaan.'

18. Er is noch erfelijkheid met betrekking tot ras, noch met betrekking tot familie, want de ene vooronderstelt de andere. Mensen lijken misschien op elkaar; maar dit komt altijd door een of andere vroegere nauwe relatie of door gelijkheid van vroegere ervaring en omgeving. Er is een kennelijke chromosomatische toestand die parallel lopende evolutieprocessen laat zien, maar deze processen vormen in werkelijkheid geen parallelle processen of parallelle evolutionaire omstandigheden. Zij lopen natuurlijk bij het menselijk ras zowel als bij het dierenrijk parallel, maar geenszins op dezelfde frequentie. Het is tegenwoordig een bekend feit dat elke frequentie van het menselijk lichaam hoger ligt dan de dierlijke frequentie. De overdracht van de verworven kenmerken kan door de gedachte beïnvloed worden, maar kan ook terzijde gesteld worden door de omkering van de gedachte.

19. Het is een geestestoestand die de vormkenmerken veroorzaakt en overeenkomst in vorm is het gevolg van de overeenkomst van mentale en emotionele ervaringen van individuen in een groep. Twee mensen die aanvankelijk niet veel op elkaar lijken ontwikkelen door een lange verbondenheid met elkaar en door het ondergaan van dezelfde algemene mentale en emotionele reacties uiteindelijk gelijksoortige kenmerken. Een man en een vrouw die jarenlang samenleven beginnen te lijken, indien zij met elkaar harmoniëren in belangstellingen en wederzijdse emotionele reacties. Dit is een weergave van overeenkomstige mentale toestanden.

20. De medische wetenschap is tegenwoordig haar vroegere opvattingen betreffende erfelijke ziekte helemaal aan het omkeren. Toen Jezus de epilepticus genas, wilden de leerlingen weten, of nu de man of zijn ouders gezondigd hadden. Dit was zijn rechtstreekse antwoord: 'Noch deze man, noch zijn ouders hebben gezondigd, tenzij ge de zonde ziet.' Het was alleen zonde vanwege de gedachten van de ouders of van de omstanders. In werkelijkheid was de enige zonde die verband hield met de toestand de zonde van het foutieve denken.

21. De zogenaamde wet van Karma valt onder dezelfde categorie. Het kan nu bewezen worden, dat er geen karmische schuld is, dat de ziel niets hiervan met zich meedraagt. Spiritueel begrip houdt geen rekening met karmische omstandigheden of met enige onvolmaakte toestand. Het is even dwaas als te zeggen, dat men zijn fouten in de wiskunde moet corrigeren, alvorens men de regel kan bestuderen. In werkelijkheid wordt de fout vanzelf uitgewist, wanneer men zich toelegt op de regel. Men heeft altijd rechtstreeks toegang tot de regel, onverschillig welke fouten men begaan heeft en, wanneer men de regel eenmaal kent en volgt, zijn er geen valse resultaten.

22. De leidende en beste universiteiten in India en in het bijzonder dr. Bose van de Universiteit van Calcutta verklaren tegenwoordig, dat wat wij erfelijkheid noemen in het geheel niet voor zou komen, indien mensen deze volkomen uit hun gedachten zouden bannen. Zelfs bij de plant kan erfelijkheid aangetoond worden, maar kan gecorrigeerd worden door het denken van de mensen rondom die plant.

23. Dat wat algemeen geaccepteerd wordt als overgeërfde krankzinnigheid is enkel een toestand die door andere mensen aan de slachtoffers wordt toegeschreven.

Zij vormen parallelle groepen. Het is een aantrekking en geen erfenis. In plaats van deze theorie van de erfelijkheid te aanvaarden dienen we haar te vervangen door het denkbeeld van Paulus dat we een erfenis van God hebben die onveranderlijk is. Dit is de effectieve ontkenning van erfelijkheid m.b.t. ras - de vervanging van het valse door het echte, terwijl men het valse geheel buiten het bereik van onze beschouwing Iaat. God heeft niets te maken met dingen die de menselijke geest obsederen, en dat geldt ook voor ons als zonen van God.

24. Jezus zei, dat je geen mens op aarde je vader moet noemen, want één is je Vader, die in de Hemel is. Dit is dan de werkelijke lijn van erfelijkheid van de mens en om deze interveniërende mentale processen uit zijn geest te verwijderen, hoeft hij slechts terug te keren tot het grondfeit van zijn wezen. In het begin schiep God - dat wil zeggen, het begin van alle schepping is in God. Dat heeft geen betrekking op tijd, maar op feitelijkheid. Met niets in zijn gedachten tussen zichzelf en zijn begin zou er geen enkele andere erfelijkheidslijn kunnen zijn, want niets zou toegang tot zijn wezen kunnen krijgen vanuit enige andere bron. Het denken is altijd de bepalende factoren door steeds terug te keren naar zijn begin, God, erft de mens altijd door middel van zijn eigen geest dat wat VANUIT zijn begin IS.

25. In het tweede hoofdstuk van Genesis vinden we een onjuiste vertaling die veel bijgedragen heeft tot ons foutieve idee van zonde en de kwestie van erfelijkheid.

Er wordt niet bedoeld, dat de mens zondigde en daardoor sterfelijk werd en dat deze sterfelijkheid aan de rest van ons werd doorgegeven. Het had niet de bedoeling uit te drukken, dat de zonde de menselijke natuur omkeerde, maar dat men de zonde zelf had kunnen omkeren, dat men deze had kunnen corrigeren. Op dat moment betekende het louter, dat een fout gecorrigeerd kon worden. Jezus onderwees de vergeving der zonde, eerder dan de bestendiging ervan met daaruit voortvloeiende gevolgen. Fouten kunnen OMGEKEERD worden, zegt de lering.

26. AI de zogenaamde menselijke wetten, of mentale wetten, behoren tot deze categorie. Het zijn allemaal fouten in de zin dat zij de ware heersende wet van het Universum en alle dingen daarin niet definiëren. Maar zij kunnen te allen tijde terzijde gesteld worden. Zij worden geloochend door hen enkel maar te verwerpen ten gunste van de echte wet. Bose heeft dat afdoende bewezen. Hij verklaart, dat alle zogenaamde erfelijkheidswetten slechts manifestaties zijn, bewerkstelligd door de gedachten der mensen, en dat zij op elk moment volledig terzijde gesteld kunnen worden.

27. Eerst moeten we echter een worden met het Christus Zelf. Er is een Christusbewustzijn voor nodig om deze wetten buiten werking te stellen, juist zoals er ware kennis voor nodig is om valse overtuigingen terzijde te stellen. Deze Christustoestand moet eerst bereikt worden, of ontplooid worden, en, wanneer men eenmaal in deze toestand is, is er natuurlijk niets anders.

28. Hypnose kan ontstaan uit twee toestanden, een gedeeltelijke bewustzijnstoestand of een valse bewustzijnstoestand. Een gedeeltelijke bewustzijnstoestand laat zekere bekwaamheden toe en men voelt zich beperkt of niet in staat om dat wat zijn bewustzijn aangeeft te overschrijden. Alle beperking, of het gevoel van onvermogen om iets tot stand te brengen, is slechts een toestand van gedeeltelijke hypnose. De valse bewustzijnstoestand is het denkbeeld dat bepaalde dingen waar zijn, welke helemaal niet waar zijn. Dit is een toestand van complete onwetendheid m.b.t. de werkelijkheid. Het is een mentale toestand, opgebouwd uit indrukken die geheel onjuist zijn, bewustzijnstoestanden die gevormd zijn m.b.t. iets - indien het zo gesteld kan worden - dat helemaal niet bestaat, of aan de andere kant uit een verzameling indrukken die geheel onjuist zijn m.b.t. een ding dat op zich volkomen waar is.

29. Dit zou geïllustreerd kunnen worden met het denkbeeld dat de mensheid er vroeger op na hield, dat de aarde plat is. Het hypnotische resultaat was, dat mensen binnen beperkte gebieden bleven, omdat zij bang waren verder te gaan dan deze begrensde gebieden teneinde niet van de rand van de aarde af te vallen. Nu we weten, dat de aarde rond is, lijkt dit volkomen dwaas. Zij was altijd al rond, maar de mensen beperkten hun activiteit binnen deze gebieden alsof de aarde werkelijk plat geweest was met een grote afgrond die zich voorbij deze randen uitstrekte. Avonturiers die een andere opvatting hadden over de aarde durfden zich buiten de grenzen te wagen waarbinnen anderen leefden en zij voeren zonder enig probleem voorzover het hen betrof uit, over de afgrond heen. Voor hen bestond de afgrond niet, noch bestond hij in werkelijkheid. De anderen meenden echter, dat zij erin zouden vallen. De manier waarop de toestand tegemoet werd getreden was niet gelegen in het overwinnen van de afgrond, want iets dergelijks was er niet. Het was gewoon een kwestie van uitvaren voorbij de begrenzingen van meningen en het bleek, dat er helemaal geen werkelijke beperking bestond. Dit is precies de manier waarop de Meesters elke situatie tegemoet treden. 'Wat schijnt bestaat helemaal niet,' zeggen zij. Zij worden niet gehypnotiseerd door de opvattingen die het ras erop na houdt, noch door omstandigheden, zoals zij het ras toeschijnen, want zij kennen de Werkelijkheid. Hun vastberadenheid is gelegen in het rijk der feiten en zij doorkruisen tijd en ruimte, precies zoals Columbus over de randen van de aarde heen zeilde. De aarde had geen randen en er bestaat geen tijd of ruimte voor de Meester. Het zijn allemaal begoochelingen, evenals de platte aarde met haar randen een begoocheling was.

30. Dit is wat Jezus bedoelde, toen Hij zei: 'Ga achter me, Satan,' zoals het vertaald wordt. In werkelijkheid sprak Hij: 'Ga achter me, beperking', want zoiets bestaat niet. Hij plaatste het buiten het bereik van Zijn overweging en gedrag, want in zijn verlichte staat bestonden zulke dingen niet. Hij zag door de hypnotische betovering heen, door het gordijn in de tempel, en leefde totaal in de werkelijkheid.

31. In de slaap wordt het bewustzijn volkomen universeel. Het wordt Weten, met alle eigenschappen waakzaam. Daarom kunnen we in onze slaap vaak doen wat we niet kunnen, wanneer we wakker zijn. We dompelen het onder vanwege onze uiterlijke activiteiten gedurende de dag. We gaan overdag in grote haast tewerk, zodat we volledig uitgeput raken, wanneer het avond wordt, en ons bewustzijn stroomt onmiddellijk terug naar de Alwetende toestand, hoewel we het niet weten.

We zijn ons er niet van bewust wat er plaatsvindt. We zouden even bewust moeten zijn als in onze zogenaamde waaktoestand. Slaap maakt mogelijk, dat dit volledige bewustzijn begint te functioneren.

32. Dat is de reden waarom de psycho-analyse de droomtoestand zo benadrukt als zijnde superieur aan de waaktoestand, mits rationeel en in zijn juiste hoedanigheid gebruikt. Maar de twee - de slapende en de wakende toestand - moeten precies hetzelfde zijn. Indien we onze gedachten zouden richten op dit hogere bewustzijn, zouden we ons altijd in dat rijk bevinden. We zouden WETEN. De droom lijkt meer op een helderziende toestand van een zeer lage orde, tenzij we inderdaad onze geest richten op een hogere of wetende toestand. Als we dit doen, zijn onze dromen altijd waar en zijn zij niet iets wat ons eigenlijk helemaal niet overkomen is. Dromen zijn gewoonlijk een mengeling van de aardse en de hogere ervaringen. Als onze gedachten altijd van die hogere toestand kwamen, zouden onze dromen ermee overeenstemmen. Onze dagen zouden dan eindigen, zodra we zouden gaan slapen.

33. Soms wanneer een mens, zo te zeggen, voor een stenen muur staat tengevolge van ernstige problemen die hij niet schijnt te kunnen oplossen, blijkt zijn uitputtingstoestand het uiterlijke tot bedaren te brengen en breekt heel dikwijls de oplossing door. Hij heeft enkel de verkeerde levensgewoonten voortgezet, totdat hij zijn wezen zover hij maar kon samengetrokken heeft. Het is precies hetzelfde als wanneer hij zou zijn gaan slapen. Het ophouden van de activiteit door uitputting maakte, dat zijn geest de toestand losliet, en vervolgens kwam de oplossing naar voren.

34. De ontspanningsmethode die de Meesters gebruiken is alle uiterlijke omstandigheden volledig los te laten en hun gedachten steeds te projecteren op een volmaakte activiteit. Het fysieke, emotionele en mentale moeten tot rust gebracht worden door de aandacht hoger te richten.

35. Het verschil tussen een gewone droom en een nachtmerrie is, dat je in de nachtmerrie de aanwezige psychische verschijnselen hebt die verbonden raken met een uiterlijke activiteit en zo altijd alles toestaan om binnen te komen, hetzelfde als bij psychisme of hypnotische invloed. Ik heb mensen gehypnotiseerd gezien en zij waren helemaal zichzelf niet. Ze gedroegen zich als apen of liepen in het rond als blaffende honden. Dit lijkt heel sterk op de nachtmerrie.

35. Wanneer je een nachtmerrie hebt, is het mogelijk om eruit te komen, als je je voorstelt wat je zou denken, als je in de waakfase zou zijn. Van een patiënt weet men, dat hij zichzelf helemaal genezen heeft van extreme gevallen van nachtmerries door te denken tijdens het ervaren van de nachtmerrie: 'Wat zou ik nu precies doen, als ik wakker zou zijn?' Hij zou hetzelfde resultaat sneller bereikt hebben, als hij gedacht zou hebben wat hij zou doen, ware hij in een volmaakte staat van spiritueel bewustzijn, en als hij zichzelf tot dichterbij die toestand opgeheven zou hebben. Als hij zichzelf af zou vragen, wat hij zou bereiken, indien hij rechtstreeks door alles heen zou kunnen zien naar het Spirituele, zou het veel eenvoudiger en veel weldadiger worden, omdat het van blijvende aard zou zijn. Het doorbreken van een nachtmerrie wordt automatisch, indien je, juist voordat je gaat slapen, verklaart, dat je één bent met perfectie. Hij heeft geen kans om binnen te komen, wanneer je in deze toestand bent.

37. Deze zelfde praktijk kan evenzeer toegepast worden op de zogenaamde waaktoestand. Alle negatieve omstandigheden en moeilijke problemen kunnen steeds door deze methode opgelost en gecorrigeerd worden. Je zult merken, dat het heel praktisch is jezelf af te vragen, wanneer je geconfronteerd wordt met problemen of schijnbaar negatieve omstandigheden, wat je zou doen, als je in Spiritueel Bewustzijn zou zijn. Bevrijd jezelf van de ingewikkeldheden van het aardse leven op deze manier. Het is in werkelijkheid heel eenvoudig.

38. 'Wees stil en weet, dat ik God ben', voorziet perfect in het geval, want dat is de voltooiing van alles. En die andere zinsnede: 'God is in Zijn Heilige Tempel, laat heel de aarde stilzwijgen voor God en zich verheugen,' is evenzeer van toepassing. En nog eens: 'In eeuwigdurende Vreugde vinden alle dingen hun geboorte.

39. Vreugde is de allerhoogste staat. Het is de verrukking van de ziel, zoals lichamelijk genot verrukking is voor het lichaam. Maar het is de ware emotionele toestand van de mens, geboren uit zijn innerlijke bevrijding tot de waarheid van zijn wezen. Pas wanneer we uit die toestand van Vreugde en Harmonie raken, beginnen we gescheiden te raken van de Hoogste. Je zult zeer veel van die gesprekken horen in de komende jaren op alle theologische scholen. Het is heel opmerkelijk, hoe dat nu veroorzaakt wordt en hoe deze verandering zich zelfs manifesteert in het onderwijzen van kinderen om harmonisch te worden en de verwarring om zich heen naar believen haar gang te laten gaan zonder er een deel van te worden.

40. Vanaf het moment dat je kinderen oefent om te reageren op constructieve idealen en zich te verenigen om harmonie te bevorderen, vernietig je, door op deze manier het massa-instinct te ontwikkelen, de wortel zelf van alle ongeluk, ellende, gebrek en oorlog in de wereld. Vroeger is het onze methode geweest om de zin voor strijd te ontwikkelen. Zodra iemand handelde op een manier die enige wrok of weerstand opriep, begonnen alle anderen dezelfde houding aan te nemen en op deze manier zijn we erin getraind om de zin voor strijd te ontwikkelen. Alleen door het proces om te keren en terug te keren naar de juiste staat, zullen we zien, hoe onze perfecte sociale structuur in de wereld komt.



VOOR DE LERAAR



Paragraaf 1 en 2. Te groeien vanuit de huidige toestand van bewustzijn van zichzelf als materieel wezen en naar het bewustzijn, dat hij een spiritueel wezen is, bevat het volledige geheim van het slagen van de mens. Het is een structurele bewustzijnsverandering die overwogen moet worden, want al de andere veranderingen naar het bewerkstelligen waarvan hij gestreefd heeft zijn ervan afhankelijk.

Het is louter een kwestie van in staat zijn om het verschil te onderscheiden tussen waarheid en onwaarheid, tussen juiste kennis en onwetendheid. Zich bewust zijn van zichzelf als geestelijk wezen, vrucht van een oneindig spiritueel systeem en een met al de vermogens en capaciteiten binnen dat spirituele systeem, is de essentie zelf van het slagen.

Paragraaf 3. Een staat van bewustheid schakelt de gewone uiterlijke activiteiten niet uit. Zij worden versterkt en worden uitingsmogelijkheden voor zijn verlichting in plaats van toegangsplaatsen voor begrensde of valse informatie.

Paragraaf 4. Zelfbeheersing en zelfexpressie vormen de wet van het leven en niet het onderwerpen van zichzelf aan beheersing door krachten van buitenaf of zelfs maar door gedeeltelijke kennis.

Paragraaf 5, 6 en 7. Het bewustzijn wordt altijd beneveld wanneer het mechanisme van gewaarzijn slechts gedeeltelijk werkt. Wanneer men slechts gedeeltelijk bewust is van enig zogenaamd aspect van de geest, is dat geen volledig bewustzijn.

De nieuwe psychologie erkent, dat de geest een eenheid is en als eenheid functioneert - dat het één proces is en dat hij niet samengesteld is uit vele functies en processen. Bewustzijn is de functie van de spirituele mens, juist zoals eten, verteren, opnemen, functies zijn van zijn lichaam, en het lichamelijke is slechts een uiterlijk evenbeeld van het geestelijke. Daarom wordt het uiterlijke altijd het symbool genoemd.

Paragraaf 8, 9, 10. Zuiver weten en zuiver zijn vormen het resultaat van helderziendheid of heldere waarneming, waarneming die door alles heen ziet naar de spirituele werkelijkheid zoals zij bestaat in het Goddelijk Beginsel. 'En hij richtte zijn ogen ten hemel' is de praktijk die zuivere waarneming of helder zicht doet ontwaken. Wat gewoonlijk helderziendheid genoemd wordt is enkel de uitbreiding van het lichamelijke zintuig tot het zien van de beweging van menselijke ideeën in de mentale of psychische ether. Slechts de uitstraling van de Waarheid zelf is het object van heldere waarneming.

Paragraaf 11 en 12. Het lichaam een bepaald denkbeeld opleggen ter vervanging van een ander, of pogen om met de geest lichamelijke centra op te wekken, is de meest intense vorm van hypnose, want het is het moedwillig opleggen van gedachten en wordt uiterst bindend. Heb je ooit opgemerkt, hoe een levend gevoel van vreugde gelijkelijk en automatisch je hele wezen doordrong? Geen enkel deel van je wezen hoefde geprikkeld te worden tot die staat van vreugde. Stel je eens voor, hoeveel tijd je nodig zou hebben om blij te worden, als je je zou moeten beginnen te concentreren op elk deel van je lichaam om het op te wekken tot de staat van vreugde en vervolgens verder zou moeten gaan op deze manier met elk lichaamscentrum, totdat je uiteindelijk gelukkig zou worden. Mentale processen brengen geen spiritualiteit voort, noch wekken zij de lichamelijke centra op. Geestelijk ontwaken doordringt onmiddellijk het hele wezen van de mens en wanneer de IK opgeheven wordt, wordt daarmee de gehele mens opgeheven.

Paragrafen 13 en 14 kunnen behandeld worden als boven, indien gewenst met verdere uitwerking.

Paragraaf 15 en 16. Ontkenning is niet een kwestie van je rechtstreeks bezighouden met negatie, maar is de praktijk van het negeren ervan. De eerste functie van de geest is aandacht en wat de aandacht ook bezighoudt ontwikkelt zich door middel van het mentale proces. Ontkenning betekent dan ook, dat het ding buiten het bereik van het bewustzijn geplaatst wordt. 'Ga achter me, Satan' wil zeggen alle negatie buiten het gebied der overweging plaatsen. Men hoeft zich er niet eens mee in te laten, want het is alleen maar een schaduw. Licht is dat wat de schaduw verdrijft en kennis verdrijft onwetendheid.

Paragraaf 17, 18, 19, 20. Al de zogenaamde wetten van de materiële wereld zijn slechts pogingen om de regel van het behaviorisme in het materiële systeem te definiëren. Maar materie is niet gebonden aan gehoorzaamheid aan enige van zulke wetten, maar ontsnapt altijd naar het gebied buiten de zogenaamde grenzen van deze wetten en gehoorzaamt aan iets hogers. Het uiteindelijke principe dat de materie beheerst is de Geest, want heel het Universum is een geestelijk systeem. De zogenaamde erfelijkheid is geenszins het gevolg van een wet, maar het gevolg van het opleggen van valse geestestoestanden aan het levensproces. De zogenaamde erfelijkheid is geen wet, maar het gevolg van verijdeling van de wet. De wet van de Geest van het Leven is het ware heersende principe.

Paragraaf 21. Karma is eveneens het gevolg van tegenwerking van de wet van de geest van het leven. De vruchten van de wet zijn verlossing, verlichting, volmaaktheid. Slechts zolang deze wet onthouden wordt aan het individuele bewustzijn, kan er zelfs maar een schijn zijn van Karma of van de uitwerking van een bepaalde andere invloed. Het overwinnen van Karma is niet een kwestie van de resultaten van onze vroegere fouten te beheersen en te boven komen, maar het corrigeren van de fouten. Dat wordt teweeggebracht door de ware wet te begrijpen en te gehoorzamen.

Paragrafen 22, 23 en 24 stellen vast, dat de erfenis van de mens uit de Ene Bron komt en niet uit de kanalen waar hij doorheen gaat. De stroom is het vloeien van water, neerdalend uit zijn bron, en niet de oevers waartussen hij vloeit. Hij vergaart water uit zijn bron, maar enkel modder van zijn oevers.

Paragraaf 25, 26 en 27. De wet van de geest treedt niet in werking om zonde te straffen, maar om de mens te bevrijden van de effecten van zijn fouten. De verkeerde procedure moet gecorrigeerd worden, de mens wordt niet verondersteld de gevolgen van zijn fout te ondergaan. De menselijke natuur kan niet omgekeerd worden, want hij blijft altijd een spiritueel wezen. Hij kan slechts zijn opvatting van zichzelf omkeren. In plaats van dit te doen dient hij zijn onjuiste opvatting om te keren, dat hij een materieel wezen is en de waarheid behouden, dat hij een spiritueel wezen is, geschapen naar beeld en gelijkenis van God.

Paragraaf 28 en 29. Alle bewustzijn dat beperkend is, is in die mate hypnotisch.

De mens is een vrij, almachtig wezen, aan wie vanaf het begin macht en heerschappij gegeven is over alle dingen. De enige beperkende invloed is de beperking van zijn bewustzijn. Het bevrijden van het bewustzijn is het bevrijden van de mens.

Paragraaf 30 is de voortzetting van dezelfde gedachte.

Het saldo van de les is het benadrukken, dat wat belangrijk is om te leren, of men nu in slaap is of wakker, het overbruggen is van deze kloof in het bewustzijn waarin alle gevoel van menselijke beperktheid verblijft. Zolang we onszelf op enig punt toegankelijk houden voor wat dan ook minder is dan het hoogste, wordt onze aard in juist die mate begrensd. Men zou evengoed zuiver bewustzijn rechtstreeks uit de Bron kunnen ontvangen als gedeeltelijke kennis ontvangen van geringere niveaus. Waarom zouden we altijd het kleinere zoeken, wanneer het grotere gemakkelijker beschikbaar is? Waarom zouden we onszelf en onze kinderen niet oefenen in de kennis van werkelijkheden en de beperkingen en onwetendheid van de wereld laten voor wat ze zijn.




HOOFDSTUK VII

GOD


1. Mensen zijn over het algemeen geïnteresseerd in de opvatting van de Meesters over God en de plaats van God. We zullen deze opvatting in het onderhavige hoofdstuk dan ook beschouwen. Het zal echter onmogelijk zijn om hun opvatting te overwegen, zonder de mens erbij in te sluiten, want voor hen zijn God en de mens onscheidbaar.

2. De Meesters spreken zeer veel over God, maar zij benoemen Het als Een kenmerk van het Zijn - het Zijn in de zin van één attribuut, of een enkele entiteit die het gehele universele systeem, zichtbaar en onzichtbaar, omvat. De menselijke geest kreeg zijn idee van God via bijgeloof over God. De mens zag toen alleen maar het gesneden beeld. Het was dan ook noodzakelijk om hem terug te voeren naar het besef dat hij God is, daar er geen scheiding bestaat tussen het individu en het Universele; dat de mens een integraal deel is van het geheel en van nature identiek is met het geheel.

3. Zij leren, dat God altijd juist binnen in de mens is, zoals Jezus Christus leerde.
Dat is altijd de houding en de gedachtegang van de verlichten. De mens is God.
Die uitspraak, 'Ik ben God,' is een der meest duidelijke uitspraken die de mens kan doen. We hebben nooit meegemaakt, dat zij geschreven instructies gaven.
Maar zij geven wel mondelinge instructies of bespreken zaken. Zij noemen hun besprekingen geen instructies. Zij vermelden eenvoudig feiten die voor de hand liggen en zij gaan ervan uit, dat het voor de hand liggende universeel gekend behoort te worden. Zij onderwijzen dan ook niet, maar bevestigen enkel en alleen wat alle mensen instinctief weten en wat universeel waar is.

4. Als richtsnoer voor individuele vooruitgang suggereren zij het lezen van de Mahabharata, de Veda's, de Oepanisjaden en de Gita. Het lezen hiervan wordt aangeraden als voorbereiding voor iemand die het echte innerlijke werk ter hand wenst te nemen en voor concentratie. Enkele verzen tegelijk is het beste. Zij raden nooit aan om een heel boek door te lezen. Zij lezen vaak maar een zin in een hele dag. De instructies, gegeven in de Gita, zijn stappen in de richting van het verwerven van individuele waarneming van wat God eigenlijk is, en dienen om het individu tot bewustzijn te brengen van wat God betekent.

5. Geen enkel mens zal God werkelijk kennen, totdat hij zelf de realisatie van God binnen zichzelf ervaart. 'GEEN mens kent de dingen van God, behalve wanneer de geest van God die in hem is hen openbaart.' Het voorbereidende werk, voorafgaande aan de ontdekking van de innerlijke of geheime leerstelling, zoals deze soms genoemd wordt, is het gevolg van het oefenen van de geest om dat te kunnen bevatten wat in de uitspraken schuilgaat, want dat is het innerlijke werk of de innerlijke leer. Het is evenals studeren om de betekenis van een wiskundige regel te begrijpen. De gedachte is, dat men, wanneer men zichzelf erin geoefend heeft de kennis te verwerven van de innerlijke betekenis van de leringen van de Gita of de Bijbel of van enig ander Heilig boek, dan in de positie is om te beginnen met een innerlijk zoeken naar zichzelf, teneinde de innerlijke betekenis van zijn eigen wezen te ontdekken. De mens is geen fysisch organisme, maar dat innerlijke zelf dat leeft door middel van een fysisch organisme. Het innerlijke werk is het vinden van het Zelf, dat het God-Zelf is.

6. Er zijn tegenwoordig zoveel orthodoxe opvattingen die vasthouden aan de theorie dat God gemaakt is naar het beeld en de gelijkenis van de mens in plaats van dat de mens gemaakt is naar het beeld en de gelijkenis van God. Maar zij denken aan de mens als iets fysisch, eerder dan aan dat wat zich achter het fysische bevindt, het innerlijke Zelf. De mens is werkelijk het beeld en de gelijkenis van God.

7. Indien God de som is van al het zichtbare en onzichtbare, de Oneindige, omvat het beeld van God alle tijd en ruimte, want er is niets buiten God. De mens kon alleen geschapen worden in of binnen Zijn beeld, want er zou geen buiten kunnen zijn waar de mens geschapen kon worden. Hij leeft binnen het beeld van God zelf, zoals je gedachten bestaan binnen en leven als integraal deel van je geest. Niet alleen is de mens geschapen binnen dit beeld van God of bevindt hij zich binnen de alheid van God, maar hij is gemaakt van de essentie zelf van de Godnatuur, aan haar gelijk. Als de oorzaak God is, is het effect God in manifestatie. Oorzaak en gevolg moeten één zijn. Kan er gedachte zijn zonder geest en kan er geest zijn zonder gedachte?

8. De eenheid van alle omstandigheden brengt de mens geheel terug bij God. Hij hoeft niets te bereiken. Hij is God. Dat is heelheid van Principe. De stoffelijkheid van de illusie is dat wat ons allerlei moeilijkheden en strijd bezorgt. In die totale eenmaking van het Principe in de mens stijgen we geheel boven de objectivering uit, omdat we de objectivering kennen. Er bestaat een zuivere manifestatie van God, maar het is geen stoffelijke of begrensde objectivering. Het is een toestand van bewustzijnsexpressie van alles wat het Principe is. Maar er is niet de geringste mate van gescheidenheid of beperktheid. Het is als een lichtstraal temidden van ontelbare lichtstralen die samen het licht vormen dat universeel is, maar elke straal IS licht.

9. De verklaring 'Ik ben God', gepaard gaande met het besef van wat het werkelijk inhoudt, zal elke toestand onmiddellijk genezen. Als je het beseft en niets anders ziet dan die Waarheid, kan alleen die Waarheid zich openbaren. Wanneer je jezelf of iemand anders behandelt, zie je en verkondig je alleen de eeuwige Eenheid met God. Dat Licht treedt onmiddellijk aan de dag, want het is het ware licht, en dan weten we, dat eenheid binnen onszelf en binnen ieder ander bestaat.

Het is allemaal tot stand gebracht. Dat is het Christuslicht, het Christusprincipe.

10. Dit elimineert de theorie, dat het noodzakelijk is om enig specifiek werk te doen aan de klieren, aan lichaamscentra, aan het lichaam zelf, of om ziekte te behandelen, zoals men het formuleert. Het lichamelijke zal in orde komen, zodra we die fundamentele Eenheid verwezenlijken. Wanneer deze staat bereikt wordt, worden de klieren en alle lichamelijke functies gestimuleerd, totdat zij harmonisch worden. Elk atoom van het lichaam wordt gestimuleerd en opgewekt tot actie in volmaakte coördinatie met de Geest. Het is de Geest die levend maakt. Je kunt de werkingen van het lichaam niet prikkelen tot harmonie met de geest door middel van mentale processen, want de Geest is hoger dan het mentale, zoals de hemelen hoog boven de aarde zijn.

11. De tien geboden zijn in het geheel niet de geobjectiveerde wet van God. In hen trachtte Mozes een wet neer te leggen voor mentaal en moreel gedrag, maar een dergelijk gedrag bestaat niet buiten de wet van de Geest en het bewustzijn van de activiteit van de Geest moet onderscheiden worden als de enige regerende wet.

De verklaring, 'Als gij in eenheid zijt met de Wet, zult gij niet deze dingen doen', was de oorspronkelijke bedoeling, maar zij is vertaald, 'Gij behoort niet'. Als je binnen de wet van harmonie bent, zul je geen disharmonie voortbrengen, maar je enkel te onthouden van het voortbrengen van disharmonie plaatst je nog niet binnen de wet van harmonie. Je onthouden van disharmonie houdt louter in, dat je helemaal niets doet, en dit zou zeker nooit een musicus voortbrengen, noch zou het harmonie uitdrukken. Het.actief uitvoeren van de wet levert effecten op, evenredig aan de wet. Het leven is actief, dynamisch en niet statisch. Het is het DOEN VAN WAARHEID, niet enkel zich onthouden van dat wat niet waar is.

12. Als je de Wet zelf gehoorzaamt, zul je automatisch afzien van het doen van bepaalde dingen die geen deel uitmaken van het natuurlijke functioneren van de wet. Je doet deze dingen niet, als je de wet volgt, maar bij het nalaten van deze dingen beantwoord je misschien helemaal niet aan de wet, maar gehoorzaam je slechts aan je eigen denkbeelden. 'Gij behoort niet,' was de Mozaïsche wet, zoals Mozes hem uitvaardigde. Het waren de uitstromingen van de Sepiroth of de Boom des Levens. Hij versluierde dat feit en objectiveerde het voor de mensen, maar gaf de Priesters de werkelijke betekenis in de Talmud.

13. Toen God 'met krachtige stem' tot Mozes sprak, zoals overgeleverd is, was dat niet bedoeld om het feit tot uitdrukking te brengen dat Hij met veel rumoer sprak. God is een 'krachtige stem,' die licht tot uitdrukking brengt. Dat was de verklaring van Mozes. Een 'Krachtige Stem,' geen 'Harde Stem.' Er is een belangrijk verschil. Als we een 'krachtige stem' hebben, is die stem Een en zal zij licht tot stand brengen. Zij geeft ons dat vermogen. Zij kan volledig zonder gerucht zijn of zoals wij dat zouden noemen, geluidloos. En dat is waar we tegenwoordig naar toe gaan, de Geluidloosheid van geluid. Dan staat zij volkomen boven gerucht en besteed je helemaal geen aandacht aan gerucht, omdat je krachtig van stem of duidelijk van principe bent.

14. Kracht is heelheid en, toen God met krachtige stem sprak, sprak Hij in de compleetheid van Zichzelf. Het is zoals we dikwijls zeggen van een persoon: 'Hij legde zijn hele ziel in wat hij zei.' Slechts wanneer de gehele natuur wakker geschud en werkzaam is, is een stem krachtig of spreken we met kracht. We spreken niet gedeeltelijk of in enige afgescheidenheid, maar in volledige eenheid. Toen God tegen Mozes zei: 'Ik ben die Ik ben en buiten mij is er geen ander', sprak Hij met een 'krachtige stem', want Hij sloot niets uit van Zijn verkondiging, maar trad op als volledige Eenheid. Dit is bijzonder verhelderend m.b.t. het afgedankte psychologische denkbeeld, dat de geest een in secties of afdelingen verdeeld ding is dat samengesteld is uit vele functies. Dit is de hypnose van ongezondheid. Hoe meer de geest gedifferentieerd raakt, des te ongezonder wordt hij. Bestudeer eens enige van de mensen die verslaafd zijn aan dit afdelingsgewijs functioneren van de geest, terwijl ze zich nu eens hierop dan weer daarop concentreren en hun geest rond een sectie tegelijk bewegen. Zij zijn uiterst ongezond en voelen zich nooit veilig binnen zichzelf, noch is het veilig om hen te volgen, want zij voeren slechts naar verwarring. Het kan een goede manier zijn om een grote aanhang op te bouwen, want een groep mensen die mentaal ongezond zijn wordt gemakkelijk verenigd in organisaties, maar dit wordt tenslotte de grootste gevangenschap, in het bijzonder voor degene die zo de mensen bedriegt. Gezondheid is heelheid – Eenheid. 'Ik ben God' , gesproken vanuit het bewustzijn dat je een bent met het Al en dat het Al zijn centrum heeft in jou en dat je je meebeweegt met en opgenomen bent in de werkingen van het geheel, is de enige waarlijk gezonde bewering, Want zij is compleet. Geen enkele structuur is stabiel, tenzij het een eenheid wordt en geen enkel mens is stabiel, totdat hij een volledige eenheid in en met het Principe IS.

15. We kunnen in onze vooruitgang niet stilstaan bij organisaties en systemen, hetzij orthodox, hetzij metafysisch, want zij vormen secties, zij zijn sectarisch, en Ieren een doctrine die meer of minder het idee van scheidingen inhoudt. Het zijn slechts stappen in het proces van de zelfontdekking van de mens. We kunnen bij geen enkel punt stilstaan zonder orthodox te worden. Dat verhindert verdere vooruitgang, totdat we ons ervan losscheuren.

16. Op dat punt raken zoveel mensen verwikkeld in bevestigingen en ontkenningen. Natuurlijk raken veel modern denkende organisaties juist daarin verwikkeld, wanneer zij beginnen te ontkennen. Zij bevestigen voor zichzelf een toestand die niet bestaat en vervolgens, wanneer zij deze valse invloed van hun eigen mentale reactie voelen, noemen zij het kwaadaardig-dierlijk-magnetisme. Zij beginnen weer onder psychische invloeden te raken, die daar vastgehouden worden door hun herhalingen.

17. Men gaat feitelijk niet goed te werk, wanneer men ontkent. Ontkenning scheidt ons van de Geest, want we houden ermee op iets in overweging te nemen wat we aanduiden als 'niet geest'.In de Geest is er geen scheiding en dus zijn het slechts de scheidingen die de mens aanbrengt, waardoor hij betrokken raakt bij het psychische of de wereld der verschijnselen. Mozes classificeerde alles, maar dan ook alles, op het vlak der verschijnselen als een scheiding van de Geest. De orthodoxe kerken raken duidelijk in moeilijkheden, omdat zij een scheiding toestaan. Zij hebben een groot beeld in de hemelen opgebouwd, dat zij God noemen. Er is daar sprake van iets psychisch bepaalds wat zij zien, terwijl zij geloven, dat dit beeld tot hen sprak, in plaats van dat het hun eigen stem was die tot hen sprak via psychische invloeden. De stem van God spreekt in de mens, zoals Jezus leerde. Het is de innerlijke vader.

18. Christus' ontkenning van de beperking - Satan - was geen verkondiging van zijn niet-bestaan, maar een eenvoudig loslaten van het denkbeeld, dat geheel vals was. Hij hield er helemaal geen rekening mee.

19. Het is duidelijk, dat Mozes, toen hij verwees naar het scheiden van Hemel en Aarde, bedoelde, dat de aarde het uiterlijke was. In het Sanskriet bestaat een woord dat de Aarde definieert als de uiterlijke toestand. Die toestand moet overwonnen worden en die overwinning ligt alleen in het denken. Mozes wilde tot uitdrukking brengen, dat Hemel en Aarde altijd volledig en Een dienen te zijn. Hij liet de Aarde volledig los en toen trad de Ene houding van het Principe naar voren. Hij wist ten volle, dat de vorm een volledige belichaming was van de Geest als leven.

20. Dat is wat Job naar voren trachtte te brengen, toen hij sprak: 'Toch zal ik in mijn vlees God zien.' Het wordt zelfs op die manier uitgedrukt in de Oepanisjaden. Breng het Christuszelf in alles tevoorschijn en zie de werkelijkheid in plaats van een gedifferentieerd fysiek lichaam. Het lichaam is stralende en zuivere geestelijke substantie en het zal deze toestand vertonen, wanneer de gedachte aan zijn stoffelijkheid wordt teruggenomen en plaats maakt voor de waarheid, dat vlees in zijn ware staat het stralende licht van God is, waardoor en waarin God manifest is in Zijn spirituele perfectie.

21. Het vlees hoeft niet vergeestelijkt te worden; het is reeds geest in manifestatie, juist zoals water zuurstof en waterstof in manifeste vorm is. Het water is één in en met zijn bron. Het scheiden van zuurstof en waterstof van water zou het desintegreren zijn van het water zelf. 'Je lichaam is de tempel van de levende God' op precies dezelfde wijze en, wanneer het lichaam herenigd wordt met zijn bron, wordt het zuiver en volmaakt als stralend licht, het Licht dat was in het begin en waaruit alle dingen gevormd werden. Dat wat maakt, dat het lichaam iets anders schijnt, is de benevelde geestestoestand die zich tussen het vlees en zijn ware bron gedrongen heeft. Het lichaam -Tempel van de levende God - is een dievenhol geworden, dat het lichaam berooft van zijn ware ondersteunende principe.

22. In het Onze Vader had 'Onze Vader die in de Hemelen zijt' niet de bedoeling om de gedachte over te brengen, dat de hemel elders was. Jezus bedoelde wat het oorspronkelijke Sanskriet wilde uitdrukken, de alomtegenwoordige innerlijke vrede en harmonie. Dat is Hemel in zijn ware betekenis. Het Koninkrijk der Hemelen is bij u. Het Onze Vader heeft een innerlijke betekenis, die alleen persoonlijk en mondeling medegedeeld kan worden. Als de mens deze innerlijke betekenis zou begrijpen, zou hij in het Koninkrijk der Hemelen zijn. Dit houdt de totale overgave in aan wat we het zelf genoemd hebben en het aanvaarden van het Zelf dat de enige werkelijkheid is, namelijk het spirituele Zelf, want er is geen ander Zelf. Zij die verworven hebben volgen dit pad en gaan datgene binnen wat het geheel verheerlijkt tot Geest. Zo iemand kent zichzelf als God.

23. Dit is voor velen moeilijk te begrijpen, want zij denken alleen aan zichzelf in termen van hun bewuste denken. Al dergelijke gedachten moeten verworpen worden. De realisatie sluit de bewuste geest in, wanneer de Christusgeest het volledige bewustzijn van het individu is geworden, want dan wordt de bewuste geest opgenomen in volledig bewustzijn. Alle gedachten die ons bewustzijn omvat heeft, welke in strijd zijn met de Waarheid, moeten opgegeven worden. Dat bedoelde Christus, toen Hij sprak, 'Ontken Uzelf'. Geef je eigen oordeel over jezelf op en aanvaard jezelf zoals je bent in volledige verbinding met het geheel. Het betekent alle omstandigheden verzaken die uiterlijk verschijnen ten gunste van het architectonische ontwerp dat eraan ten grondslag ligt. De Christusgeest is altijd de Godgeest.

24. Wanneer enig individu ware kennis van God verwerft, zullen zijn werken onmiddellijk volbracht worden. Als hij in totale eenheid zou zijn met God, zouden deze onmiddellijk tot stand gebracht worden. Jezus sprak: 'Het is volbracht,' en vanaf dat moment ging hij meteen verder met het tot stand brengen van andere dingen. Indien wijzelf perfectie erkennen, worden we die perfectie Zelf. We hebben geen andere erkenning nodig. Het is allemaal God, als we het zo willen stellen.

25. Dat was het enige wat de mensen tweeduizend jaar geleden tegen Christus hadden. Zij hielden het voor 'blasfemie', dat Hij Zichzelf als God beschouwde, want in hun toestand van hypnose konden zij het mysterie van Zijn positie, welke de ware positie is van alle mensen, niet doorgronden. Maar dat was het enige wat zij tegen Hem hadden. Wanneer we diezelfde uitspraak doen tegenover niet verlichte mensen, zij die ondergedompeld zijn in onwetendheid betreffende de werkelijke toestand van heel de schepping, beschuldigen zij ons tegenwoordig nog van blasfemie, precies zoals zij Christus daarvan beschuldigden tweeduizend jaar geleden. Maar waarom zouden wij ons daar iets van aantrekken? Zolang we ons zorgen maken over wat de mensen denken, precies zolang kunnen we onszelf onderworpen houden aan de hypnotische betovering van de aarde. Maar iemand die ontwaakt is houdt zich nooit bezig met het doen van dergelijke uiterlijke uitspraken ten overstaan van de profane wereld. Een betekenis van ik ben God is: 'Ik zwljg'.

26. De poging om van God een drieëenheid te maken vloeide voort uit het denkbeeld van de differentiatie van de Ene. Het terugbrengen van alle elementen tot het Ene element, of de uitstromende energie, leidt tot de drie in een of in eenheid en rechtstreeks tot de ware Drieëenheid als één kenmerk van het Zijn. Dit is de Heilige Geest, de Hele Ik, de Scheppende Geest als totale actie. Zodra we ons denken richten op de Heilige Geest, richten we ons wezen op de volledige Scheppende Geest in actie. Het is de beweging van het geheel als Eenheid. Wanneer de Heilige Geest over je komt, ben je je ervan bewust, dat alle actie, binnen en buiten, enkel de complete werking is van het Principe in zijn totaliteit zonder de geringste gewaarwording van scheiding of afdwaling. Het is EEN actie.

27. Er kan geen werkelijke zonde zijn tegen de Heilige Geest. In de oorspronkelijke tekst vinden we niets over het boeten voor zonden. Alleen de mens begaat wat hij zelf noemt zonde en alleen de mens vergeeft zonde. De mensenzoon op aarde heeft de macht om zonde te vergeven. Er zou niet gezondigd kunnen worden tegen de Heilige Geest, want het is onmogelijk voor de mens om het onscheidbare te scheiden of om werkelijk de vereende actie van de Ene te scheiden. Dat schijnt alleen maar zo te zijn. Hier komt het Goddelijke Recht der Koningen vandaan. Indien de Koning in zijn Goddelijk Recht staat, kan hij geen fouten maken, en de mens als koning zou zich niet kunnen vergissen. Dit verwees niet alleen naar een zekere koning of familie die regeerde over een volk, maar ook naar de mens, regerend over zichzelf. Wanneer hij zichzelf regeert, wordt hij Koning. Elk mens is Koning, wanneer hij zichzelf kent als God en zijn Gods-Gezag uitoefent om elke fase van zichzelf volkomen te onderwerpen aan het Ene idee.

28, De interpretatie van God, sprekend tot individuen of groepen van mensen, alsof Hij alleen die bepaalde persoon of groep aanwijst, is onjuist. Wat God zegt tot de ene mens of het ene volk, zegt Hij tot alle mensen en alle volkeren, want Hij schiep uit één bloed alle volkeren der mensen en Hij is geen aannemer des persoons. Maar vanuit deze valse interpretatie heeft de mens het denkbeeld opgebouwd van een ras- of nationale God. Dit heeft geresulteerd in religieuze oorlogen en vormde afzonderlijke groepen tot naties. De orthodoxe kerken hebben volgens Dr. Lyman Abbot (Amerikaans predikant en journalist, 1835-1923) meer bijgedragen tot de achteruitgang van beschavingen dan enige andere invloed vanwege hun haat. De eerste intentie bij de voorstelling van God was, dat je onmiddellijk naar het Licht kijkt dat uitstraalt van je eigen wezen en van het wezen van elk individu als zijnde EEN en hetzelfde licht, en dat God Zich gelijkelijk openbaart aan en door alle wezens in precies dezelfde zin en zonder partijdigheid of onderscheid. Zodra je je blik op dat licht kunt projecteren, ben je ogenblikkelijk volkomen bewust, namelijk in het Goddelijke Bewustzijn, en daar kan geen scheiding zijn. Zonder gevoel van scheiding kunnen er geen scheidingen zijn in geloof of ras of natie en vandaar geen strijd of oorlog.

29. Naar aanleiding van het voorval, vermeld in De Meesters van het Verre Oosten: hun leven en leer, waar Emil de jakhalzen van elkaar scheidde die aan het vechten waren over het karkas van een dier, zei Emil: 'Het is niet het zelf wat je ziet, maar alleen het Godzelf dat het werk doet.' Hij wilde tot uitdrukking brengen, dat, wanneer je loskomt van de vrees van het dier en het Godzelf projecteert, er vrede en harmonie is. En zij kwamen bij elkaar en aten hun maal in volmaakte harmonie in plaats van te vechten.

30. Dit is de theorie achter onze ervaring met het lopen door vuur. De Meesters vertelden ons naderhand, dat we onze trilling in zodanige mate verhoogd hadden, dat er geen enkel conflict was tussen ons en het vuur. Er was volmaakte harmonie en eenheid. We zagen het vuur duidelijk overal om ons heen woeden, maar we voelden geen hitte of ongemak. Onze kleren waren niet eens geschroeid. Deze ervaring werd zeer onlangs herhaald in Londen door een jonge Hindoe Yogi onder de strengste voorwaarden voor wetenschappelijke proefnemingen. Beelden van dit voorval werden in Amerika vertoond op een van de nieuwsjournaals en Edwin C. Hill, de beroemde nieuwscommentator, schreef een uitvoerig artikel over het onderwerp. Kopieën van dit commentaar werden toegezonden aan honderd leraren die cursussen gaven over deze lessen.

31. Het leven van de Meesters is eenvoudig het Godleven. Zij stellen het altijd zo: 'Leven is Licht.' Zodra we Licht uitdrukken, stroomt leven uit. Als je het Leven leeft, dan zul je Weten en dat weten is volledig. Het is niet een leven van ascetisme of afzondering. Het is een Leven en Licht in eenheid, in heelheid.

32. Iedereen kan zijn schijnbare gevangenschap in een toestand die niet Goddelijk is verbreken door de gevangenschap gewoon volkomen los te laten. Daarin werden wij geoefend vanaf onze jongensjaren. Als er een disharmonische omstandigheid in onze omgeving kwam, lieten we deze volledig los. De Meesters blijven soms honderden dagen zonder eten. Zij zijn op geen enkele manier gebonden.

Maar wanneer zij uiterlijk niet eten, voeden zij zich met de Prana of spirituele substantie, die overal om hen heen is. Zij nemen Pranische substanties op en deze wordt verwerkt voor het directe en complete onderhoud van het lichaam. Planten voeden zich met Prana en wanneer de mens de groenten als voedsel gebruikt, neemt hij ook Prana op. Als hij wil, kan hij het zelfs nog gemakkelijker rechtstreeks opnemen dan de planten en groenten.

33. Het zou niet van wijsheid getuigen als de Westerse wereld de Bijbel zou verwerpen ten gunste van de Bhagavad Gita. Onze Bijbel is van groter belang voor de Westerse wereld, want we begrijpen de Bhagavad Gita niet. De laatste is echter het beste voor het Oosten. Het Westen zou de Bhagavad Gita profijtelijk kunnen lezen, omdat deze de noodzaak uit de weg zou ruimen om de folklore en verkeerde vertalingen van de Bijbel te doorworstelen. De Bhagavad Gita heeft dat alles eruit gehaald. De Vedanta Filosofie is in de meeste gevallen de beste uiteenzetting van de leringen van de Meesters. Vele mensen krijgen meer vereenvoudigde opvattingen en kunnen deze opvattingen opnemen, door middel van de Veda's. Dan kunnen zij vervolgens doorgaan met de Vedantische leringen.

34. De reden waarom Westerse mensen moeite hebben met het begrijpen van geestelijke dingen is, dat het Westerse bewustzijn altijd een ontwijking is geweest van het Principe, omdat zij niet wisten wat Principe betekende. Zij misleidden zelfs zichzelf, grotendeels door de aanvaarding van de leer van hun filosofen, dat Principe een onbekende grootheid is. De Meestergeest weet wat het Principe is, maar evenzeer kunnen wij het Principe aanvaarden en weten wat het is. We moeten het Doel waar we naartoe werken aanvaarden, of we werken helemaal niet.

35. Je kunt niet naar India gaan in een Geest van egoïsme, zelfzucht en plannen, en iets uit India halen, evenmin als je in deze geestestoestanden iets uit deze lessen, de Bijbel, of welke bron van Waarheid dan ook, kunt halen. In de Waarheid is niets verenigbaar met deze houdingen. Je haalt uit India wat je er maar mee naar toe neemt. Het is helemaal geen kwestie van naar India gaan. Het is een altijd aanwezige staat, als je hem kunt ontvangen.

36. Het is geen kwestie van naar India gaan, de Bijbel bestuderen, of de Bhagavad Gita. Het is het loslaten van al die verwarringen die de geest teisteren en de verwarde toestanden die daar het gevolg van zijn. Dan kan men een grote spirituele verheffing ontvangen van de Bijbel of van enige andere bron. We beginnen in te zien, dat we uit de Bijbel halen wat we erin stoppen. Juist de vastberadenheid om de werkelijke betekenis uit het boek te halen zal de geheimen ervan enigermate voor ons openleggen. Als we de Bhagavad Gita lezen of enig ander boek, moeten we dezelfde houding ertegenover aannemen. Er staat natuurlijk niets in de Bijbel wat niet geïnterpreteerd wordt in de Bhagavad Gita, de Mahabarata en de Veda's. Daaruit is alle kennis die de Bijbel bevat afkomstig.



VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1 en 2. Misschien is het het moeilijkst voor het gemiddelde individu om te beseffen, dat God het grote Universele Scheppingsplan is, en het punt dient door de leraar benadrukt te worden en door de student geoefend, totdat dit zeer fundamentele levensfeit een kwestie is geworden van individuele verwezenlijking.

De persoonlijkheid is een individuele identiteit, terwijl God de Universele identiteit is, het Universum als afzonderlijke bewuste identiteit, de som van bewustzijn, macht, liefde, leven en substantie.

Paragraaf 3. De mens kan niet ontsnappen aan de uiteindelijke Eenheid die bestaat tussen hemzelf en het Universele systeem, want hij maakt deel uit van dat systeem. Indien hij een voortbrengsel is van het Universele systeem, moet hij de potentialiteiten van het Universum bevatten en moet hij, met welke naam hij het Universum ook aanduidt, ook die naam en evenzeer de natuur ervan dragen. Een lichtstraal is even zeker licht als een dozijn ervan, een miljoen, een miljard, of alle lichtstralen.

Paragrafen 4 en 5. Het is niet wat de mens bestudeert, maar hoe hij studeert, wat het geheim is van verlichting; niet wat we weten over een ding, maar wat we ervan weten, wat het verschil maakt. Je kunt evengoed proberen om de grootte, vorm, kleur en dichtheid van zaden te classificeren en te beschrijven in een poging om de Natuur te kennen, als louter de beschrijving van God te lezen in de hoop God te kennen. De natuur kennen wil zeggen haar kennen in haar volheid, haar groei zien aan alle kanten, en in zekere mate de kracht gewaarworden die haar voortbrengt. De mens moet stil zijn en God kennen op dezelfde manier; afzien van beschrijvingen en 'naar Hem gaan rondtasten' als hij tenminste de nabijheid, de macht, de wijsheid en substantie zou willen leren kennen, die zich altijd beweegt in zijn eigen natuur. Dit is de innerlijke of geheime leer.

Paragraaf 6 en 7. Hetzelfde als paragraaf 4 en 5.

Paragraaf 8, 9 en 10. Als God ALLES is en de mens geschapen is naar zijn beeld en gelijkenis, op welke manier kan de mens dan groeien behalve door een zodanige verruiming van zijn bewustzijn, dat hij de grootheid van zijn geschapen toestand kan bevatten. Hij bereikt waarlijk niets dan alleen in de ontkenning van dat wat vrede is. Het punt is, of hij zichzelf beetje bij beetje zal ontdekken, of dat hij het uiteindelijke feit vanaf het begin zal ontdekken. De wijzen van alle tijden hebben verklaard, dat altijd het laatste de ware weg is. 'Weet gij niet, dat wij Goden zijn en Zonen van de Allerhoogste,' wil zeggen, dat de mens teruggeroepen wordt naar zijn begin, dat zijn volmaaktheid is in en met God.

Paragraaf 11 en 12. Indien de mens in een zekere staat van bewustzijn is, drukt hij automatisch niet datgene uit wat eraan tegengesteld is. Aan de andere kant brengt het elimineren van bepaalde gedragswijzen geen tegengestelde bewustzijnstoestand op. Actie en niet het ontbreken daarvan, levert resultaten op. Het kan goed zijn, in een toestand van onwetendheid ten aanzien van de Waarheid, om af te zien van verkeerde handelwijzen, maar het is niet die praktijk die tot verlichting leidt. Als je niet gelukkig bent, wordt je dat niet door enkel maar te weigeren om je ongelukkig te gedragen. Als je gelukkig bent, aan de andere kant, gedraag je je niet of zie je er niet uit als iemand die ongelukkig is. Dit kan op velerlei wijze geïllustreerd worden.

Paragraaf 13 en 14. Gezondheid is een kwestie van compleet zijn, een complete eenheid zijn. Gezondheid kent geen scheidingen. Een gezond gebouw of een gezonde brug is een structuur die bestaat uit vele eenheden, welke alle verbonden zijn met elkaar in een enkele eenheid. Je zou van een gebouw dat bestaat uit vele onderdelen, welke alle van elkaar gescheiden zijn, niet denken, dat het een gaaf gebouw is. Gezondheid en heelheid zijn synoniem. De gezonde stem in dit voorbeeld verwijst evenals de 'gezonde' geest in een vorige les naar het Verenigde bewustzijn in "actie. Geen enkel mens is gaaf, wanneer hij zichzelf beschouwt als een uit afdelingen bestaand wezen, noch is zijn geest gaaf, wanneer hij gedeeltelijk functioneert, noch spreekt hij gezond, wanneer hij slechts uitdrukking geeft aan de halve waarheid. Waarheid is dat wat waar is van God, want God is alles en God Een.

Paragraaf 15. Steeds wanneer een groep of ras of volk zich afscheidt als een uitverkoren volk, een onderscheiden volk, in de een of andere zin meer direct verbonden met of begunstigd door God, zijn zij geen gezond volk en zijn hun leerstellingen nooit gezond. God is geen aannemer des persoons en Zijn schepping is geheel openbaring en zij zijn allen onpartijdig opgenomen binnen hemzelf. Het is onmogelijk, dat sommige mensen niet de uitverkorenen van God zijn en anderen wel de uitverkorenen van God zijn. Hij schiep alle mensen en daarom zijn alle mensen de uitverkorenen van God, Alle mensen zijn God in manifestatie, juist zoals alle vormen van plantaardig leven de manifestaties zijn van de natuur. Gelijkheid is gelegen in de werkelijkheid en uiterlijke gelijkheid is afhankelijk van de mate waarin we door verwerkelijking de universele werkelijkheid belichaamd hebben.

Paragraaf 16, 17, 18 en 19. Vooruitgang wordt geboekt, niet door middel van ontkenning, maar door de praktijk van het gewoontegetrouw verenigen van alle dingen met de Bron. Verenigd met de Bron beginnen alle dingen hun gelijkheid aan de bron te manifesteren en alle schijn van het tegendeel verdwijnt als onwetendheid in de aanwezigheid van kennis of schaduwen in de aanwezigheid van licht. Je bezighouden met de werkelijkheid is het verdrijven van de fantasie. Werken met fantasie is werken met niets en niets tot stand brengen. Om iets te bereiken moet men met iets werken. Iets kan nooit uit niets gemaakt worden.

Paragraaf 20 en 21. Of je gezicht nu stralend is van vreugde of overschaduwd door verdriet, het is hetzelfde gezicht, maar het lijkt verschillend onder verschillende invloeden. Het vlees is in precies dezelfde mate manifeste spirituele substantie, of het nu ziek is of heel. Alleen de invloed erachter moet veranderd worden. Wanneer het bewustzijn verruimd wordt tot zijn ware toestand waarin het de alheid en eenheid van God kent, manifesteert het vlees deze toestand automatisch. Er is dan sprake van de terugkeer van het vlees naar zijn ware toestand als stralende substantie van het Woord van God.

Paragraaf 22 en 23. Het Koninkrijk van de werkelijkheid is overal om ons heen en de enige overgang die we moeten maken is het verwerpen van onze opvatting dat het een verre plaats is. Al wat God is is binnen, door en rondom alle mensen en de mens zelf is opgenonen in die alheid van God. Hij kan er niets aan doen behalve het aanvaarden en in het aanvaarden ervan en in het in harmonie leven ermee wordt hij zich ervan bewust.

Paragraaf 24 en 25. Oorzaak en gevolg zijn één, het kennen van de waarheid betekent onmiddellijk vrij zijn. Het kennen van God als gezondheid betekent ogenblikkelijk gezond zijn. Het kennen van God als de voorziener betekent onmiddellijk voorzien zijn, want het een vooronderstelt of omvat het ander, Er kan geen scheiding bestaan.

Paragraaf 26. We moeten tot het besef komen, dat we op de terugweg zijn naar het huis van de Vader en dat we er niet vandaan gaan. We schrijden voort naar eenheid en niet naar verscheidenheid. 'Ziet onze God is Een' is het lied van de terugkerende ziel.

Paragraaf 27. Het slot van de les zou zonder meer duidelijk dienen te zijn, maar het kan geïllustreerd worden en er kan over uitgeweid worden alnaargelang de neiging of inspiratie van de leider. Het hele punt van de gehele les is loskomen van de gevormde opvattingen van de mens die hem gebracht hebben tot een gevoel van afgescheidenheid, en hem brengen tot het bewustzijn van zijn Eenheid met het Universele geheel, zijn gelijkheid aan het geheel en zijn toegang tot alles wat er is in de Oneindige Ruimte.




HOOFDSTUK VIII
DE MENS


1. Zoals het in de voorafgaande les onmogelijk was om de natuur van God te bestuderen zonder de mens erbij te betrekken, zo zal het in deze les onmogelijk zijn om de mens te beschouwen zonder een verdere studie van God. De één vooronderstelt de ander en zij zijn onscheidbaar. Het is onmogelijk om een koning te hebben zonder koninkrijk en het is onmogelijk om een koninkrijk te hebben zonder koning. Het is ondenkbaar om je een schepper voor te stellen zonder zijn schepping en er zou zeker geen schepping kunnen zijn zonder een schepper. Zij zijn slechts de twee aspecten van een enkel ding en zonder het ene zou het andere niet kunnen bestaan. De mens is dan ook een onmisbaar deel van het Universele geheel.

2. De opvattingen over de mens van de Meesters is dat hij in zijn ware toestand altijd actief is en datgene is waardoor het Principe werkt of tot manifestatie komt. Zoals zij het dikwijls stellen: 'De mens die God projecteert; De mens die God wordt; Het Ideaal zelf van alle Volmaaktheid; God die selectief is maar volledig universeel.' Het is duidelijk, dat selectie geheel tot stand kwam door het denken van de mens. De gedachte van de Meesters is steeds, dat de mens de keuze moet maken, maar dat hij daarbij die keuze nooit buiten het Geheel of buiten het volledige Principe of de volledige Geest kan plaatsen. En dat betekent natuurlijk, dat de mens zich nooit onttrekt aan zijn ware Wezen of ware oorsprong. Elk mens is zijn eigen bepalende factor en die factor is altijd absoluut één met het Principe, nooit ervan gescheiden en nooit afhankelijk van wat dan ook behalve het Principe.

3. De mens kan als mens nooit een volledig onafhankelijk organisme zijn, want hij is onlosmakelijke verbonden met het geheel. Hoe zou hij zichzelf uit de oneindigheid kunnen verwijderen? Hij verbeeldt zich zijn geïsoleerdheid slechts en die verbeelding is de enige bron van zijn beperktheid. Het is slechts iets van de verbeelding. De mate van zijn vrije wil, of het recht om te kiezen, kan niet verder reiken dan zijn verbeelding, want hij is in feite altijd verenigd in en met zijn bron.
Hij hoeft zich slechts te bevrijden van zijn ijdele voorstellingen en het onvermijdelijke te aanvaarden en hij bevindt zich meteen op zijn rechtmatige plaats in het Universele systeem. Hij is slechts koning in de zin dat hij het voorrecht heeft om de wetten van het Koninkrijk ten uitvoer te brengen en elke koning die de wetten van zijn koninkrijk veronachtzaamt blijft niet lang koning. Het koningschap is evenzeer aan de wetten van het koninkrijk onderworpen als de onderdanen en zij zijn allen eenheden in één systeem, met de wet die hen te allen tijde opzij kan zetten. Enkel door de bindende invloeden van de wet blijft het koninkrijk een harmonische eenheid.

4. De mens is drieënig, maar die drieënigheid is nooit gescheiden; zij is altijd een. Je begrijpt al de attributen van de mens, als je de Mens begrijpt. De Grieken wisten dit en drukten het uit in hun uitspraak: 'Mens, ken uzelf.' Het is heel duidelijk, dat we onszelf nog lang niet kennen, onze belangrijkheid, onze Goddelijkheid; Goddelijk natuurlijk in de betekenis dat de Mens een deel is van het geheel en als zodanig alles weet en het Al in manifestatie IS.

5. Er kan geen driehoek bestaan zonder dat de drie lijnen die de zijden ervan vormen in eenheid met elkaar verbonden zijn. Tenzij zij verbonden zijn, zijn er slechts drie lijnen en helemaal geen drieëenheid. De Drieëenheid is afhankelijk van eenheid en hun eenheid is de drieëenheid. Het is niet de zaak van de mens om zichzelf te ontleden, totdat hij zijn drieëenheid begrijpt, wat alleen verscheidenheid zou betekenen. De mens schrijdt voort op de terugweg naar het huis van zijn Vader en zijn vooruitgang in deze richting is gelegen in het ontdekken van zichzelf als eenheid, de ongedifferentiëerde positie die hij inneemt in het Universele plan.

6. Het is altijd mogelijk voor de mens om zijn bewustzijn te verbeteren tot op het punt waarop hij Goddelijk wordt. Dat was de eerste gedachte in het Goddelijke Recht der Koningen. Het was niet aan de koning om zichzelf op te werpen als de enige Goddelijke Heerser. De hele mensheid zou moeten bestaan uit Goddelijke Heersers en de mensen zouden moeten regeren als Koningen, maar altijd met die uitdrukking van Liefde, welke Dienstbaarheid is. De mens is in Eenheid met zijn eigen Goddelijkheid en hij is dan altijd Dienstbaar. Hij verheft zich nooit boven iemand anders. Als hij een egoïst is, vernietigt hij zichzelf. Hij kan niet lang egoïst zijn. Het koningschap van de mens vloeit voort uit zijn gevoel van eenheid met het geheel en egoïsme vloeit voort uit het gevoel, dat hij een afzonderlijk ego is van en binnen zichzelf. Egoïsme is dan ook de grootste schending van de natuurwet van zijn wezen en levert de meest rampzalige gevolgen op.

7. De vertaling van de Bijbel is onjuist waar zij zegt, dat de mens geschapen werd naar het beeld van God. Het 'naar' dient weggelaten te worden, zodat er staat, 'De mens IS het beeld van God.' Het woord 'naar' komt niet voor in de oorspronkelijke tekst. En juist hier vinden we het voornaamste probleem bij de orthodoxe opvatting geïllustreerd. Zij proberen allen God te vormen naar het beeld van de mens en door er deze zienswijze op na te houden, hebben zij iets gecreëerd, dat de mens niet kan begrijpen. De mens kan zichzelf begrijpen en, als hij God beschouwt als nog een persoonlijkheid zoals hijzelf, alleen in grotere verhoudingen, kan hij nooit de ware relatie begrijpen die bestaat tussen hem en zijn bron. Maar als hij begrijpt, dat hij het geïndividualiseerde universele is of dat hij als individu is wat God universeel is, heeft hij iets wat hij kan bevatten. Als we het 'naar' weglaten, dan is de mens het beeld van God. 'Ik ben God' is de grote verklaring. Zij behoort de mens geheel toe. Het beeld of de gelijkenis betekent de exactheid in het oude Sanskriet. De naam en de aard van oorzaak en gevolg zijn altijd onderling verwisselbaar , want het ene is in wezen altijd het equivalent van het andere. De activiteit van de oorzaak is het leven en de vorm van het effect.

8. Sommige mensen stellen dan de heel natuurlijke vraag, waarom Jezus, als dit waar zou zijn, altijd zegt: 'Ik ben de zoon van God,' maar nooit: 'Ik ben God'? maar dit is slechts een van Zijn uitspraken. Hij zei: 'Ik en mijn Vader zijn een.' vervolgens lieten de vertalers, terwijl zij er niet in slaagden om de volgende zin te begrijpen: 'Gij zijt God, wanneer gij God vertoont, daarom vertoon ik u God,' deze volkomen weg. Toch zei Hij : 'Hij die mij gezien heeft, heeft de Vader -God -gezien'.

9. Men dient er ook aan te denken, dat de naam 'Ik ben God' de onnoembare naam was voor de Ouden. De theorie was, dat deze nooit hoorbaar uitgesproken zou mogen worden. Het uiten ervan vond plaats in de stilte van hun eigen ziel en de enige manier waarop er ooit uitdrukking aan gegeven mocht worden was in de natuurlijke uitstraling van gezag, volmaaktheid en macht, welke uitstraalden van deze innerlijke geheime erkenning. 'De Vader die ziet in het geheim zal u openlijk belonen' is de gedachte. Het is de Stille naam van het Stille wezen van God, het innerlijke en uiterlijke feit van de hele schepping. In een voorafgaande bespreking merkten we op, dat een andere betekenis van de uitspraak 'Ik ben God' is 'Ik ben Stil'. De 'Ik ben God' is de stille getuige binnen de natuur van de mens van een universele Werkelijkheid. Het is de verborgen naam in de naam Jezus Christus en de geheime naam van elk mens die adem heeft, en die naam is de Adem.

10. Het werd als godslasterlijk beschouwd om deze hoorbare uitspraak te doen en de mensen uit Christus' tijd legden zijn uitspraken uit als zouden zij betekenen dat de onnoembare NAAM op hemzelf van toepasswng was. Zij veroordeelden Hem door hun eigen conclusies m.b.t. Zijn uitspraken. Maar Hij was trouw aan de wet van de mystici en, hoewel vele van Zijn verklaringen het feit insloten, gaf Hij er geen uiting aan. 'Gij hebt gezegd,' 'Ik ben,' 'Hij die mij gezien heeft, heeft de Vader gezien,' sluiten allemaal ditzelfde feit in, maar, wat Hij ook in Zijn hart gezegd kan hebben, men kan Hem niet toeschrijven, dat Hij ooit naar buiten toe uitdrukking heeft gegeven aan het feit 'Ik ben God.' De theorie luidt, dat de mens zelf het woord IS en dat zijn eigen aanwezigheid in het Universum het gesproken bewijs vormt en geen verdere uiting behoeft. In het begin was het Woord - en het woord werd vlees en wanneer de mens verschijnt in de schepping IS hij dat woord dat onuitspreekbaar is in klanken of lettergrepen, want hij is het voltooide woord, zoals hij is. Indien IK iets BEN, de levende belichaming ervan, spreekt het voor zichzelf en heeft het geen verdere projectie nodig. Alles wat uitgesproken wordt vanuit dit bewustzijn is het gezag van het Universum, dat spreekt met alle macht in de hemel en op aarde.

11. Dit lag besloten in zijn verklaring: 'Voordat Abraham was, ben Ik,' want de mens, als het gevormde aspect van de universele God, was altijd en zal altijd zijn, God in aanwezigheid. Hij verwees helemaal naar de oude Sanskriet wet van Abraham; ABrahm -licht -een God. Vervolgens kwam David, de Licht-drager, en iemand die het Licht naar heel de mensheid droeg, en Maria, de Leermeesteres van het Scheppende Beginsel. Je kunt het allemaal herleiden tot het Ah Brahm, wat betekent een Christus-Kind, de Vereniging van alle krachten om het Christus-Ideaal - de mens is God -aan de wereld aan te bieden.

12. Er behoort geen onderscheid gemaakt te worden tussen de Universele Mens en de individuele mens. Een dergelijk verschil kan evenmin gemaakt worden als je een verschil kunt maken tussen de omtrek en het centrum van een sfeer. Op dat punt is het grootste deel van de moeilijkheden ontstaan. Je kunt de mens niet verdelen. De mens is Een, Een met God. 'Ik en mijn Vader zijn een,' was Jezus' ware verklaring en Hij voerde deze nog verder door, toen Hij zei: 'Wanneer gij bidt, bidt tot de Christus van God; beschouwt uzelf als de Christus.'

13. De Meesters spreken niet van God en de mens. Zij zijn altijd één in hun beschouwing. Er is geen enkele scheiding. Er is geen priester en een aparte gemeente. Het is de gemeente en de priester - alles een.

14. Huxley en Darwin en dergelijke mensen brachten veel bewijsmateriaal naar voren betreffende de sterfelijke mens en trachtten zijn menselijke of dierlijke oorsprong vast te stellen, in de hoop daardoor de scheppingstheorie omver te werpen.

De zienswijze van de Meesters is die van de Goddelijkheid van de mens; dat hij van Goddelijke oorsprong is, op geen enkele manier ooit gescheiden van zijn Goddelijkbeid. Darwin en Huxley en de anderen bouwden hun bewijsmateriaal zo op, dat er geen enkel Hoofd was, en dat is de reden voor hun mislukking. Zij faalden volledig in het doortrekken van de lijn naar het Principe. De allerlaatste verklaring van Darwin was: 'Buiten dit wat we opgebouwd hebben blijft nog steeds het Principe, dat een geheim is voor ons.' Er is geen gevolg zonder oorzaak en het is onmogelijk om het gevolg te begrijpen zonder de oorzaak in overweging te nemen.

15. Daarom zegt Emil: 'Jullie kunnen deze dingen even gemakkelijk doen als ik, , met ware kinderlijke eenvoud. Dat was de reden voor Jezus' grote prestaties, die alle egoïsme achter zich lieten. 'Deze en grotere dingen zult gij doen.'

16. De mens als afzonderlijke identiteit kan niets doen. 'Ik kan uit mijzelf niets doen,' zei Jezus. De mens, in zijn geïsoleerde zin, is als een tram met zijn contactrol los van de leiding. Hij heeft het contact verloren met alle motiverende kracht, welke de grote onderliggende oorzaak is van alle manifestatie. De activiteit, die oorzaak is, is niet alleen de motiverende kracht die tot stand brengt, maar is ook het effect zelf, en de enige manier waarop de mens kan blijven functioneren is contact houden met dat wat hem in eerste instantie projecteerde. 'Het is de Vader in mij, Hij doet de werken.' De oorzaak moet altijd de motiverende kracht zijn binnen het gevolg, want het gevolg zou zichzelf niet kunnen voortstuwen.

17. Gedurende deze reis hebben we tot op heden vele rassen gezien die sterk van elkaar verschilden in verschijning en gewoonten. De Meesters zien het allemaal in het licht van één bewustzijn. Als we hen beschouwen als uiteenlopende aspecten van bewustzijn, zijn we geneigd om voor onszelf een scheiding vast te stellen van die Ene. Het enige verschil is gelegen in het uiterlijke, want allen worden gedreven door hetzelfde innerlijke ideaal, namelijk de Christus, of de IK BEN God van iedereen. We moeten alle mensen vanuit dit punt beoordelen, als we tenminste willen ontsnappen aan de verschillen die zich aan de buitenkant voordoen. Wanneer dit innerlijke het uiterlijke wordt, dan kan er geen uiterlijk verschil zijn, vandaar geen strijd, geen hebzucht, geen oorlog. Er bestaan vele zaden en bloembollen, maar wanneer elk ervan zich vervuld heeft in de uiterlijke vorm, is het allemaal één harmonische Natuur.

18. Vanuit dit gezichtspunt beschouwen de Meesters reïncarnatie. Zij zeggen, dat deze niet noodzakelijk is. Het is slechs een menselijke hypothese. Zij zeggen, dat als er een licht geplaatst wordt in het midden van de kamer, de beste manier om dat licht te bereiken is er recht naartoe te gaan. Waarom zou je er keer op keer omheen draaien? Als je recht naar dat licht toegaat en het opneemt en het belichaamt, ben je volkomen klaar met alle reïncarnatie en karma. Het is alleen de mislukking van de mens om recht naar het centrale punt of feit van het leven te gaan, die hem vasthoudt in het 'onophoudelijk draaiende rad'. Als hij dat centrale feit, dat het licht is dat ieder mens verlicht die in de wereld komt, zal aanvaarden , zal hij gearriveerd zijn en zal al zijn steeds maar rondgaan opgehouden zijn, het zal een einde genomen hebben.

19. Al deze grote problemen die de geest van de mens treffen zijn volkomen overwonnen, wanneer hij het leven van de Meesters leeft of het leven van zijn eigen meesterschap, het ware innerlijke Zelf. De krachtige verklaring van Jezus was, dat de Waarheid je vrij maakt. De mens bevrijdt zich van het idee dat hij niet God is door te weigeren om negatieve uitspraken te aanvaarden. De uitspraak, 'Ik ben God', wanneer hij deze gewoontegetrouw hanteert als het geheime feit in zijn eigen natuur, bevrijdt hem van de negatieve verklaring dat hij God niet is. Het is altijd beter om de Waarheid uit te spreken dan de onwaarheid.

20. Zelfs je vermogen om de 'IK BEN' te analyseren is een direct spiritueel bewijs van Goddelijkheid. Als het er niet zou zijn om mee te analyseren, zou je deze niet kunnen analyseren, noch zou het bij je opkomen om zelfs maar een analyse te ondernemen. Het is enkel noodzakelijk om die Goddelijkheid te aanvaarden zonder negatieve gedachten of verklaringen met betrekking ertoe, om er Eén mee te zijn. Analyse en alle pogingen om het te beperken tot formaliteiten, weerhouden je ervan. Zelfs in de werktuigkunde produceren we iets en geven we er dan naderhand rekenschap van. Alle pogingen om het eerst te analyseren geven slechts de onmogelijkheid ervan aan. Dit geldt voor elke voorwaartse stap, zelfs in onze materiële vooruitgang. Hoeveel meer zou deze zelfde procedure niet van toepassing moeten zijn op zaken die geheel buiten ons huidige systeem van menselijke rede liggen. Het vliegtuig werd nooit als mogelijkheid aanvaard door de wereld, totdat het werkelijk vloog. Een eerste analyse zei, dat het niet zou kunnen vliegen. Nu hebben we een eindeloze hoeveelheid verklaringen m.b.t. hoe en waarom het zo is. Feiten moeten altijd op de eerste plaats komen en later kunnen zij verantwoord worden.

21. Indien men overmatig voorzichtig is en zich niet ten volle bewust van zichzelf, lijkt dit misschien, alsof je je Goddelijkheid grijpt door middel van blind geloof, maar dat is niet noodzakelijk. Maar als je haar helemaal aanvaardt op blind geloof, heb je weer een scheiding aangebracht en zou je het doel nooit bereiken.

Het is veel beter om te zeggen, 'Ik kan' en dan meteen door te gaan naar 'IK BEN'. 'Ik kan' is het potentiële feit, maar 'Ik ben' is de vervulling ervan in je bewustzijn. Jezus sprak: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven.' Je kunt nooit dat zijn wat je niet bent, noch kun je iets anders zijn dan wat je BENT. Als je alles kunt worden, zoals je het stelt, BEN je dat. Het is in werkelijkheid geen kwestie van worden, het is een kwestie van Zijn. Omdat je in wat voor toestand of omstandigheid dan ook de 'ik kan niet' houding aanvaardt, heb je een scheiding aanvaard. Jezus zei, datje geen compromis kon sluiten met de zonde, je kunt niet afwijken van het feit en dat feit tot uitdrukking brengen.

22.Toen Jezus de suggestie overwoog om de stenen in brood te veranderen, besefte Hij, dat de stenen al bestonden en manifest waren en dat Hij de stenen niet in brood hoefde te veranderen, omdat Hij Zijn hand maar uit hoefde te strekken en het brood was daar. 'Wat behoort te zijn IS,' is de lering van de Meesters. Als Hij brood nodig had, hoefde Hij Zich niet bezig te houden met de stenen. Hij wist dat, als er behoefte was aan brood, het reeds aanwezig was en dat het enige wat Hij hoefde te doen was er dank voor te zeggen.

23. Het zou onmogelijk zijn voor de mens om iets nodig te hebben, als het niet reeds bestond. Zou je lucht nodig kunnen hebben, als iets dergelijks niet bestond? De behoefte geeft het feit aan en het enige wat men hoeft te doen is het gevoel van behoefte los te laten en het reeds bestaande feit te aanvaarden dat in de behoefte besloten ligt. Dat wat behoort te zijn IS. Dit geldt voor datgene waarnaar wij verwijzen als de beperktheid van het fysieke lichaam. Deze is geheel een hypnotische vloed van de geest. Zij heeft helemaal geen basis in de feiten. De mens deed de gewaarwording van het materiële ontstaan en niet het lichaam. Het 'sterfelijk' lichaam is het hypnotische lichaam en wanneer de mens ontwaakt uit deze hypnotische toestand, zal deze hele ervaring alleen maar een nachtmerrie voor hem zijn.
Hij ontwaakt om nooit meer te dromen. Als hij de behoefte voelt aan een stralend spiritueel lichaam, vrij van beperktheid en het heerlijke Lichtlichaam tot uitdruking brengend, dat zijn eeuwige droom is, is dit de voorbode in zijn bewustzijn van zijn volledig ontwaakte toestand. De gedachte, de behoefte, de wens is het bewijs voor het feit dat zulk een toestand reeds voor hem bestaat en zijn enige prestatie is gelegen in het aanvaarden van het bestaan ervan. Deze IDEALE toestand IS de ware toestand van de mens.

24. Dit lichaam hoeft niet vergeestelijkt te worden. Het is al geestelijk, maar de valse opvattingen erover van de mens hebben zijn geest gesloten voor de schittering en onbegrensdheid ervan. Geest is altijd Geest. De mens creëert de stoffelijkheid. Er is maar een lichaam en dat lichaam is Spiritueel. Het is de Tempel van de Levende God en God bevindt zich in de Tempel; laat heel de aarde zich verheugen voor God. Als je het lichaam stoffelijk noemt, is dat het ontkennen van God en het ontwijden van de Tempel. Als je het lichaam of enige ware toestand stoffelijk noemt, ben je God aan het ontkennen. Je bent meer een stoffelijke toestand aan het vereren dan dat je God vereert. Zo raak je onder hypnose. Zodra je God ontkent, ben je onder een hypnotische invloed, en zodra je het lichaam ziet als stoffelijk, ben je onder een hypnotische invloed waarin je God ontkent.

25. Het lichaam is een instrument om God mee tot uitdrukking te brengen. Het is het prachtigste instrument dat bekend is om de Geest mee tot uiting te brengen.
Het is hier zonder meer gebracht, opdat je God elk ogenblik kunt weergeven. Niet om stoffelijkheid weer te geven, of hypnose, of psychisme; niet om verschijnselen weer te geven, maar om de Geest weer te geven. We zijn God. We kunnen geen scheiding aanbrengen en, als we alle scheiding volledig zouden weigeren, zouden we alle stoffelijke omstandigheden en alle psychische verschijnselen achter ons laten. pit is de manier waarop de mens de Ene Aanwezigheid en Ene Macht begint te kennen en begrijpen. Het is allemaal Een, Een Macht, Een Werkelijkheid. En alles werkt en functioneert onder die Ene Macht en Ene Aanwezigheid volgens zijn eigen wet. En deze wordt niet vervalst door enig ander denkbeeld, maar treedt op als Zichzelf in zijn eigen volledige gebied.

26. Je kunt geen enkele differentiatie aanbrengen tussen de individuele ziel en de Universele Ziel of de Over-Ziel. Dat wil zeggen je kunt hen niet van elkaar scheiden. Zoals Jezus zei: 'Dat is het scheiden van God's Beginsel.' Er is een generalisatie waaronder elk mens werkt, maar dat is een verzameling van Universele Eenheden. Er is een individuele identiteit, maar je bent een eenheid in een verzameling van Universele eenheden. Dat geldt voor elk mens. Allen zijn een en hetzelfde, opererend onder dezelfde harmonische omstandigheden. Altijd in harmonie. Niet differentiërend van harmonie, maar samenkomend in harmonie.

27. Een Godmens is een genie, de Christus naar voren tredend, een mens die God tot uitdrukking brengt zonder reserve of beperking. De reden waarom kinderen vaak uit blijken te drukken wat we ongewoon genie noemen is enkel dat zij nog niet gehypnotiseerd zijn door het idee der begrensdheid waarvan degenen om hen heen geheel vervuld zijn. Als zij blijven ontsnappen aan deze hypnotische betovering, blijven zij genieën, of het Goddelijke Zelf, gedurende al hun ervaringen op aarde. Zij ervaren de aarde niet, zij ervaren altijd hun universaliteit en het Christuszelf.

28. Om de Meester, het Zelf, te zijn, is altijd onze grote opdracht. De Meesters van het Oosten zeggen nooit minder dan dat Amerika honderd-dertig miljoen Meesters bevat. Dat betekent, dat iedereen een Meester is. Dat geldt natuurlijk voor de hele wereld. Voor hen is het wereldwijd zo. Elk individu IS een Meester.
Zelfs de beperktheid van de mens vormt een bewijs voor hen van zijn meesterschap, want alleen een Meester zou zichzelf dat kunnen laten schijnen wat hij niet IS.

29. De grootste presentatie van het Principe is wat de wereld gewoonlijk de verschijning noemt van een Avatar of Verlosser. De uitroep: 'Zie de koning', betekent, dat die mens dichtbij het Principe leeft, niet dat er een groot persoon aankomt, maar iemand die dichtbij het Principe leeft. Anderen begroeten hem als de Avatar of het genie. Hij is slechts een mens die naar voren treedt in het karakter dat potentieel het Koningschap van elk mens vormt. Alleen had hij de moed en de overtuiging om zichzelf te houden voor wat hij IS. 'De Koning kan geen onrecht begaan', want zodra enig onrecht optreedt, zodra een mens zichzelf aanvaardt als minder dan de Koning, minder dan zijn Goddelijkheid, is hij daardoor minder geworden dan zijn eigen Koningschap. De Koning is de Meester, het Genie, dat zichzelf uitdrukt in zijn ware natuur, en daarin schuilt zijn Koningschap. Hij regeert zichzelf, want hij is in zijn eigen Koninkrijk. 'Het Koninkrijk der hemelen is binnen u.' Dit Koningschap dat hij is, is ook zijn boodschap aan alle mensen. Niet dat hij Koning is, maar dat elk mens een Koning is binnen zijn eigen koninkrijk, een meester over zichzelf en zijn eigen omgeving, want hij leeft in de werkelijkheid; hij leeft zoals hij is en in een gebied waar de dingen zijn zoals zij werkelijk zijn. Dit is het Pad dat Hij aan anderen toont ofwel het leven dat Hij leidt wordt het levenspad voor heel de mensheid.

30. Zijn verschijning of wederverschijning op aarde is niet afhankelijk van enige toestand van geestelijke ontplooiing, want Hij is dat Ding in zijn totaliteit. Hij overschrijdt alle ontplooiing en leeft altijd een met de Geest. Het denkbeeld van de ontplooiing behoort toe aan de mens en zijn eigen theorieën. De Meester heeft enkel de toestand geaccepteerd waarin hij vanaf het begin geschapen was, het Beeld en de Gelijkenis van God, de belichaamde natuur van Oneindigheid of Goddelijkheid.

31. Deze verlichte zielen of Meesters of Avatars schreven geen boeken vanwege de uiterste eenvoud van hun leringen. Er kan niets gezegd of geschreven worden over 'IK BEN', want dit is volledig in zichzelf. Het leven dat zij leiden vormt zijn eigen openbaring, het is het onthulde levensboek, geopend als een perkamentrol, en het behoeft geen getuigenis dan alleen zichzelf. Wanneer je de top bereikt, trek je de ladder achter je mee omhoog. Er is dan ook geen leer over te leveren. Er is slechts het feit van het leven, de Waarheid van het leven, onthuld als zichzelf, zoals het altijd geweest is en altijd zal zijn. Stappen, zoals de mens zou onderwijzen en waarover hij zou schrijven, zijn slechts graden waarin hij valsheid loslaat. Hij moet deze maar liever meteen nalaten, want 'denken, dat je er bent, is er zijn,' zoals de Meesters zeggen.




VOOR DE LERAAR


Paragrafen 1 en 2 voeren ons terug naar de eeuwige Eenheid van alle dingen en de onverbrekelijke band die er bestaat tussen God en de mens. Dit punt kan niet sterk genoeg benadrukt worden, want de verlichten hebben altijd geleerd, dat er geen sprake is van God en de Mens, alleen van God. De mens vormt een eenheid in en met het Oneindige en bevat als zodanig binnen zichzelf alle mogelijkheden van het Oneindige en heel het Oneindige is toegankelijk voor hem. De mens is EEN in en met het Universum.

Paragraaf 3, 4 en 5. De mens kan geen onafhankelijk organisme in het Universum zijn, want zijn hele bestaan is afhankelijk van de bron waaruit hij voortkwam en zijn meesterschap is afhankelijk van het innemen van zijn plaats in het Universum. Dit is de verloren zoon die terugkeert naar het huis van zijn Vader, dat punt waar hij woont en leeft in verbinding met zijn bron. Hij kan niets zijn uit zichzelf.

Paragraaf 6. Het Goddelijke recht der Koningen, de goddelijkheid van de mens, bestaat in het uitoefenen van de macht die zijn positie in het Universum biedt; niet in het beheersen van anderen, maar in het regeren, binnen zijn eigen koninkrijk, van zichzelf onder de wet die alle dingen regeert. 'Groter is hij die zijn eigen geest regeert dan hij die een stad neemt.' Heerschappij over het innerlijk is het Meesterschap van de Meesters. De Meester bazelt niet over zijn meesterschap. Christus trachtte niet zijn eigen goddelijkheid te onthullen, maar alle mensen vertrouwd te maken met hun eigen goddelijkheid.

Paragraaf 7. De mens is de personificatie van het Goddelijk Principe of de individualiteit van het Universum. De mens is de persoonlijke God of de belichaming van het Universele en Onpersoonlijke.

Paragraaf 8, 9 en 10. Het 'Ik ben God' behoort niet tot het besef dat de mens van zichzelf heeft, maar tot de geprojecteerde en ideale mens van de Overziel. Om deze reden hebben de wijzen nooit aan de wereld verkondigd: 'Ik ben God'. Zij wisten het in zichzelf, erkenden het voor God, maar voor de wereld werden zij het tot uitdrukking gebrachte feit en lieten het voor zich spreken. Dit is de ark van het verbond, de stilzwijgende aanvaarding van de geheime band die er bestaat tussen de schepper en het geschapene.

Paragraaf 11, 12 en 13. Brahm was één naam voor God en een Brahm betekent een God. Voordat Ik God individueel was, was Ik God Universeel, want de één is afhankelijk van de ander. Zij zijn één en hetzelfde ding, zijn dat altijd geweest en zullen dat altijd zijn. 'Ik ben altijd bij u'.

Paragraaf 14. Er kan geen materiële verklaring zijn voor de mens, want materie brengt geen intelligentie voort, noch verwerft intelligentie geest. De Geest is oorzaak en, als oorzaak, begiftigt hij zijn schepping met het denkvermogen en het vermogen om te zijn of zich uit te drukken. Er bestaat geen richting voor wat dan ook behalve de uitdrukking van de Geest of oorzaak.

Paragraaf 15 en 16. De gewoonte om bepaalde vermogens aan anderen toe te schrijven en zichzelf deze te ontzeggen is de praktijk die de mens er steeds maar weer van weerhoudt om zijn eigen meesterschap te verwerven. Men zou altijd moeten denken: 'Als hij geslaagd is, kan ik ook slagen, want wat mogelijk is bij de een is mogelijk bij allen. Het bereiken door de mens van het toppunt van succes is slechts de onthulling van mijzelf.' Hij heeft bereikt of geopenbaard wat IK BEN dient altijd de gedachte te zijn.

Paragraaf 17. Alle mensen zien als de belichaming van hetzelfde potentiële karakter, alle mensen zien als de Christus, betekent alle verschillen onmiddellijk oplossen, want dingen die aan hetzelfde gelijk zijn, zijn altijd gelijk aan elkaar. Dit is het geheim van de nieuwe orde der dingen waarin vrede en welwillendheid gevestigd zullen worden op de aarde. Alleen vanuit het besef van verschil kunnen hebzucht en strijd zich ontwikkelen.

Paragraaf 18 en 19. Kunnen we niet voor eens en voor altijd inzien, dat dit heen en weer rennen op aarde geheel niet ter zake doet en dat het allemaal te wijten is aan het feit dat we de voornaamste kwestie vermijden? Het aanvaarden van het centrale feit van het leven houdt in het volkomen vrij worden van al die ideeën en processen die minder zijn dan het feit. Als men ergens aankomt, is men vrij van de processen van het aankomen, en de mens moet leren om zijn leven te beginnen bij het begrip, dat God is.

Paragraaf 20. 'Wat de mens zich voor kan stellen, kan hij bereiken', is een oud gezegde, maar het heeft een betekenis die daar nog bovenuit gaat, want wat hij zich voor kan stellen IS hij. Het is even onmogelijk om zich iets voor te stellen wat niet reeds een feit is als het zou zijn om te ademen, als er geen lucht zou zijn. De functie binnen de natuur van de mens vormt de indicatie voor dat feit waarmee de functie zich bezighoudt. Het zou onmogelijk zijn voor de schreeuw om zijn oorsprong te vinden in de natuur van de mens als hij niet voorradig, als voltooid feit in de natuur van God aanwezig zou zijn. En het feit gaat vooraf aan het verlangen in de mens, want het verlangen is de herkenning van het feit en het bestaan daarvan.

Paragraaf 21. Voorzichtigheid is de vertrager; stoutmoedigheid is niet aanmatigend, wanneer zij betrekking heeft op feiten. Het is louter het aanvaarden van datgene wat al bewezen is in de levens van anderen, als even geldig voor jezelf.

Paragraaf 22. Het is niet noodzakelijk om de ene vorm in de andere te veranderen, want de andere is er reeds even waarachtig. Het gaat om het trainen van de geest om dit te weten, om te werken in het rijk van de werkelijkheid en niet altijd bezig te zijn iets over te brengen naar een andere vorm van werkelijkheid. Twee plus twee is vier en drie plus drie is zes en het is niet noodzakelijk om het een te veranderen in het ander. Beide zijn reeds manifeste feiten.

Paragraaf 23. Een voortzetting van dezelfde waarheid.

Paragraaf 24. Je verandert niet je lichaam of je wereld, je herkent slechts de Werkelijkheid en verwerpt alle onjuiste opvattingen over alles.

Paragraaf 25. Het lichaam is reeds de tempel van de levende God. Het moet bevrijd worden van de geldwisselaars, de handelaren in betrekkelijke waarden, de ideeën van individuele winst. De Heer der Heerscharen en Koning der Koningen moet toegelaten worden in het bewustzijn, zodat het via het lichaam kan uitdrukken wat HET is.

Paragraaf 26 is duidelijk.

Paragraaf 27. De Meester, het Genie, de Godmens, zijn allemaal een en hetzelfde ding en dit is enkel de mens die MENS is, die Zichzelf is, vrij van de opvattingen uit de ervaring van het ras.

Paragraaf 28. Er is geen werk voor de mens behalve het Zelf zijn, want, wanneer het Zelf verschijnt, treedt hij het rijk der voltooiing binnen. Hij is echter altijd bezig, want hij is pas dan begonnen met werken.

Paragraaf 29. Het Goddelijke zelf van ieder mens is de Avatar, de Verlosser van zijn eigen wezen, maar hij moet zijn Verlosser aanvaarden, dat ZELF zijn.

Paragraaf 30 is een voortzetting van paragraaf 29.

Paragraaf 31. De mens die aankomt in zijn goddelijke toestand is het boek van het leven dat als een perkamentrol voor alle mensen geopend wordt, de zegels van het boek worden verbroken en de mens verschijnt zoals hij is.




HOOFDSTUK IX
LEVEN


1. Het 'Leven van de Meesters' is het Leven, zoals zij het leiden. Zij leven het leven, zoals het is. Hun houding tegenover het leven is, dat het de werking is van het Ene Principe, en dat het nooit gescheiden is van zijn bron. Zij leven het leven trouw aan dat Principe en zo wijzen zij allen de weg om trouw aan dat Levensprincipe te leven. Voor hen is het leven geen theorie van het bestaan, het is een werkelijk feit, een feit zonder begin en zonder einde. Het individu moet tot deze ene levenshouding komen, welke voortkomt uit de ene denkwijze over het leven. Zij zeggen, dat het God is die zich uitdrukt door het menselijk individu, het hoogste en meest uitgelezen kanaal waardoor het leven zich manifesteert. Zo kan het leven zich manifesteren in een meer selecte activiteit of meer volledige vorm door het menselijk individu.

2. Zij zien het Ene Leven uitstralen in en door alle dingen. In feite alles wat bestaat komt voort uit de essentie zelf van dit ene leven. De mens veronderstelt, dat het leven pas begon, toen deze vorm ontstond waardoor het leven zich kon manifesteren, terwijl in werkelijkheid het leven al bestond voor de vorm en de vorm zelfs voortbracht. Dat was enkel het begin van de vorm en niet het begin van het leven. Het leven heeft altijd bestaan en het zal altijd bestaan. Indien we het leven op de een of andere specifieke manier kiezen of beoordelen, kunnen we het in die selecte vorm manifesteren. Vanuit zichzelf vloeit het rijkelijk en universeel zonder ophouden of beperking. Bijgevolg kunnen we die levenskracht kiezen en gebruiken op een, zoals wij het zouden zeggen, ontaarde manier, waar we haar niet toestaan zich te manifesteren in haar hoogste graad of potentie. De mens kan haar op die manier gebruiken, maar het is dan slechts de fout van het individu of de groep en het is in 't geheel niet de fout van het leven zelf. Het leven, als we het toestaan om dat te zijn, IS de alwetende, alziende, al-zijnde activiteit van het Principe. Als we het toestaan om met zijn hoogste eigenschappen door ons heen te vloeien, moeten we wel leven door juist die condities tot uitdrukking te brengen, die in zijn natuur liggen.

3. Wanneer we het leven accepteren, zoals het is, wordt het lichaam een levende, ademende eenheid, die het leven in de hoogste mate uitdrukt. De reden waarom het niet in de hoogste mate tot uitdrukking komt is de beperking die de menselijke eenheid het leven oplegt. Wij wenden en keren het op vele manieren, terwijl er in werkelijkheid maar een manier is en dat is het leven in zijn volste uitdrukking.

4. De Hindoe opvatting over de zeventig jaren die de mens toebedeeld zijn is dat dit de tijd zou moeten zijn van de grootste prestaties van de mens. Op de leeftijd van zeventig zou de mens zijn meerderjarigheid of zijn grootste begrip van het leven moeten bereiken. Dan zeggen zij, dat de mens vijfmaal zo lang zou moeten leven als hij ervoor nodig heeft om zijn meerderjarigheid te bereiken. De Westerse wereld heeft deze betekenis volkomen gemist.

5. De mens zou zelfs niet tot dat tijdsbestek beperkt hoeven te zijn. Het beperkt de mens helemaal niet. Als je zeventig jaar bereikt, zou je het leven en alle omstandigheden van het leven moeten verwerven. Dat wil niet zeggen een beperking erop leggen. Vijfmaal is geen beperking, omdat je er vijfduizendmaal van kunt maken, als je wilt. De mens begint, nadat hij de leeftijd van zeventig bereikt heeft, gewoonlijk inderdaad meer langs spirituele lijnen te denken. Deze tendens begint zich na de veertig te ontwikkelen.

6. Toen Jezus zei: 'Temidden van het leven zijt gij in de dood', was hij de mensen niet aan het waarschuwen, dat zij altijd oog in oog stonden met de dood. Hij uitte voortdurend verbazing over de omstandigheid van de dood onder de mensen, wanneer zij midden in het leven stonden. De mens hoeft het leven alleen maar te leven, zoals het is, het te aanvaarden, zoals het is, en hij hoeft het niet in jaren en materiële normen te meten. Je bent het eeuwige leven juist hier en nu, als je het maar wilde herkennen. Maar het leven is niet iets dat moet komen; het IS hier juist op dit moment waarop je leeft. Mensen scheiden zichzelf van het leven dat IS af door te trachten in het verleden of in de toekomst te leven. Maar het verleden is dood en de toekomst wordt eerst geboren in het eeuwige nu. Al het leven van de Oneindige ruimte speelt zich juist op dit moment af en wie maar wil kan vrijelijk van dat leven drinken. Je hoeft niet eens te proberen eeuwig te leven, want, als je ook maar enigszins leeft, ben je in het eeuwige leven en het enige wat je hoeft te doen is het op die manier te leven. Vergeet het verleden, tracht jezelf niet te projecteren in de toekomst, want NU IS de enige aanvaardbare tijd.

7. Men houdt er een theorie op na, dat de meesters vaak hun verlichting ontvangen in het voorjaar van hun zevenendertigste jaar. Maar er is geen enkele beperking behalve die, welke haar opgelegd wordt door het individu. Zevenendertig betekent in het Sanskriet de Eeuwigheid, omdat je de zevenendertig of de zeven zo vaak kunt herhalen als je wilt, daar het de octaaf voltooit. Het heeft helemaal niet noodzakelijkerwijs betrekking op jaren, maar op de uitbreiding van het individuele bewustzijn tot het Universele Leven of tot zijn ware spirituele uitdrukking.

8. In plaats van te betekenen, dat het ontwaken dat de mens ten deel valt een kwestie van jaren is, betekent het eenvoudig, dat hij rijp wordt in zichzelf en dat veel van de ideeën die hem gegeven werden door het ras teniet gedaan worden in deze rijpheid van de ziel. Valse ideeën worden uit het bewustzijn verdrongen, juist zoals de zwellende knop de bladeren wegduwt die hem omhullen, en dan treedt het innerlijke karakter naar voren. Het is niet bedoeld als een tweede jeugd, wanneer de oude man kinderlijk wordt, maar hij wordt het kind dat in staat is om het Koninkrijk binnen te gaan. Hij verliest het gevoel van belangrijkheid met betrekking tot de stoffelijke wereld en de vele problemen ervan en begint te leven in het besef van het leven, zoals het zich in hem ontvouwt.

9. Onze geleerden vertellen ons, dat er geen menselijk lichaam bestaat dat meer dan zeven jaar oud is. Dat wil zeggen, dat de cellen elke zeven jaar volledig vernieuwd worden. Dat houdt geen beperking van het leven in, omdat het leven zich voltrekt in cycli en niet in jaren en je een cyclus niet kunt beperken. Het heeft geen echt begin en loopt niet ten einde. Het is het eeuwige vervullingsproces zelf en het eeuwige vernieuwingsproces dat bezig is binnen het instrument waardoor het zich uit. Het leven eindigt niet op zevenjarige leeftijd, noch eindigt het leven ooit. Het leven is eeuwig. Er bestaat niets wat geen leven heeft. Alle planeten leven. Alles heeft leven. De rots bezit leven.

10. Wanneer we het leven uitdrukken in zijn ware en onbegrensde natuurlijke expressie, kunnen en zullen we onze eigen boeken en leraren zijn. Ook zul je je, als je het feit kunt begrijpen, dat al de cellen van het lichaam elke zeven jaar vernieuwd worden, de mogelijkheden van het leven beginnen te realiseren. Als je je geest zich voortdurend zult laten vernieuwen, terwijl de levensprocessen zich ontvouwen, zul je beginnen in te zien, dat het leven evengoed cyclus na cyclus, of voortdurend, door zou kunnen gaan. De knoppen aan een boom zijn precies even jong, of die boom nu oud of jong is. En de knop heeft de voltooide boom in zich.
Die boom wordt niet oud, tenzij door de beperking van jaren die de mens hem oplegt. Niets wordt oud, tenzij door het denkbeeld dat de mens het oplegt. De Schriften leren, dat hij de heerschappij ontving over alle dingen. Het leven kan niet in jaren gemeten worden en we dienen op te houden om dat te proberen. Het leven kan alleen aan zichzelf gemeten worden en het leven is eeuwig, altijd aanwezig en onbegrensd. Het is de essentiële werking van het hele systeem, genaamd het Universum of God. De mens legt de tijd beperking op door de tijd af te bakenen voor zijn eigen gerief en die afbakening beperkt het teven of de tijd geenszins, behalve voorzover het de manifeste mogelijkheden ervan betreft.

11. Dit is naar alle waarschijnlijkheid het enige vlak en de enige toestand waar de dood erkend wordt. Christus zei; 'Laat de doden hun doden begraven.' De ware mens legt de tijd geen beperking op. Alleen de sterfelijke mens doet dit. We belanden in het sterfelijke of fysische door het instellen of aanduiden van de tijd voor het gemak van de mens. We zijn doorgegaan met het opbouwen van een grote wereld van veronderstelling, een grote barrière van veronderstelling tussen onszelf en de ware toestand. We zijn ertoe gebracht om die barrière te zien als onoverkomelijk.
Bijgevolg hebben vele van onze filosofen gezegd, dat het leven onkenbaar is en dat er geen antwoord op gevonden zou kunnen worden. Natuurlijk kan er geen antwoord op gevonden worden, wanneer je er barrières tegen opwerpt.

12. Het leven van de meesters wordt niet doorgebracht met wat de wereld winstgevende bezigheden zou noemen. Zij hebben dat achter de rug. Hun leven is altijd Dienstbaar, terwijl velen van hen van plaats naar plaats gaan om te helpen op wat wij zouden beschouwen als materiële manieren met materiële dingen. We hebben hen nooit iets van iemand zien accepteren voor zichzelf. We hebben hen voedsel, kleding en voorraden van allerlei soort zien uitdelen. Een Meester is een dienaar. Als hij Meester is, staat bij boven de wereld en kan de wereld hem niets geven. Hij moet het proces omkeren en hij geeft op zijn beurt aan de wereld.

13. In deze dienstbaarheid schijnen zij geen mensen uit te zoeken, noch zoeken mensen hen noodzakelijkerwijs op. De Meesters komen hen die in nood zijn in hun alledaagse leven tegen, terwijl zij rondgaan onder de mensen. Zij verlenen ook bijstand door een universele houding en eveneens door gedachten en de projectie van gedachten. Zij projecteren ook omstandigheden van perfectie over de hele wereld. Natuurlijk staan zij altijd klaar om te helpen waar een individu een beroep op hen doet om hulp. We hebben hen niet alleen het individu zien bijstaan, maar grote groepen van individuen. Maar zelfs wanneer zij bezig zijn met dat werk, zenden zij duidelijk uitstralingen uit naar de hele wereld, die mettertijd de toestand zullen genezen waaraan zij plaatselijk werken. Zij zeggen, dat het noodzakelijk is om plaatselijk te werken, teneinde mensen aan een beter begrip te helpen en in vele gevallen vloeit een beter begrip voort uit het voorzien in voedsel en kleding of betere levensomstandigheden.

14. De Meesters begeven zich wel degelijk onder de mensen en de mensen doen heel dikwijls een beroep op hen en de toestand waarin zij zich bevinden wordt bijna onmiddellijk gecorrigeerd. De gegeven hulp bestaat vaak uit het tonen van een betere manier om iets tot stand te brengen dan die welke zij op dat moment gebruiken. Zij gaan er helemaal niet op uit om te prediken en te bekeren. Zij lopen rond onder de mensen en de mensen die hen herkennen kunnen om hulp vragen op elke manier die zij maar wensen -om genezing, voedsel, kleding of onderdak en zij krijgen het. Maar zij worden erop gewezen, dat zijzelf het doen en niet de Meesters. Het is niet wat de Meesters hebben dat zij ontvangen, maar de mensen zelf hebben datgene op gebouwd wat hen gebracht wordt door hun eigen zienswijze; niet wat iemand anders heeft, maar wat zij hebben en wat hen toebehoort.
Hieruit volgt echter niet noodzakelijk dat je een beroep moet doen teneinde bijstand te ontvangen.

15. De bewering dat de dienaar zijn loon waard is, betekent niet, dat men het genezen tot voorwerp van handel mag maken. Dat betekent, dat het individu dat op deze wijze dient een hoger leven waardig is, waardig om een Meester te worden en niet een dienaar. Natuurlijk is de Meester de grootste dienaar, want zijn leven wordt doorgebracht in dienstbaarheid, want dat is zijn werkterrein en het terrein waarop hij zijn meesterschap uitdrukt.

16. Wat betreft voedsel gebruiken de Meesters veel minder dan wij. We hebben meegemaakt, dat zij niet meer dan drie rijstkorrels per dag eten, maar zij nemen voldoende pranische substantie op om hun lichaam, indien nodig, gedurende lange perioden te onderhouden. Zij kauwen hun voedsel grondig. Zij kunnen de hele dag op deze drie rijstkorrels kauwen en tegen de tijd dat zij klaar zijn hebben zij genoeg prana opgenomen om het hun lichaam tenminste vierentwintig uur te laten uithouden. Zij hebben geen vaste tijd om te eten, want zij werken niet met tijd, zoals mensen deze afmeten. Zij eten, wanneer zij er zin in hebben. We hebben nooit meegemaakt, dat zij idee hadden van etenstijden, zoals wij dat hebben. Zij kunnen het honderden dagen lang zonder voedsel stellen.

17. Voorzover wij weten, slapen zij heel weinig, niet meer dan twee uur per dag , en gedurende deze twee uren zijn zij bij bewustzijn. Het is een bekend feit dat je het heel goed zonder slaap kunt stellen, als je weet, hoe je moet leven zonder je energieën te verspillen of je bewustzijn samen te trekken door jezelf af te scheiden van de Universele energieën. De Westerse wereld en de manier waarop daarin geleefd wordt maakt, dat de slaap min of meer een toestand wordt, veroorzaakt door, zoals wij het zeggen, een toxische staat van het lichaam. De toxische staat overheerst in hoge mate het vernieuwingsproces van het lichaam en duizenden mensen zijn in die toxische staat in plaats van in een werkelijke slaaptoestand te zijn. Toen Jezus zei: 'Ontwaakt, gij die slaapt,' bedoelde hij, dat je uit die lethargische toestand moest opstaan en dat je dan onder de invloed uit bent waaraan je onderworpen bent geraakt.

18. De Westerse wereld verbruikt tenminste tienmaal zoveel voedsel als het lichaam nodig heeft en verbruikt vervolgens energie om dat voedsel te verteren. Die energie die gebruikt wordt om dit negen tiende deel van het overtollige voedsel dat we onnodig tot ons nemen te verwerken zou veel doelmatiger gebruikt kunnen worden om het lichaam op te bouwen. Het is tegenwoordig een bekend feit dat de Westerse wereld tenminste tienmaal zoveel voedsel gebruikt als gezond is. Als we het leven of de energie rechtstreeks zouden halen uit de ethers, zouden we energie toevoegen aan ons lichaam in plaats van haar kwijt te raken om voedsel te verwerken. Zij zou rechtstreeks naar elk orgaan van het lichaam gaan en het opnieuw opbouwen en vernieuwen.

19. Het is niet noodzakelijk, dat men in wat voor zin dan ook bij een Meester is of in contact treedt met een Meester teneinde het leven en zijn mogelijkheden te begrijpen. Het leven is volkomen begrijpelijk in elke hoek van de aarde. Het is Alomtegenwoordig en iedereen kan ermee in contact treden, als hij zijn aandacht in die richting wil keren en los wil komen van de loutere vormen die het leven gebruikt en waardoor het leven zich uitdrukt.

20. Als je de eenvoudigste houding zult aannemen, dat alle leven dat je kunt leiden LEVEN is, en je het leven begint te verheerlijken, dan zul je bezig zijn datgene te doen wat je zou doen, als je bij hen zou leven. Er is helemaal niets buitengewoons aan hun leven. Gewoonlijk zoeken mensen die naar hen toegaan enkel naar buitengewone dingen. Als we het leven leven, moeten we het leven wel begrijpen.
Het leven is een proces van innerlijke kracht die zich uitwerkt in de uiterlijke vorm. Het is het wezensprincipe van het Universum, dat alle ruimte en alle vorm bezielt.

21. Er zijn zoveel mensen die het denkbeeld erop na houden, dat de Meesters bepaalde regels geven voor je dagelijkse praktijk, een bepaald dagelijks regiem van mentale en fysieke oefeningen, maar dit is niet het geval. Er zijn er natuurlijk velen die met dit soort lering begeleiden tot aan het punt waar de student beseft, dat hijzelf een Meester is. Dan wordt de weg geopend om de werkelijke Meester te ontmoeten. Zodra de mens op de gedachte komt, dat er enig ander leven te leiden valt dan het Ene leven, is hij volledig de harmonie kwijt. De moeilijkheid is altijd gelegen in het gebruik van zijn geest. De mens is niet geestelijk gevallen en gestorven, hij raakte gewoon uit harmonie met het leven en dit resulteerde in al zijn moeilijkheden. Zodra het leven moeilijk wordt, is het niet het leven. Dat individu staat buiten het leven juist in de mate waarin enige disharmonie zich ontwikkelt en deze toestand dient een waarschuwing voor hem te zijn om terug te keren tot het leven zoals het is.

22. Kinderen zijn gelukkig, omdat zij het leven overvloedig leven. Zij leggen het leven in het geheel geen beperkingen op. Zodra we het leven beperking opleggen, houden we op overvloedig te leven. Er is geen enkele beperkende toestand in het leven. Het leven zou zichzelf niet kunnen beperken. Het zou zich niet tegen laten houden, tenzij door je eigen zienswijze erover. Geen twee individuen hebben dezelfde levensbeschouwing. Het wordt vaak op deze manier geïllustreerd: Men zegt, dat alleen kinderen en wijzen gelukkig zijn, omdat het kind nog geen materieel waardebesef ontwikkeld heeft en de wijze weet, dat het stoffelijke geen waarde heeft. Voor hen is de vorm geen punt van overweging, maar het levende leven.

23. De ene mens beziet het leven misschien door een heel nauwe opening in een muur. Die persoon zegt: 'Ik zie het hele leven.' Het uitzicht is misschien op een heuvel waar niets dan rotsen zijn. De andere ziet misschien bomen; weer een andere ziet misschien levende vormen rondgaan. Als we maar door een smalle opening kijken, hypnotiseren we onszelf spoedig tot de overtuiging, dat er geen ander leven is binnen de grote uitgestrektheid van het Universum van het leven. Als we enkel deze houding maar zouden willen aannemen: zie het Universum als de belichaming en uitdrukking van het Ene Oneindige leven, dan zouden we onze visie zodanig verruimen, dat er voor ons geen enkele begrenzing zou zijn.

24. De Meesters nemen nooit bewust leven. Het is niet nodig om bewust leven te nemen, omdat de mens al de levenselementen in zijn bewustzijn kan opnemen, hen in zichzelf tot leven kan brengen, hen kan leven en altijd een met hen kan zijn. Dus is het helemaal niet nodig om bewust leven te nemen.
Vele mensen stellen de vraag, waarom het zo is, dat de mensen van India bang zijn voor de lagere levensvormen. Niet alle mensen in India zijn meesters, ook al heeft men hen geleerd, dat er maar een leven is. Zij zien evenmin alles wat hen geleerd is als de Amerikanen alles zien of leven wat hen geleerd is.
Slechts enkele van de lagere klassen worden op deze manier beperkt, omdat men hen geleerd heeft om deze omstandigheden te vereren. Op deze manier vrezen zij hen.

26. En waarom verheffen de Meesters de mensen niet uit die toestand? Hoe zouden zij jou uit een toestand kunnen verheffen, als jij die verheffing niet wilt aanvaarden? Zij kunnen hun eigen geest niet in jou brengen. Zij kunnen je alleen het pad wijzen dat zij bewandeld hebben. Als je dat pad niet wilt zien, moet je je eigen weg gaan, totdat je klaar bent voor een betere weg. Al de hogere kasten, zelfs de grote Maharajas, werken voor een betere toestand in India, maar zij kunnen het te boven komen van de toestand niet doen voor de massa's, noch kunnen zij hen transformeren tot hogere wezens. Dat is altijd het werk van het individu.

27. Het is een misvatting om te denken, dat de Meesters een ascetisch leven leiden. Het is ons nooit gebleken, dat zij zo leven. Je vindt hen in een lendendoek of in de hoogste randen en standen van het leven. Je merkt niet, dat zij zichzelf afzonderen. Er zijn er een paar, heel weinig vergeleken met het totaal, die in afzondering leven teneinde aan de hele wereld meer volledig bepaalde voorwaarden voor verbetering te geven. Maar dat zijn slechts groepen die met dat specifieke doel bijeenkomen. Zij leiden helemaal geen ascetisch leven.

28. Je ziet misschien een Yogi enkel voor een bepaalde tijd met een bepaald doel een ascetisch leven leiden, maar dan staat hij nooit toe, dat ascetisme hypnotisch wordt. Yogi betekent leven voor een groot experiment. Vele van de zogenaamde 'heilige mannen' van India leiden een volkomen ascetisch leven, maar gewoonlijk zijn het bedelaars en geen Meesters. Zeer velen van hen zijn zo smerig en vuil als je je maar voor kunt stellen. Het zijn bloedzuigers van de mensheid en niets anders. Maar het zijn niet de Meesters. Enkel omdat een man mantra 's loopt te zeggen, of in Samadhi zit, is hij daarmee nog geen Meester.

29. We hebben nooit meegemaakt, dat een van hen die veel bereikt heeft bij iemand bedelde, maar zij geven juist al hun tijd aan het verbeteren van de mensheid. Zij bedelen zelfs niet om iets teneinde het weg te geven. Zij hebben, zoals zij het stellen, alles wat zij willen en altijd hebben zij over. Zij lopen niet rond om anderen te smeken iets te geven. Zij organiseren geen liefdadigheidsinstellingen. Zij gaan er steeds op uit om te helpen, terwijl zij afstand doen van hun prestaties. Er zijn duizenden mensen in India die voortdurend geven en toch hebben we nooit meegemaakt, dat ook maar een van hen een stuiver van iemand aannam. De bedelaars die zichzelf 'heilige mannen' noemen, zijn dat alleen, omdat zij zichzelf zo aanduiden. Zij hebben niets te maken met de Meesters.

30. Het leven is altijd een kwestie van geven. Het putten uit het Universele leven dat vrij door heel de oneindige ruimte vloeit is ieders voorrecht en het zou ieders leefwijze moeten zijn om uit deze bron te ontvangen en vervolgens door te geven aan allen om hen heen, terwijl hij hen bezielt om het leven te zoeken waar hij het gevonden heeft. Dit is niet alleen het werk van de Meesters, maar het is het werk dat alle mensen zouden moeten doen. Dit is het leven leven, zoals het geleefd dient te worden en is in werkelijkheid het enige leven dat er is. Enkel ontvangen van degenen om je heen is helemaal geen leven, maar een constant samentrekkend bestaan. Het zoeken van het leven in de stoffelijke wereld betekent het leven verliezen.




VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1. Het moet de massa van de mensheid duidelijk worden, dat het leven, zoals onthuld door de verlichten, steeds geschilderd is in zijn universele en eeuwige aspect. Dat leven dat manifest is in de vorm is slechts het tevoorschijn treden van de levensessentie die de oneindige ruimte vult. Het leven is niet beperkt tot een periode van expressie door de vorm, maar is en blijft voor altijd de beweging van de scheppende kracht die de vorm in eerste instantie voortbracht en die vorm werd louter voortgebracht met het doel om het expressie te verschaffen. Niemand leeft waarachtig, totdat hij weet, dat het leven zich in en door hem roert en eeuwig streeft naar een vollere, rijkere expressie.

Paragraaf 2 en 3. Omdat het leven universeel is, komt het universeel tot uiting in elke vorm en wanneer het gevoel van gescheidenheid verdwijnt uit de geest van de mens, kan hij zich meer volledig begeven in de activiteit ervan en kan hij zich meer volledig richten op het doel ervan. Alleen in het menselijk bewustzijn schijnen zich complicaties te ontwikkelen en leven en bewustzijn zijn zo onverbrekelijk verbonden, dat de mens, voordat hij het leven in zijn volheid kan verwerkelijken, zijn bewustzijn moet verruimen om het leven te zien, zoals het is. Slechts zijn mentale reacties op de schijn weerhouden hem van dit vollere leven.

Paragraaf 4, 5, 6, 7 en 8. De tekst van deze paragrafen laat duidelijk zien, dat het de levensperiode is, wanneer het uiterlijke denken van de mens, zijn denken zoals dat ontwikkeld is door zijn materiële contacten, zo'n geweldig obstakel vormt, niet alleen voor zijn leven, maar voor zijn mogelijkheden in het algemeen. Het is deze periode van valse beoordelingen van het leven, van zijn wereld en van zichzelf, die zijn hele bestaan belemmert en slechts vóór deze toestand en soms erna schijnt de mens de echte levensvreugde te ervaren. Het genie is iemand die enigermate schijnt te ontsnappen aan deze periode van onderdrukking van het denken; iemand die de moed of de kracht heeft om zijn eigen aangewezen weg te gaan en zich niet laat hinderen door de wereldse gedachte aan beperking. De reden waarom de mens in zijn latere leven een meer spiritueel leven schijnt te leiden is dat het onware snel in verval raakt en vervolgens zijn ware natuur zich doet gelden. Als dit bewustzijn door de jaren van onderdrukking heen behouden was gebleven, zou zijn lichaam niet beroofd zijn geweest van zijn levenskrachten en zouden zijn beste jaren van bruikbaarheid voor onbepaalde tijd verlengd zijn geweest.

Paragraaf 9. De ouderdom van het lichaam wordt niet bepaald door het aantal jaren dat wij een leven noemen. Het lichaam is zichzelf steeds aan het vernieuwen en de cellen en weefsels die het lichaam vormen worden voortdurend vervangen door middel van een volkomen natuurlijk proces. Het is het patroon waarin dit proces van opbouw gedwongen wordt te opereren, dat het lichaam zijn leeftijd geeft. We dienen onze geest onophoudelijk te vernieuwen in overeenstemming met de waarheid van het leven en dan zou het patroon voor de vernieuwingsprocessen van het lichaam zodanig zijn, dat een volmaakter en vitaler lichaam het gevolg zou zijn.

Paragraaf 10. De mens is het boek van het leven, de wet van God. Het heersende levensprincipe staat geschreven in zijn innerlijk, en deze bestaansperiode zou een proces van zelfontdekking en zelfexpressie moeten zijn. In de ontplooiing van zijn eigen natuur leert de mens de geheimen van zijn eigen wezen. Bestudeer jezelf uit de eerste hand, de diepste verlangens van je eigen innerlijke aard, zie hoe ze zich ontplooien en je zult het begrijpen.

Paragraaf 11. De zonde is volgens de Schriften de oorzaak van de dood. Zonde is elke gedachte en elk gevoelen dat niet in harmonie is met het doel van het leven.

Deze gedachten en gevoelens vormen het verzet tegen het leven, zoals het zich zou willen uitdrukken door middel van het vlees. Het verwijderen van de hindernis zou natuurlijk de remedie zijn. In plaats van een bewustzijn voort te zetten dat het lichaam berooft van zijn ondersteunende kracht, terwijl het daardoor in de dood het lichaam van het bewustzijn scheidt, zou men moeten sterven in het valse bewustzijn. 'De dingen vergetend die voorbij zijn, zich voortspoedend.'

Paragraaf 12, 13, 14 en 15. Het leven is een kwestie van vooruitgang en niet van winst, zoals wij het uitleggen. Winst is afhankelijk van onze vooruitgang en onze vooruitgang wordt bepaald door het soort en de kwaliteit van onze expressie. Expressie behoort niet de voortdurende projectie te zijn van onze eigen beperkte opvattingen, maar leven, trouw aan de diepste impulsen, die altijd waar zijn. Eerst wanneer we afdalen naar het plan van wat we noodzaak of eigenbelang noemen, beginnen we ons innerlijk gevoel voor wat juist is te schenden.

Paragraaf 16, 17 en 18. 'De mens zal niet leven bij brood alleen.' Er is slechts voldoende voedsel vereist om materiaal te verschaffen voor de natuurlijke wederopbouw van het lichaam van de mens. Wat meer is dan dit bezorgt de functies van het lichaam alleen een overmaat aan werk. Men dient zich meer en meer te voeden met de substantie die werkzaam is in het scheppende principe van zijn wezen en dan zal men werkelijke voeding vinden. Terwijl voedsel materiaal verschaft voor de opbouw van het lichaam, verbruikt de slaap energieën die verspild zijn tijdens onze perioden van onjuist leven.

Paragraaf 19, 20, 21. We moeten leren om in contact te komen met het goede in ons bij zijn bron. Wat we zoeken komt niet van iemand anders en het zal niet baten om in contact te komen met een Meester of leraar, tenzij we daardoor bezield raken om datgene in onszelf te zoeken wat hij voor ons vertegenwoordigt. 'Niet ieder die tot mij zegt, Heer, Heer, zal binnentreden, maar Hij die de wil van mijn Vader doet.'

Paragraaf 22. De waarden van het leven moeten gezocht worden in de Ziel, het Ware Zelf, de innerlijke Meester, en niet in de wereld. De Wereld heeft alleen de waarde die zij toebedeeld krijgt door het ontwaken van het ware bewustzijn.

Paragraaf 23, 24 en 25. Streef ernaar om het leven te ontdekken zoals het is in zijn grote universele werkingen die in je natuur onthuld worden door middel van je hoogste idealen en diepste verlangens. Eerst wanneer we het leven beoordelen naar onze eigen begrensde ideeën, raakt het beperkt in zijn manifestatie door middel van ons. Verlaat je op het Universele Leven om je van dingen te voorzien.

Paragraaf 26. Het individuele recht van de mens op expressie kan niet geschonden worden in de ware processen van het leven. Door onze eigen inspanning verheffen we ons en niet door de inspanning van anderen. Onszelf laten leven zonder inspanning van onze kant is destructief voor ons eigen karakter en welzijn.

Paragraaf 27 tot 30. Het leven is actie, zelfexpressie, geven. Om te leven is het even noodzakelijk om te geven, als het noodzakelijk is om uit te ademen bij de ademhalingsprocessen. Men dient te ontvangen uit zijn bron en dan in zijn hoogste expressies uit die bron te geven. Men ontvangt eerst van enig principe door het in zijn bewustzijn op te nemen en vervolgens drukt men het uit in uiterlijke verrichtingen. Dit geldt evenzeer voor de levensprocessen. Ontvangen zonder te geven of geven zonder te ontvangen betekent het leven statisch maken door oververzadiging of uitputting. Ontvangen uit je bron en uitdrukken wat je ontvangen hebt door je grotere vermogens te manifesteren is de manier om te leven.




HOOFDSTUK X
HET UNIVERSUM


1. Het Universum is de som van alle zichtbare en onzichtbare dingen die de oneindige ruimte vullen. Het Universum is het grote geheel, samengesteld uit al zijn delen. Men zou kunnen zeggen, dat het Universum een andere naam is voor God, want Hij identificeerde zich als 'Ik ben die ik ben en buiten mij is er geen ander'. Het is de som van alle leven, alle substantie, alle intelligentie, alle macht. Het bevat alle kennis, want het is Alwetendheid. Het is de som van alle macht, want het is Almacht. Het is de som van alle substantie, want alle zichtbare dingen zijn eruit gevormd. Het is alle Liefde, want het is verenigd in een enkel systeem en functioneert als een enkele eenheid. Liefde is het principe van de volledigheid of het verbindende principe dat het Universum als eenheid in stand houdt en al zijn werkingen gaande houdt in volmaakte harmonie en regelmaat.

2. De Meesters beschouwen het Universum als de universaliteit van alle dingen, terwijl elke toestand of omstandigheid een deel is van dat Universum of die universaliteit. Iemand kan gescheiden raken of hij kan zichzelf in gedachten afscheiden van dat Universum. Dan wordt hij een eenheid die alleen in gedachten afgescheiden of afzonderlijk is. Maar in plaats van dat hij afzonderlijk is, maakt hij nog altijd deel uit van het Grote Universum. Men kan in gedachten zo afgescheiden raken van die Grote Universaliteit, dat men zichzelf omgeeft met afzonderlijkheid of het gevoel van beperktheid. Men kan zich zo ver terugtrekken uit die Universaliteit, in gedachten, dat men terugvalt of achteruitgaat in zijn vermogens, en zo raakt men enigszins afgescheiden van die Universaliteit waarin men in werkelijkheid thuishoort.

3. Het is natuurlijk onmogelijk om zich af te zonderen of zichzelf volledig uit te sluiten van die Universaliteit, want dat zou betekenen, dat men zichzelf volledig terugbrengt tot een toestand van niet-bestaan. Maar wanneer men terugkeert tot die Universaliteit van Principe in het bewustzijn, is men er een mee en wordt men opgeheven tot een hoger niveau van bekwaamheid. Dat wordt geïllustreerd in de parabel van de Verloren Zoon. Hij zwierf rond in vele landen en verkwistte zijn vermogen, maar bij zijn terugkeer werd hij welkom geheten in het huis van de Vader. Zelfs de broer die was thuisgebleven was jaloers op de ontvangst. Maar de Vader wist, dat de ontvangst er altijd was. Het is een allegorisch beeld van de wijze waarop iemand zich in hoge mate kan afscheiden van de Universaliteit door zijn denken en kan beseffen, dat hij leeft van kaf, en toch alles voor hem aanwezig is, wanneer hij besluit om terug te keren naar het huis van de Vader. In feite was de Vader zich niet eens bewust van de scheiding. Het was niet van belang, hoe ver weg de zoon gezworven had.

4. Alle gevoel van afgezonderdheid, geïsoleerdheid, begrensdheid is slechts denkbeeldig, want het is onmogelijk dat scheiding een werkelijk feit is. Als het mogelijk was, zou het Universum geen geheel kunnen zijn. David illustreerde dit feit, toen hij zich realiseerde, dat het onmogelijk was om het Universele Systeem te verlaten, door te zeggen, 'Waarheen zal ik vluchten voor uw Geest,' en of hij nu naar de uiterste grenzen van de aarde ging, opsteeg naar de hemel, of zijn bed spreidde in de hel, diezelfde Universele band wachtte hem. Je kunt het onscheidbare niet scheiden.

5. Hetzelfde geldt, wanneer de dood komt. Velen zijn van mening, dat daar een scheiding is, maar in werkelijkheid is daar geen sprake van. We kunnen hen die naar onze mening verscheiden zijn even nabij zijn als we waren tijdens wat we beschouwen als dit leven. Het gaat alleen om de scheiding in ons bewuste denken. In wat we het Bovenbewustzijn noemen is er in het geheel geen scheiding. Als we die gedachte aan scheiding los zouden laten, zou er geen enkel bewijs zijn voor scheiding, want zij bestaat alleen in het bewustzijn. Het zou dichter bij de waarheid zijn om te stellen, dat scheiding alleen bestaat in het onbewuste, wanneer men zich niet bewust is van de ware zijnstoestand.

6. Scheiding is enkel schijn, want in werkelijkheid zou zoiets niet kunnen bestaan. Als het Universum een enkele Eenheid is en alle dingen erbinnen eeuwig verenigd zijn in een enkel systeem, hoe en waar zou dan enige scheiding kunnen bestaan? In feite zou het alleen om een ingebeelde toestand kunnen gaan. Onwetendheid ten aanzien van de feiten is het enige soort van scheiding dat kan bestaan en verlichting zou deze volledig uit de weg ruimen. Ziet onze God is Eén, zeggen de Schriften, en als God de grote Ene is, zijn alle dingen en alle mensen in Hem opgenomen en omdat zij in Hem opgenomen zijn, zijn zij één in en met Hem.

7. Ons wezen is een volledig universum op zichzelf en het handelt volmaakt harmonisch als we elke gedachte aan disharmonie of scheiding loslaten. De gedachte aan harmonie brengt ons terug naar de eenheid van Principe. We kunnen onszelf zo ver buiten de harmonie denken, dat ziekten en kwalen en disharmonische toestanden ontstaan, maar zij vormen slechts dat wat buiten de harmonie staat.
Als we in totale Universele harmonie zouden blijven in onze gedachten, zou er geen enkele disharmonische toestand in ons leven kunnen komen... niet een... omdat, steeds wanneer we trillen in harmonische relatie met het Universele Principe, geen enkele disharmonie zich kan manifesteren. Het is volkomen mogelijk, dat het zo zou zijn.

8. We maken het de disharmonie zelf mogelijk om zich te manifesteren door de trilling van ons lichaam te verminderen en op geen enkele andere manier. We staan datgene toe om plaats te vinden wat het onmogelijke zou moeten zijn. Wanneer we volledige harmonie als een onmogelijkheid beschouwen, vereren we disharmonie in plaats van dat we harmonie vereren. Dat was precies de lering die Jezus verkondigde, toen Hij zei, dat je uit jezelf altijd harmonisch bent. Hij verwees rechtstreeks naar die harmonie van Principe die we in werkelijkheid altijd manifesteren en die we wel zouden moeten manifesteren, als we dat persoonlijke, egoïstische verlangen zouden loslaten naar directe dienstbaarheid van de kant van onze naasten in plaats van altijd Dienstbaar te zijn. Onze verwachting zou naar boven gericht moeten zijn en tegenover de wereld zouden we een gevende houding moeten hebben.

9. Een van de gemakkelijkste manieren om onszelf af te zonderen van harmonie is dienstbaarheid te eisen van iemand anders in plaats van steeds onze diensten aan te bieden. Het doet er niet toe of we deze richten op een individu of op een miljoen individuen. Wanneer we dienstbaarheid eisen van anderen bevinden we ons altijd in die gescheidenheid, maar wanneer we dienstbaar zijn aan allen, zijn we volledig ondergedompeld in universaliteit. Wanneer we uit onszelf geven, komen we dichter en dichter bij die Universaliteit waar we thuishoren.

10. Het onttrekt geen energie aan ons lichaam om Dienstbaarheid, Liefde en Harmonie te schenken, maar het onttrekt wel energie aan ons lichaam om disharmonie of disharmonische omstandigheden teweeg te brengen of om negatieve gedachten of woorden te uiten. Alle positieve woorden of harmonische woorden voegen energie toe aan ons lichaam, telkens wanneer we hen uiten. Niet alleen dat, maar we scheppen een invloed die terugkeert en ons omringt met uitstromende energie.

11. Men heeft geen instructies van een Meester nodig, noch hoeft men uit een boek te leren wat getrouw is aan de processen van het Universele leven in zichzelf.

Men weet even gemakkelijk, wanneer men de levenswet overtreedt, als men weet, wanneer de principes van de muziek geschonden zijn. Een dissonant wordt onmiddellijk door iedereen herkend, of hij nu muziek heeft bestudeerd of niet. Zodra enige disharmonie of onaangenaamheid ontstaat in de natuur van de mens, dient hij te weten, dat hij de wet van zijn wezen aan het overtreden is. Het is niet alleen een overtreding van de wet van zijn wezen, maar het brengt ook onharmonische gevolgen teweeg in zijn lichaam. Alle disharmonische emotionele en mentale toestanden zijn zonden tegen de ware natuur van de mens. Alles wat een harmonisch effect teweegbrengt in de natuur van de mens, dat wat hem een gevoel geeft van vrede, vrijheid, kracht en harmonie, is in directe harmonie met het leven en enkel harmonische gevolgen hebben dan de overhand.

De mens is hetzelfde als een reageerbuis in een scheikundig laboratorium. Als we harmonische oplossingen toevoegen, krijgen we harmonische resultaten. Anders veroorzaken we een onharmonische toestand, waarin we hetzij onharmonische resultaten krijgen hetzij helemaal geen resultaten. We kunnen grote beroering zien in een reageerbuis, maar dat is geen disharmonie, indien de juiste scheikundige stoffen in die reageerbuis gebracht zijn. Hetzelfde geldt voor ons lichaam. We veroorzaken nooit disharmonie, als we alleen harmonische gedachten en gevoelens teweegbrengen of uiten. Het is absoluut onmogelijk voor ons om disharmonie te veroorzaken, indien we harmonie uitdrukken, omdat we onszelf omgeven met een invloed die volledig harmonisch is. En als er één en al harmonie is, kan geen enkele disharmonie zich door die invloed heen manifesteren. Het wordt allemaal beheerst door het bewustzijn en we worden ons volmaakt bewust van harmonie, veel meer dan we ons bewust kunnen worden van disharmonie, omdat harmonie onze natuurlijke toestand is. Dat gebeurt, doordat we weigeren onze blik te richten op disharmonie.

13. Als mensen denken, dat zij geen goed onderscheid kunnen maken op het terrein van het bewustzijn, kunnen zij naar beste vermogen Liefde schenken en weigeren iets anders te schenken dan Liefde. Dat zal hen nauwkeurig tot harmonische conclusies brengen. Jezus stelde Liefde boven al het andere. Er is een boekje dat geschreven is door Henry Drummond, getiteld Love, the Greatest Thing in the World dat de volledige sleutel geeft tot de harmonische oplossing voor elke toestand die zich voordoet. Het is het eenvoudigste boekje ooit geschreven, en het is wijd verspreid. Het kost maar tien minuten om het te lezen, maar het kost een heel leven om het in praktijk te brengen. Bij het in praktijk brengen ervan vindt men perfecte harmonie en perfecte vrijheid.

14. Als men een negatief standpunt inneemt en het Geestelijke ontkent, verandert dat het geestelijke niet in het minst. Het zou de Geest niet kunnen veranderen, want de Geest is eeuwig onveranderlijk, maar je verkeerde ideeën zouden je eigen vooruitgang vertragen. We dienen ons niet bezig te houden met wat de andere persoon doet of met wat we denken, dat hij zou moeten doen, omdat we niet kunnen zeggen, wanneer zijn handelingen of scheppingen hem weer in directe harmonie zullen brengen. Jezus zei: 'Maak hem los en laat hem gaan.' Op die manier gaf Hij hem het voorrecht om het Christusbewustzijn in zich op te nemen. Hij zag iedereen als de Christus. Juist die verklaring: 'Ik zie de Christus in elk gezicht, in elke vorm,' geeft Zijn houding aan.

15. Laat de wereld je niet vertellen hoe zij is, want zij is er niet toe in staat. Zij is niet wat zij schijnt te zijn. Zij schijnt beperkt, maar is het niet, want zij is gevormd uit het Universum en de Wetenschap zegt ons, dat iedere cel een evenbeeld is van het Universum. Je moet leren erachter te komen, hoe de wereld is door te weten, hoe het Universum is, en dan zul je de wereld kunnen vertellen, hoe zij is. Alleen op deze manier kun je vrij zijn, want je brengt alleen tot uiting wat je eigen bewustzijn is. Kijk door de oppervlakte heen, totdat je de innerlijke werkelijkheid ziet, en je zult ontdekken, dat 'Niets in deze wereld afzonderlijk is. Alle dingen zijn door een Goddelijke wet met elkaars wezen vermengd,' en dat er volmaakte harmonie en volmaakte vrijheid is voor jezelf en voor de wereld.

16. 'Toen de eerste mens geboren werd, werd uw Christus geboren, is de werkelijke boodschap van Christus. 'Voor Abraham was, ben Ik', 'De glorie die Ik had bij U in het begin, voordat de wereld was.' Voeg liefde toe aan alle uitspraken en zij harmoniëren met de Christus, zoals Hij onderrichte. We kunnen iemand zo omringen met Liefde, dat die invloed zelf hem omspoelt, en deze kan in een oogwenk zijn hele leven, zijn hele denken veranderen. We zijn hem niet aan het overheersen, wanneer we hem omringen met Liefde, want dat is zijn natuurlijke omgeving. We brengen alleen een invloed aan die hij kan aanvaarden, terwijl we zo de hele loop van zijn leven veranderen, en we kunnen ook de hele loop van ons eigen leven en denken veranderen. We zien hem alleen zoals hij werkelijk is, we zien hem, zoals God hem ziet. Dit belemmert of beïnvloedt hem niet, maar het bevrijdt hem van belemmering en invloed, omdat we hem omringen met die invloed waarin hij geschapen werd, die toestand waarin alle mensen in werkelijkheid leven.

17. Het is veel beter om je vijanden lief te hebben en voor hen te bidden die je vervolgen, omdat je enkel jezelf verheft en tegelijkertijd helpt om hem te bevrijden van die eigenschappen die hen ertoe brengen te handelen als je vijanden. Je bewijst een dubbele dienst, zowel aan jezelf als aan hen. De gift is voor de gever en komt het meest bij hem terug. Dan brengen onze zogenaamde vijanden onze gedachten soms ook helderder aan het licht dan onze vrienden doen.

18. Als je een veronderstelde vriend zou hebben die je veel kwaad berokkent, nadeel toebrengt, dan kan het bewustzijn van volmaakte liefde het hele aanzien van de situatie zonder meer veranderen. Dat is het voorrecht van de mens, niet zijn plicht. En een voorrecht is het grootste motief voor al onze dienstbaarheid. Het is een waar voorrecht om je vijanden lief te hebben en hen te verheffen, omdat je daardoor jezelf verheft. Het is de grootste verheffing ter wereld om je vijand te verheffen en hem nog hoger te zien staan dan jezelf staat.

19. Deze praktijk is de grootste oprechtheid, want oprecht zijn is zonder smet zijn. Het is heel zijn. Zodra je dat individu uit je bewustzijn verwijdert, heb je dat individu grotere voorrechten toegestaan dan je jezelf toegestaan hebt. Je moet hem verheffen en dan is de kwestie afgedaan voor je. Als je hem loslaat en hem laat gaan voor de verheffing, is de kwestie niet afgedaan, want je hebt nog altijd je eigen bewustzijn om te verbeteren. Het is zo: je kende die man helemaal niet, voordat hij in je bewustzijn kwam. Nu ben je je volkomen bewust van hem, omdat er een of andere situatie was, waarbij jij of hij hulp nodig had. Zodra je dat wat nodig was verkregen hebt en je klaar bent met die persoon door middel van verheffing, kun je hem loslaten en hem terug laten gaan juist zoals hij was, voordat hij in je leven kwam. Dan, wanneer je plicht volbracht is en de verheffing volledig is, ben je beiden vrij. Je kunt beiden je afzonderlijke weg gaan, zoals je tevoren deed. Tenzij dit gedaan wordt, is de smet nog altijd in je eigen bewustzijn.

20. Zie je, alle imperfectie bestaat enkel in het bewustzijn. Er is voor jou geen imperfectie in diegenen met wie je niet in contact gekomen bent. Zodra je enige onvolmaakte toestand herkent door contact met iemand, wordt die onvolmaaktheid daardoor binnen het bewustzijn gebracht. Voordat volmaakte harmonie weer in je natuur gevestigd kan worden, moet die toestand uitgewist worden en liefde is de enige houding die deze uit zal wissen, want liefde is de Universele Oplosser; zij brengt alles terug in zijn natuurlijke toestand in het Universele Plan. Alleen op deze manier ben je vrij en alleen zo kun je de andere persoon bevrijden.

21. Het is onmogelijk om 'hen los te maken en te laten gaan' zonder het element van liefde. Medelijden, hetzij met de andere persoon, hetzij met jezelf, is niet de weg naar bevrijding. Medelijden bindt je altijd sterker aan de onvolmaaktheid. Je kunt medelijden hebben met jezelf in de mate waarin je jezelf steeds meer aan hen gebonden laat raken. Je kunt ook medelijden hebben met hen, totdat precies hetzelfde gebeurt. Medelijden brengt alles terug tot de lage toestand van de betrokken omstandigheid, terwijl liefde dezelfde elementen verheft tot hun rechtmatige plaats in het Universele. Liefde is de hoogste gedachte die je kunt hebben. Jezus verhief zichzelf en iedereen in zijn buurt door liefde. Liefde is de essentie zelf van het Universum en in volmaakte liefde zijn alle dingen verenigd in het Universele Geheel.

22. Voor het individu kan het universum groot zijn of klein, juist zoals zijn bewustzijn voorschrijft. Het kan een enkel atoom zijn, het kan een volledig lichaam zijn, of het kan de ene totale Universaliteit zijn van de Volledig Universele God.

Wanneer we universeel zeggen, spreken we waarachtig, indien we ons denken niet beperken tot enige afzonderlijke indeling. Het denken is dan alomvattend precies zoals licht iedere ruimte omgeeft en vult. Er is een heel goed gezegde met betrekking daartoe in de Mahabharata: 'Wanneer ik licht zie, zie ik de hele Universaliteit.' De reden hiervan is, dat Licht het voertuig is, dat Universaliteit tot volledig bestaan brengt. Zodra we een woord verheffen, wordt het licht. Het Universum is onbegrensd. Er bestaat geen begrensdheid buiten de menselijke voorstelling. Het dier begrenst zichzelf nooit. Alleen de mens begrenst zichzelf.

23. De theorie van het zich uitbreidende Universum is niet juist behalve in de zin dat het zich uitbreidt in onze gedachten, of liever, wij breiden onze opvatting van het Universum uit. We ontdekken steeds, dat het groter is dan we ons voorstelden. Het Universum is zich voortdurend aan het uitbreiden en samentrekken, overeenkomstig je eigen voorstelling, maar niet op zichzelf, want het Universum is de som van de Oneindigheid. Veel mensen denken aan het Universum als verwijzend naar een enkel zonnestelsel, maar een zonnestelsel is enkel een cel of atoom in een Universum van ontelbare zonnestelsels.

24. Er is een wet die het Universum regeert, want het Universum is Een. We hoeven geen enkele wet te gehoorzamen die minder is dan de Ene Wet. Er is maar één Wet en dat is het enige waaraan we moeten gehoorzamen. Een menselijk wezen hoeft zelfs niet te gehoorzamen aan de zwaartekracht als manifestatie van de wet. Je hoeft zelfs de bewuste manifestatie van de wet niet te gehoorzamen; je moet enkel de wet gehoorzamen die deze manifestaties beheerst. Zodra je het bewustzijn kwijtraakt van de manifestatie van de wet, ben je je volkomen bewust van de Wet die het Al, de Alheid of de Universaliteit van Principe is. Elke manifestatie van de wet gehoorzaamt ons dan. We hebben het volledige gezag, de volledige heerschappij over elke manifestatie van de Wet.

25. De gedachte dat er mindere wetten zijn, zoals de wet van de materie, bracht het idee van stoffelijkheid of sterfelijkheid teweeg. Het was niet Adam, het was de mens die op Adam volgde. Materie is slechts een bepaalde houding van het bewustzijn, precies zoals de gedachte slechts een bepaalde houding van het bewustzijn is. Met andere woorden, materie is slechts een vaste mentale gewoonte. Gedachte en materie zijn in werkelijkheid enkel kanalen voor expressie en geen van beide dienen beperkt te worden in de overwegingen van de mensen. Adam bracht natuurlijk wel bewustzijn tot uitdrukking, maar niet het sterfelijke bewustzijn of de sterfelijkheid van het bewustzijn. Die werd lang na de komst van Adam met zijn naam verbonden.

26. Voor de Meester bestaat er geen stoffelijk universum. Het zichtbare Universum is voor hem de manifestatie van de Geest en is dan ook in essentie spiritueel en wordt geregeerd door de wet van de Geest. Het is deze kennis die hem macht geeft en daarin schuilt het geheim van alle individuele macht. Het kennen van de wet van de Geest en het leven in harmonie met die wet betekent altijd macht in onbeperkte mate. En die wet van de Geest is de wet der Liefde. Het is de liefde die de oneindige ruimte regeert en alle vormen die in de ruimte geprojecteerd zijn.

Daarom zeggen de Schriften, dat je, als je liefhebt, in God bent en God in jou is.
Liefde is harmonie en houdt dan ook alle dingen in harmonie, niet alleen met zichzelf, maar ook met elkaar. Wanneer de mens in een bewustzijn van liefde of in een bewustzijn van volmaakte eenheid met alle dingen is, is hij in een staat van volmaakte harmonie met alle dingen en met alle mensen. Liefde is, zo zou men kunnen zeggen, samenhang, of een bindende kracht die alle dingen in verbinding houdt met hun bron. Terwijl ze in harmonie werken met hun bron, werken zij in harmonie met alle projecties van diezelfde bron. Maar liefde zal datgene oplossen wat niet in harmonie is met de Universele orde, want zij eist van alles dat het volledig vasthoudt aan het principe van zijn eigen natuur, die Geest is. Om die reden vernietigt Liefde haat, hebzucht en egoïsme en het ego dat voortkomt uit die bewustzijnstoestanden.

27. De mens is een evenbeeld van het totale Universum en hij is een volledig Universum in zichzelf, wanneer hij zich insluit in dat Geheel. Als hij elke gedachte van geloof en dogma los zou laten, zou hij volledig vrij zijn van bijgeloof. Hij zou volledig onbegrensd zijn. Zodra we onszelf van beperktheid ontdoen, kan tegenwoordig met behulp van fotografisch bewijsmateriaal aangetoond worden, dat licht uitstraalt van elke cel in ons lichaam. Op dezelfde manier wordt licht uitgestraald door elke cel van het Universum. De bron van dit Licht en deze energie die de uitgestrektheid van het Universum en het Universum van ons lichaam vult en kracht geeft, is de Grote Centrale Zon. Kosmisch betekent groot; het is het geheel waarvan de mens een deel is.




VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1 en 2. Deze les behandelt, evenals die welke juist hieraan voorafgingen, de Universaliteit van alle dingen en laat zien, dat alle manifeste vormen opgenomen zijn in het geheel en een onafscheidelijk deel vormen van het geheel.

Zij behandelt ook het feit dat ieder individueel organisme in miniatuur is wat het Universum is in al zijn oneindigheid. Het punt in deze eerste twee paragrafen is, de student tot het besef te helpen komen, dat al de onmetelijke macht en kracht die overal in de Oneindige ruimte werkzaam is ook in hem werkzaam is en dat zijn succes in het leven bepaald wordt door de mate waarin hij zich bewust wordt van en in harmonie werkt met deze krachten.

Paragraaf 3 en 4. De mens isoleert zich slechts door onwetendheid en door zijn eigen ideeën van gescheidenheid te doen voortduren. Er is niets in de houding van God wat de mens afzondert of hem terugwijst naar duisternis en zwakheid. God is altijd uit op het vervullen van zichzelf en in plaats van iets te doen om de mens uit te sluiten van de zegeningen waarop hij recht heeft, streeft Hij er altijd naar om Zichzelf door de mens te manifesteren. De mens hoeft slechts datgene uit de weg te ruimen van hem belemmert m.b.t. het Goddelijke doel.

Paragraaf 5. Er is geen dood! Wat de dood schijnt is enkel die toestand waarin de mens de Goddelijke Werkelijkheid van zijn wezen zo volledig verdrongen heeft, dat zij het lichaam niet langer in stand kan houden. Het leven van het lichaam is de Geest die het schiep en wanneer het lichaam door onwetendheid volledig overheerst wordt door valse denkbeelden over het leven, heeft het lichaam al zijn ware ondersteunende kracht verloren en kan dan ook niet langer functioneren. Dat is wat dood genoemd wordt. De spirituele mens, de mens die God schiep en de enige mens die God kent, leeft even eeuwig als God eeuwig is. Je ideeën leven voort, wanneer de vormen waardoor je hen tot uitdrukking hebt gebracht vernietigd zijn en Gods idee van de mens leeft voort, wanneer het verdrongen is uit het voertuig dat bestemd is voor de uitdrukking ervan. Zij blijven één in en met het VaderPrincipe en, of zij zich nu in of buiten het vlees bevinden, alle mensen kunnen zich bewust zijn van de eeuwige Eenheid die bestaat, als de onwetendheid die het gevoel van gescheidenheid veroorzaakt uit het bewustzijn verwijderd is.

Paragraaf 6 en 7. Onwetendheid is de enige vijand van de mens. Kennis van de feiten brengt hem in harmonie met de krachten van de oneindige ruimte, welke alle vriendschappelijk zijn en constructief werkzaam zijn voor zijn welzijn. In principe kan niets in strijd zijn met zichzelf. Alles wat bestaat in het Universum is dan ook werkzaam in de natuur van de mens zelf en zijn positie is het directe punt of voertuig waarin en waardoor oneindige macht en oneindige potentie manifest zijn.

Paragraaf 8, 9 en 10. Het is onmogelijk voor wie dan ook om vrede en harmonie te vinden, zolang hij verwacht, dat alles en iedereen voor hem doet wat hij alleen voor zichzelf kan doen. Niemand kan ons dat geven wat we al bezitten en kan in ons doen ontwaken wat we zelf weigeren uit te drukken. Het is niet de wereld of de mensen in de wereld die ons kan geven wat we nodig hebben of ons overeenkomstig onze wensen kan bedienen. Elk goed geschenk en elk volmaakt geschenk komt van boven. De Wet van het Universum werkt vanuit het Principe, God, via de individuele manifestatie en geeft dan in dienstbaarheid vanuit zichzelf aan de wereld. Als we het proces omkeren, verwachten van de wereld en haar mensen, dat zij aan ons geven, zodat wij op onze beurt gelukkig en harmonisch kunnen worden, terwijl we daardoor onze Goddelijkheid verwerven, kunnen we slechts teleurstelling ontmoeten. God is het begin en de Grote Dienaar van de mensheid.

Zijn Geest ontvangen wil zeggen de Zonen van God worden en dan is onze houding tegenover de wereld het schenken van onze grote gaven aan allen om ons heen, een genadige en edele dienstbaarheid.

Paragraaf 11. De eigen natuur van de mens is het Boek van het Leven en, als hij de eeuwige tendensen van zijn innerlijke natuur zal bestuderen, de diepste zijde van zijn natuur zal toestaan om zich uit te breiden en te groeien, dan zal hij zichzelf begrijpen, het Universum en de wet van het Universum. Hij zal niemand nodig hebben om hem te onderrichten.

Paragraaf 12. Dit zou duidelijk moeten zijn aan een ieder die beroering en vrede in zijn eigen natuur gekend heeft. Alleen wanneer valse elementen in zijn natuur worden veroorzaakt, ontstaat deze beroering en alleen wanneer hij in zijn natuur datgene ontvangt wat harmonisch is, is hij in harmonie. De mens is de scheikundige en hij vermengt in zichzelf dat wat pijn veroorzaakt met zijn genoegens.

Paragraaf 13, 14, en 15. Het is even gemakkelijk voor iedereen om te onderscheiden wat in harmonie is met zijn natuur en met het doel van God dat door hem werkt, als het gemakkelijk is om het verschil te onderscheiden tussen harmonie en wanklank in de muziek. Dit is even duidelijk voor degene die nooit muziek bestudeerd heeft als voor degene die volleerd musicus is. Het is even gemakkelijk voor de meest onwetende om een gebrek aan overeenstemming en harmonie te herkennen als dat het geval is bij een Meester. We moeten leren onderscheid te maken en weigeren onszelf toe te staan ons over te geven aan enige mentale of emotionele reactie, die onze zin voor perfectie afstompt.

Paragraaf 16. Het was niet Adam maar onwetendheid die de mens ertoe bracht zijn goddelijkheid te vergeten en het is onwetendheid die ons in gevangenschap houdt, terwijl er in werkelijkheid geen gevangenschap is. De Oneindigheid vult alle tijd en ruimte en het is onze opdracht om te ontwaken voor het feit dat de hele Oneindigheid door ons werkzaam is en dat onze capaciteiten alleen door dit feit worden afgemeten.

Paragraaf 17 tot 21. De grootste leerstelling van Christus was Liefde, want liefde is niet alleen de vervulling van alle wet, maar vormt de oplossing voor elk probleem dat rijst in het leven. Liefde is de wet van het Universum en, wanneer zij de overheersende hartstocht wordt van het individu, dan is hij in harmonie met al de krachten van de oneindige ruimte. Hij die in Liefde is, is in God. Liefde moet eerst ontwikkeld worden in het individu als een onscheidbare Vereniging met het Oneindige. Wanneer je één bent met het Oneindige, ben je één met al de manifestaties van het Oneindige. Dit betekent niet, dat je moet houden van de onvolmaaktheden in de wereld, in je naaste, of in jezelf. Laat deze vallen uit het bewustzijn en verenig je met het Goddelijke dat schuil gaat achter dit uiterlijke masker waarin je God niet kunt zien of kennen.

Paragraaf 22 en 23. Je Universum is het universum dat je ziet. 'Het Land dat gij ziet, dat zal ik u tot een erfenis geven.' Achter alle dingen is het Licht, want in het begin was het Licht. Het licht werd het leven van de mens. Zelfs onze exacte wetenschappers zeggen, dat licht de basis is van alle manifeste vorm. Het werkelijke lichaam van de mens is dan ook geen lichaam van stoffelijk vlees, maar een lichaam van licht dat het vlees omvat, want licht is de drager van het vlees in precies dezelfde zin als zuurstof en waterstof de dragers zijn van water. Wanneer onwetendheid wordt onttrokken aan het bewustzijn, zullen we het licht zien en manifesteren.

Paragraaf 24 en 25. Als men de grondwet van de Verenigde Staten gehoorzaamt en iedereen het recht geeft op leven, vrijheid en het nastreven van geluk, zal men dan niet automatisch gehoorzamen aan elke andere wet in het land? Gehoorzaamheid aan de Hoogste wet houdt automatisch in het voldoen aan elke verplichting jegens elke andere wet. De wet van het Universum is Liefde en, als men tewerk gaat in liefde, bewuste vereniging en eenheid met God en mens, zal men niets doen wat enige geringere wet zou overtreden. Maar in deze zin zou men zich bewegen op een oneindig vrije en onbegrensde manier en er zou geen enkel gevoel van gevangenschap zijn door deze geringere manifestaties van wetten.

Paragraaf 26 en 27. Het Universum en alles wat het bevat is een enkel systeem en het is onze opdracht om het als zodanig te zien. Niet dat het van zoveel belang is voor het Universum, maar het maakt alle verschil voor het individu. Zijn bevrijding is gelegen in zijn kennis van de dingen zoals zij zijn.




HOOFDSTUK XI
JE ZELF


1. Toen Jezus de Christus leerde: 'Tenzij gij wordt als kinderen, kunt gij het rijk der Hemelen op generlei wijze binnengaan.' verwoordde Hij één der diepste waarheden. Een kind is nog niet gehypnotiseerd door het wereldse idee van beperking en leeft van nature in harmonie met zijn bron. Dat is de reden waarom de meeste volwassen mensen graag bij kinderen zijn. Zij stralen de natuurlijke harmonie van het Universum uit en dat is de natuurlijke omgeving voor de mens. Als we al de ideeën maar los zouden laten die ons verbonden hebben met de wereld, zouden we ons bevinden in die vastberadenheid die voortvloeit uit de Universele werkzaamheid en we zouden de werken verrichten die zich altijd trachten te manifesteren door onze natuur. 'Waar gij ook zelf vindt, laat dat zelf vallen,' schreven de oude Hindoes en dat is nog altijd de centrale lering van de Meesters. Alleen wanneer gewoonten die daaraan tegengesteld zijn losgelaten worden uit de oernatuur van de mens, kan hij hoop hebben om het leven te leiden dat het enige leven is. De meeste van onze pogingen om te leven zijn zo volledig vijandig aan het doel en de natuurlijke neiging van het leven, dat zij alleen maar leiden tot de ontbinding van het vlees. 'Er is een weg die de mens juist toeschijnt, maar het einde daarvan is de dood,' sprak Jezus.

2. Weet dit: Er is niets dat de mens werkelijk beperkt en hem in een staat van onzekerheid en ondoelmatigheid houdt behalve zijn eigen gedachten. Wanneer deze gedachten verwijderd worden, kan hij het leven van het universum gemakkelijk binnengaan en dan begint zijn leven blijk te geven van zijn natuurlijke mogelijkheden. 'Op die dag, wanneer gij er niet op bedacht zijt, komt de mensenzoon,' was het wijze onderricht van de grote Meester. Alle gedachten die vanuit de wereld in het bewustzijn van de mens komen vormen slechts een afspiegeling van de indrukken die hij zo ontving en de mens is geen spiegel. De mens is de projectie van het Goddelijke en eerst wanneer hij de diepste impulsen van zijn eigen natuur toestaat om zich uit te drukken, bevindt hij zich in het Leven zoals het IS.

3. Het goddelijke doel van de wet van het leven is het vervolmaken en verfijnen van de natuur van de mens, totdat het een volledige en volmaakte uitdrukking is van Zichzelf. Wanneer het leven op deze manier geleefd wordt, zonder het voorbehoud en de beperking die veroorzaakt wordt door de hypnotische betovering van het afgeleide denken, wordt de natuur van de mens voortdurend verfijnd. Dit vereist de constante controle van het individu, totdat zijn hele natuur een eenheid is in het tot uitdrukking brengen van het ene enkele doel. De vastberadenheid van deze kracht is dan uiterlijk even volmaakt als het reeds een feit is in het Universele. Alleen op deze manier kan de mens aan zijn bestemming beantwoorden en de volle steun ontvangen van de Universele krachten. Vele mensen vragen zich af, waarom God zich niet manifesteert door hun eigen ideeën en hen dat niet geeft wat zij denken te willen. God handelt evenmin door de ideeën van de mens als de natuurwet werkt door onvruchtbare zaden, behalve om hen te ontbinden. God of de Geest gaat zijn eigen gang, terwijl hij zijn eigen ideaal en doel tot vervulling brengt, en de mens moet in harmonie raken met dit Universele doel. Dan, en alleen dan, zal hij die staat van volledige kinderlijkheid bereiken, waarin hij het leven natuurlijk leeft. Natuurlijk leven is volmaakt en geeft volmaakte resultaten.
Onze ideeën zijn hetzij volslagen onvolmaakt hetzij onvolledig. Zij hebben niet de natuur of het doel in zich van de Universele tendens, zij hoeven dan ook slechts afgedankt en terzijde gesteld te worden, opdat de hogere invloeden de bepalende factoren kunnen worden in ons gehele wezen.

4. Je zegt, dat men je geleerd heeft, dat zelfbehoud de eerste natuurwet is, en dat is ook zo. Maar dat betekent niet, dat men zijn eigen leven beschermt ten koste van iemand anders. De wet van het leven is werkzaam voor het behoud en de bevordering van het leven. Het leven van een Meester is er een dat het leven bevordert en behoudt, want hij leeft in harmonie met het enige dat leven is. In hem is geen wraak en zijn hele motief is het leven te beschermen tegen elke overtreding.

Dat is het geheim van het Meesterschap. Totdat men datgene in zijn eigen natuur meester is geworden wat zijn leven zou vernietigen, bevindt men zich buiten het leven. Maar wanneer men vrij is van datgene wat het leven zou vernietigen, bevindt men zich volledig is het leven. Zelfs Jezus veroordeelde diegenen die hem kruisigden niet, maar bevrijdde hen van het karma van hun eigen onwetendheid door de wet van de vergeving.

5. Iemand anders voor schuldig houden of pogen de schuld op iemand anders te schuiven betekent in feite alleen, dat je jezelf verwikkelt in die onwetendheid. Bescherm het leven overal waar het manifest is. Behoed je eigen leven en de levens van anderen tegen alle onwetende overtreding. Bescherm jezelf en anderen tegen elke gedachte of daad die hen in iets anders zou verwikkelen dan de vollere en meer harmonische uitdrukking van het leven. Anders handelen is zelfmoord. Verfijn je eigen leven voortdurend door het leven overal om je heen te beschermen.

Maar het beschermen van anderen houdt niet alleen in hen beschermen tegen lichamelijk geweld, maar ook hen beschermen tegen hun eigen onwetendheid en de onwetendheid van anderen. Bevrijd jezelf en anderen van de hypnose van het menselijk denken en zie jezelf en hen als vrije zonen van het hoogste. Slechts op deze manier kun je het leven binnengaan en het leven binnengaan betekent meester worden over jezelf. Als iemand je letsel toebrengt, bevrijd hem dan onmiddellijk in je eigen gedachten en bevrijd hem van de mogelijkheid van kritiek of veroordeling door anderen. Houd hem altijd vrij in het Universele leven.

6. Veel mensen blijven zich altijd maar afvragen, waarom kunstenaars een krans van licht rond de heiligen en meesters schilderen. De reden is dat zij verlicht zijn en verlichting is altijd aanwezig, wanneer de sluier van onwetendheid, de wolk van hypnose, verwijderd wordt. Je ziet ditzelfde licht zelfs enigermate rondom kinderen en het is de straling van dit licht die maakt, dat je je vredig en kalm voelt, wanneer je in tegenwoordigheid bent van heel kleine kinderen. Het zijn volmaakt vrije voertuigen van het Universele leven. Dit is de invloed die men voelt en het licht dat men ziet rondom een Meester. Hij is geworden als een klein kind; hij is bevrijd van alle wereldse ideeën die het licht verduisteren. Licht is leven en wanneer men volledig in leven is, is men in Licht - is men dat licht. Iemand die volledig in het licht is heft iedereen op naar datzelfde licht in de mate dat zij bereid zijn om zichzelf te laten reageren op zijn invloed. Het is niets bovennatuurlijks, dat mensen licht zouden zien uitstralen van een Meester. Het is volkomen natuurlijk, want zo is het leven in zijn natuurlijke toestand. Je hebt alle mogelijkheden in jezelf en je bent in staat om het leven te herkennen zoals het is in de mensen in je omgeving, indien je jezelf gewoon maar toestaat om te zien. Het enige dat het verhindert is je onwilligheid om datgene los te laten waarvan je bent gaan geloven, dat het jouw staat of toestand is. Laat de sluier vallen en zie, daar is het licht.

7. Om vooruit te gaan moet je jezelf beginnen te zien als Meester. Je moet jezelf gedragen als Meester. Er is niemand die je dit meesterschap kan leren, noch is er iemand die je dit meesterschap kan geven, want het behoort je reeds toe. Oefening is vereist. Je moet leven, zoals een Meester leeft, denken, zoals een Meester denkt, handelen, zoals een Meester handelt, voordat je een Meester zou kennen, als je er een zou ontmoeten.

8. Hoe denk je nu precies dat een Meester de situaties tegemoet zou treden waarmee je dagelijks geconfronteerd wordt? Probeer je problemen op dezelfde manier tegemoet te treden. Hoe zou een Meester spreken tot de mensen om hem heen? Probeer op dezelfde manier te spreken. Wat zou de houding van een Meester zijn jegens de mensen om hem heen? Probeer dezelfde houding uit te drukken. Zou je je een Meester voor kunnen stellen die zich zorgen maakt over zaken? Zou een Meester roddelen en haten en jaloers of boos worden? Zou hij terugdeinzen voor een bepaalde taak? Wel, hier is een patroon voor je, want je eigen idee over hoe een Meester het leven tegemoet zou treden is precies de manier waarop jij het tegemoet zou moeten treden. Als je het leven zo onder ogen ziet, terwijl je je ervan bewust bent, dat dit de beslistheid is die werkzaam is in het Universum waarmee je een bent, zul je merken, dat de zaden van je eigen meesterschap ontkiemen en uitgroeien tot hun volle grootte.

9. Kun je niet duidelijk zien, dat wat zij altijd geleerd hebben waar is, dat het niet noodzakelijk is voor jou om vele uren in Samadhi te zitten of je bezig te houden met mystieke riten en religieuze vormen om tot verlichting te komen? Zij hebben de weg voorbereid. Zij hebben bewezen, dat je, wanneer je buiten de geest met zijn gedachten om werkt en gewoon het leven binnengaat zoals het is, dan in de toestand van meesterschap bent en dat je, door daarmee door te gaan, totdat het je eigen houding is bij het confronteren van het leven, dan een Meester bent. Laat dat zelf los dat je schijnt te zijn en begin je leven te leven, zoals je inherent voelt, dat je het zou moeten leven, en je zult ontdekken, dat dat waarachtig jouw leven IS.

10. Evenmin is het ook maar enigszins nodig, dat je naar India reist om je meester of leraar te vinden, zoals vele studenten geloven. Je leraar en je meester is je eigen ZELF. De Meesters en Jezus reizen niet de wereld rond voor hun kennis en macht. Zij kijken in zichzelf naar dat Zelf dat de innerlijke God is en daarom zijn zij meesters. Zolang je buiten jezelf datgene zoekt wat alleen gevonden kan worden binnen jezelf, zul je het niet vinden. Op deze manier zul je altijd in staat zijn om de leringen te kennen van een echte meester. De onverlichten zeggen je, dat je een of andere leraar buiten jezelf moet zoeken, maar een Meester zegt je, dat je de leraar binnenin moet zoeken. Dit is het belangrijkste punt dat Christus aan de wereld duidelijk trachtte te maken. 'Luister hier en luister daar' is de lering van de anti-Christ. 'De Vader binnenin' is de ware lering van Christus.

11. Je hebt nu gezien, dat je datgene waarvan je merkt, dat het werkzaam is in je Zelf, die diepste zijde van je eigen natuur, naar buiten toe moet toepassen. Oefening brengt volmaaktheid en door het oefenen van je eigen Meesterschap of het leven te leven zoals het geleefd dient te worden, door te handelen, zoals je instinctief voelt dat een Meester zou handelen, zul je ontdekken, dat alles waarnaar je gezocht hebt reeds hier is, volledig manifest. Het enige wat noodzakelijk was, was, dat je volledig uit het karakter stapt, zoals je het geleefd hebt, en in het nieuwe karakter, waarin je het leven leidt, zoals dat geleid dient te worden.

12. Wanneer iemand leert leven vanuit de Ziel, het Zelf, en niet vanuit de geest, is alles in het leven duidelijk en begrijpelijk. Je weet wat je moet doen, waarheen je moet gaan en het leven wordt eenvoudig en harmonisch. Dat is leven, zoals het bedoeld is, leven, zoals het is, leven, zoals we het uiteindelijk moeten leven. Kinderen leven alleen in het rijk der gedachten, wanneer we hen geleerd hebben om dat te doen. Zij leven in het begin natuurlijk en we zouden moeten worden zoals zij en hen niet maken tot wat wijzelf zijn. Dat betekent niet, dat we een onintelligent leven moeten leiden en dat we geen gedachten zullen hebben. Het betekent, dat we waarachtig intelligent zullen leven en dat onze gedachten het resultaat zullen zijn van het juiste uitdrukken van het Innerlijke Zelf.

13. Het is waar, dat het volbrengen van deze totale verandering van wat we schijnen te zijn in wat we eigenlijk zijn, het binnengaan van het leven zoals het is, enige vastberadenheid zal vereisen. Wat ook het geloof van de Hindoe is, hij heeft er alles voor over. Hij zal honderden mijlen lopen om datgene te vervullen wat hij beschouwt als zijn spirituele plicht. Wanneer wij er even sterk op gericht zijn om te zijn wat we, naar we instinctief voelen, zouden moeten zijn, zullen we zonder moeilijkheden slagen. We moeten ophouden met hopen en wensen en beginnen met zijn en doen.




EEN CORRESPONDENT SCHRIJFT


(Vanwege de interessante gegevens en nuttige suggesties die de volgende brief van Mevrouw Grace G. Hahn voor de studenten bevat, maken we deze nu tot deel van de les. Mevrouw Hahn was lid van het gezelschap van de heer Spalding in India.)

Ik zal trachten enige van de ervaringen op te sommen, sinds ik u de laatste maal geschreven heb.

De heer M.M. Ghose, een vriend van de heer Spalding, nodigde ons uit als zijn gasten op een reis per rivierschip naar Dacca, de Ashram van Swami Paramananda. Het is erg moeilijk om de jungle te beschrijven waar we doorheen gingen. Op sommige plaatsen was de rivier zo smal, dat het onmogelijk was voor twee boten erdoor te komen. Dan was de rivier weer een halve mijl breed. Alles ging beter, naarmate we vorderden op onze reis. Op de avond van de derde dag om kwart over acht lagen de meesten van ons in onze kooien te slapen, toen we een verschrikkelijke schok voelden en vlakbij luid geschreeuw hoorden. We beseften spoedig, dat we in botsing gekomen waren met een andere stoomboot. Het zij voldoende te zeggen, dat verwarring en schrik korte tijd overheersten en ons werd medegedeeld, dat de andere stoomboot in enkele ogenblikken gezonken was. Wij hadden averij opgelopen, maar niemand had het leven verloren. Het was onpraktisch verder te gaan, dus gingen we voor anker voor de nacht. De lichten waren defect en de boten lekten erg. De kleine zoon van onze gastheer ging kalm de opgewonden kring op het dek binnen en zei; 'God heeft ons allen gered, Baba (vader), kan ik nu naar bed?' Gedurende een paar ogenblikken was er stilte; toen realiseerden we ons allen de les die deze gezegende Hindoe jongen ons geleerd had.

We gingen rustig naar bed met de zekerheid dat alles goed was. Hier was een potentiële Meester, die een hele bootlading mensen tot bedaren bracht door zijn kalme zekerheid en eenvoudig kinderlijk geloof.

De volgende dag gingen we langzaam verder naar de volgende stad en namen we de trein terug naar Calcutta. We hadden een ontmoeting met enige geweldige Hindoe mensen. Een zekere heer Sircar presenteerde zijn boek aan de heer Spalding en mag ik een enkele paragraaf uit het boek, die me aansprak, citeren? 'De volledige Waarheid en het leven in zijn schoonste bloei kunnen niet genoten worden, tenzij al de krachten, natuurlijk en geestelijk, kunnen worden beheerst en toegepast op de ontplooiing van het leven in zijn toenemende verfijndheid.' We hebben vele, vele uren met hem doorgebracht en voelen ons daardoor geweldig verrijkt.

Een verhaal dat ons op een middag verteld werd aan de Universiteit van Calcutta is het vermelden waard vanwege de les die het bevat. Het voorval vond plaats in 600 voor Christus. Zelfs in die dagen waren er meningsverschillen in de leringen, zodat een deel van de aanhangers zich afscheidden van de hoofdgroep en de leraar trachtten te overreden om zijn gezichtspunt te veranderen. Na een zekere tijd zag de leider van de zich terugtrekkende partij, dat het nutteloos was en hij besloot het recht in eigen hand te nemen. Hij legde een hinderlaag en toen de leraar hem passeerde, trok hij zijn zwaard. Terwijl de gewonde leraar viel, riep hij de aanvaller bij zich en vroeg hem een ogenblik naast hem te komen zitten, omdat hij met zijn laatste stokkende adem tot hem wenste te spreken. Heel vriendelijk en liefdevol zei hij hem, dat hij rechtdoor moest gaan en dat dan niemand zou weten wat er gebeurd was en het zo veel mensen bespaard zou worden om zijn dood te wreken, omdat hij in werkelijkheid doorging naar een grotere realisatie, maar dat, als hij langs dezelfde weg terugkeerde, vele anderen voor zijn daad zouden moeten lijden. Hij alleen zou lijden voor de misdaad die hij begaan had. De grote Meester gaf deze les aan de man die dacht, dat hij hem zou kunnen kwetsen.

We verlieten Calcutta afgelopen maandag en kwamen aan bij de Ashram van Swami Omkar. Zo'n prachtige, rustige plek op het platteland, dertig mijl van de spoorlijn. Na een paar dagen rust werd ieder van ons persoonlijk geroepen voor een onderhoud met de Swami. Terwijl ik naar hem zat te luisteren, zoals hij sprak met zijn rustige, kalme stem, zag ik het licht overal om hem heen en achter hem gloeien. Ik was een paar ogenblikken lang betoverd en ik was bang, dat het zou verdwijnen, maar het bleef zolang ik bleef. De kamer stond in gloed, juist zoals de heer Spalding ons vele malen verteld heeft. Het was mijn eerste werkelijke ervaring en één die ik altijd zal koesteren en onthouden.

De afgelopen avond had ik weer het voorrecht twee uren bij de Swami door te brengen. Hij legde gedetailleerd de betekenis uit van meesters, of meesterschap.

Meesters worden eerst meesters over zichzelf. Meesterschap over boosheid, jaloersheid, hebzucht, egoïsme, bezittingen – de vrouw die de echtgenoot bezit en de echtgenoot die de vrouw bezit -zelfzucht, en duizend andere dingen die we op ons genomen hebben.

We kwamen duizenden mijlen om een meester te zien, iemand die datgene bereikt heeft, wat we zouden kunnen en moeten doen in ons eigen huis en in onze eigen omgeving. Precies zoals de koe die het gras wil aan de andere zijde van het hek, ook al is er overal in het rond overvloed. De Swami geeft één woord als de basis waarop we aan het pad beginnen en dat is OEFENING. Oefen dagelijks dat wat je al weet. Oefen meesterschap over boosheid. Oefen het meesterschap van liefde jegens alles in het Universum. Een zeer grote opdracht geef ik toe, maar door eeuwige oefening, uurlijks en dagelijks, zullen we spoedig de resultaten zien en zo klaar zijn voor een andere les in de school van het leven. Deze stille mensen kennen de waarde van de wet van het meesterschap over het zelf en zodoende sluiten zij zich niet aan bij diegenen die nog niet geleerd hebben om tenminste enig deel van elke dag stil te zijn. Hoe kunnen we ooit hopen contact met hen te krijgen in onze westerse chaotische geestestoestand? Argumenteren sluit de deur. Alleen een open geest en intuïtie gooien de poorten wijd open. Zoveel heb ik tot dusver geleerd in India. Ik dacht, dat ik het al eerder wist, maar wanneer je in de aanwezigheid komt van één van deze Heilige mensen, besef je heel spoedig, dat het alleen theoretisch was. Het vereist de feitelijke oefening en de oprechte wens van de ziel om het zelf meester te worden en werkelijk dat te worden wat zij geworden zijn.

Er is hier een prachtige Hindoe jongen van twaalf jaar. Hij is een kleine meester in ontwikkeling. Hij loopt vooruit op elke behoefte of wens, voordat we in staat zijn om deze te uiten. De ogen zijn de vensters van de ziel, daarom moet men de uitstraling zien van de glimlach van die jongeling, wanneer hij zwijgend voor je staat en je wil dienen. Hij stond gisteravond bij mijn deur en scheen onwillig om te vertrekken. Nog niet gewend aan de gebruiken van de Hindoes, wachtte ik tot hij zijn wensen kenbaar maakte en, terwijl hij op me afliep met die prachtige glimlach, keek hij me recht in de ogen en zei; Ik hou zo van u. Toen keerde hij zich om en was in een flits verdwenen. Gedurende de meditatieles zit hij een uur lang onbeweeglijk stil. Sommigen van de ouderen vallen in slaap, maar niet dit kind.

We brachten één gelukkige week door bij de Swami, vervolgens begaven wij ons zuidwaarts naar Madras. De heer Spalding ging vooruit naar Tiruvannamali en had een ontmoeting met Paul Brunton, de auteur van 'The Secret Search of India' De heer Spalding telegrafeerde onsom te komen en na een nacht reizen werden we afgehaald door de heer Spalding en de heer Brunton. We werden naar de ashram gebracht van een van de grootste levende heiligen in India: Sri Ramana Maharishi. Een groot aantal mensen zit met gekruiste benen vele uren lang op de vloer gewoon om in de tegenwoordigheid te zijn van deze grote man. Hij is één van de Heilige mannen die zijn tijd geeft aan de studenten. Hij spreekt nooit behalve wanneer een vraag gesteld wordt en voordat het antwoord gegeven wordt, blijft hij zwijgen, totdat het antwoord van binnenuit komt. Alleen dit contact is de hele reis waard.

Van Tiruvannamali gingen we naar Pondicherry. Hier leeft een groot man, maar hij verschijnt slechts driemaal per jaar in het openbaar. De volgende maal zal zijn op de vierentwintigste februari. De Ashram is er een om lang te onthouden. Vele, vele mannelijke studenten leven daar en men voelt zich geweldig tot hen aangetrokken. Hun gezichten stralen het leven uit dat zij leiden en daar valt absoluut niet aan te twijfelen. Hier vernamen we dat een Mela, of pelgrimstocht plaats zou vinden in Allahabad op de dertiende januari. We gingen naar Calcutta en toen verder naar Allahabad. Nooit zal ik vergeten wat we te zien kregen op deze Mela.

Pelgrims uit heel India waren daar om te komen baden in het heilige water van de Ganges. Het samenvloeien van deze beide rivieren, de Ganges en de Jumna, doet zich daar voor. Het water is ijskoud, toch dompelen zij er zich in onder. Zij zijn over grote afstanden gekomen onder vreselijke ontberingen om mee te doen aan deze godsdienstige rite. Een miljoen mensen met slechts één gedachte, namelijk om juist op deze dag in de Ganges te baden. Er waren zoveel ongelijksoortige uitrustingen. Sommigen naakt, anderen bijna barbaars; sommigen op olifanten en kamelen, anderen in ossewagens, allemaal op weg naar de Ganges. Ik was geweldig onder de indruk van de religieuze ijver waarvan hier zonder enige twijfel blijk gegeven werd. Wat was het dat een miljoen mensen ertoe aan zou zetten om naar de Ganges te komen? Het ging mijn bevattingsvermogen te boven en de vraag scheen steeds maar weer in mijn geest te blijven rondcirkelen. 'Waarnaar zoek ik op deze plaats?' Nadat ik teruggekeerd was naar het hotel, scheen het antwoord te komen en het was als volgt: 'Je zoekt naar de Oeroorzaak van broederschap.' Hoe kun je een zijn met heel de mensheid, als je alleen het uiterlijke ziet, als je denkt, dat zij psychopathische patiënten zijn; als je zegt, dat zwart zwart is en wit wit. Merk je niet op, dat hetzelfde hart klopt in het hart van de moeder onder het liefkozen van haar baby, wiens kleine lichaam vuil, ziek en gebrekkig is, terwijl ze zich wentelt in het vuil, doodarm is, dakloos, in feite omkomt van de honger en mijlen loopt onder verschrikkelijke ontberingen louter om te baden in het 'heilige' water van de Ganges? Wat anders dan de aangeboren vonk van Goddelijkheid zou hen er mogelijkerwijs toe kunnen drijven om het allemaal aan de voeten te leggen van hun Godsvoorstelling? Wij aanbidden God in weelde; zij hebben niets.

Hun voeten zijn vermoeid en pijnlijk, hun energie is alles wat zij hebben, toch besteden zij deze om eens per jaar en elke zes, twaalf en vierentwintig jaar te komen teneinde elkaar op gemeenschappelijke grond te ontmoeten en op hun manier te baden en te aanbidden. Stel je dat eens voor. Een miljoen mensen op een kleine oppervlakte, vreedzaam, gelukkig, zingend en blij. Geen spoor van verwarring of stoornis, terwijl eenieder de rechten van zijn broeder om te aanbidden, zoals hij wil, in acht neemt.

Voor mij komt hier de ware broederschap tot uiting onder onvoorstelbare omstandigheden, duizenden omstandigheden waarvan we nooit gedacht hadden, dat ze konden bestaan,en toch wordt vanuit de harten van deze pelgrims liefde uitgedrukt en onthullen de ogen een onpeilbare diepte die we heel goed zouden kunnen benijden. Allen God, God, God aanbiddend. Vele verschillende talen, de rijken en de armen, de kreupelen, de lammen en de blinden. Een glimlach zal altijd een glimlach tevoorschijn roepen. In feite schenen zij verrast, dat wij ons wilden verwaardigen om te glimlachen of hen op hun eigen manier te groeten. Ik vraag me oprecht af, of wij zouden glimlachen onder dezelfde omstandigheden. Zouden wij in staat zijn of ertoe bereid zijn om op handen en voeten naar de Ganges te kruipen, terwijl we God vereren met elke adem, nauwelijks in staat om ziel en lichaam bijeen te houden? Zouden we dat kunnen, zo vraag ik jullie, zouden we dat kunnen?

We zagen Sadhoes met aaneenklevende haren, hun lichaam overdekt met as, naakt met uitzondering van een schaamlapje, en ik stelde de vraag, 'waarom zou iemand het lichaam op zo'n manier behandelen?' Het antwoord was, dat zij trots hebben laten varen en zich niet langer bezighouden met de wereld. Dat is hun voorstelling ervan en per slot van rekening handelen en denken we allemaal, zoals ons geweten voorschrijft en volgens het niveau van onze individuele evolutie.

Wij zijn er trots op, wanneer we het lichaam 'opdirken' terwijl zij tot het andere uiterste gaan en hun hele leven doorbrengen in grotten en in de bergen van de Himalaya in contemplatie over God. Zij moeten deze kenmerken eerst in zichzelf verwerkelijken, voordat zij de wereld in kunnen gaan en hun innerlijke ervaringen kunnen onderwijzen aan anderen. Wij hebben vele ismen, geloofsopvattingen en dogma's, heel vaak slechts theoretisch en intellectueel. Duizenden van deze pelgrims die aankomen uit heel India voor deze grote Mela leiden werkelijk het Godleven, zoals zij dat opvatten. Er zijn natuurlijk vele beroepsbedelaars en men leert spoedig onderscheid te maken. De intuïtie is de beste leidraad. Bedelaars zijn bedelaars, of het nu in India is of in Amerika. Hier zien we hen onopgemerkt en daar ontmoeten we hen vaak in de beste kringen van de maatschappij.

We waren getuige van een man die terugkeerde van de Ganges en met een stok liep, terwijl zijn dienaren vlak achter hem zijn krukken droegen. Jullie mogen je eigen conclusies trekken.

Nog een geweldige dag ligt voor ons. Op vrijdag de vierentwintigste vindt de Mela van het zesde jaar plaats, zodat we daarvoor zullen blijven. Ik zal deze brief vervolgen na die gelegenheid. De heer Spalding heeft vandaag twee leden van onze groep mee naar de Ganges genomen. Ik ben thuis gebleven om deze brief naar jullie te sturen.'
GRACE G.HAHN




VOOR DE LERAAR


Bij het presenteren van dit hoofdstuk dient de brief van Mevr. Hahn aan de klas voorgelezen te worden, omdat hij de les volledig illustreert. Voorval na voorval dat het reisgezelschap beleefde wordt in de les verklaard en de leraar kan gemakkelijk de les verifiëren aan de hand van de illustraties in de brief.

Paragraaf 1. De eeuwenoude illustratie van het kind wil niet zeggen, dat we besluiteloos worden of dat het ons aan intelligentie ontbreekt. Het betekent, dat we het leven leven, zoals het voortvloeit uit onze innerlijke natuur. Dat is de reden waarom het moeilijk is voor kinderen om volwassenen te begrijpen. Zij hebben hun geest niet laten vullen met gedachten en zij leven alleen wat zij innerlijk voelen. Wanneer deze innerlijke gevoelens volledig afgestompt worden, doordat we hen onze gedachten inprenten, worden kinderen dom en ondoelmatig zoals de oudere mensen. Gedachten vormen niet de leidende factor voor succesvol leven, maar zijn het resultaat van succesvol leven. Elke stap in de menselijke vooruitgang kwam voort uit iemands innerlijke overtuiging en het denken werd ontwikkeld om dat te beschrijven wat bereikt is.

Paragraaf 2. De mens is eigenlijk helemaal niet begrensd, want hij is een evenbeeld van de oneindigheid. Hij Iaat zich alleen begrenzen door zijn denken. Leid bet leven, zoals het zich van binnenuit ontvouwt en je zult het leven vinden zoals het is, en de sleutel tot je eigen meesterschap. Gedachte, woord en daad zijn de uitingsmogelijkheden of voertuigen waardoor het leven zich uitdrukt en niet de norm van waaruit het geleefd wordt.

Paragraaf 3 en 4. Het doel van het Universum is het bestendigen en vervolmaken van het leven in heel zijn volledigheid. Het ondersteunt in de mens alleen datgene wat in harmonie is met het leven. Het vernietigt datgene uit de menselijke natuur wat het leven tegenwerkt. Men zegt, dat het kwaad de kiem in zich draagt voor zijn eigen vernietiging, en dat is waar, maar de kiem voor de vernietiging in het kwaad is het inherente goede en wanneer het goede zich manifesteert, vernietigt het het kwaad, terwijl het enkel het goede achterlaat. En het leven is het goede dat altijd aanwezig is en altijd werkzaam is om zichzelf te vervullen.

Paragraaf 5. Het is niet intelligent om de schuld te geven aan jezelf of aan anderen. Het enige intelligente wat je doen moet is jezelf en anderen beschermen tegen alles wat minder is dan de Universele goddelijkheid. Wanneer we ons even sterk gaan richten op het behouden van de potentiële natuur van onszelf en van anderen als we ons richten op het behouden van onze aardse bezittingen, zal de wereld gevuld worden met echte Meesters.

Paragraaf 6. Bekijk jezelf eens in de spiegel. Is er enig licht in je gezicht, wanneer je bedroefd bent? Wanneer je straalt van vreugde, is er dan een licht aanwezig? Stel je het licht voor, dat van je uit zou gaan, indien je dat soort leven zou leiden wat je idealiseert en wat jouw leven is, zoals jij in staat bent het te leven en zoals je het dient te leven.

Paragraaf 7, 8 en 9. 'Als je God wilt kennen, handel als ware je God.' Als je wilt weten, hoe het leven van een Meester is, leid zelf dat leven. Alleen op deze manier kunnen we echt weten. Geen enkel mens kent de dingen van God, tenzij de geest van God, die in hem is, hen zal onthullen.

Paragraaf 10 en 11. Het duidelijke verschil tussen de leringen van de verlichten en die van de onverlichten is, dat de verlichten je leren om in jezelf te gaan voor kennis. Al de overigen gaan anderen onderrichten om buiten jezelf te zoeken. Het is niet waarschijnlijk, dat je buiten jezelf vind wat je binnen jezelf niet hebt kunnen vinden. De wereld geeft aan je terug wat je de wereld schenkt.

Paragraaf 12. Men dient het verschil te bestuderen tussen de toestand van zijn geest en de toestand van zijn ziel. De geest zegt zus en zo en dat alleen dit en dat mogelijk is. De ziel weet van zichzelf, dat hij onsterfelijk is, dat hij de Meester is, en hij verandert nooit in zijn activiteit. Je diepste wens is identiek met de manier waarop welke Meester ook zou handelen.

Paragraaf 13. Volledige toewijding aan een ideaal is het geheim van de vervulling ervan. Het is niet wensen en hopen, dat dingen een goede wending zullen nemen, maar voortdurend streven naar het doel van volmaaktheid.




HOOFDSTUK XII
PRANA


1. Het is tegenwoordig een bekend feit dat de Kosmische Levenskracht elke omstandigheid en elk atoom omgeeft en geheel doordringt en dat de Levenskracht in ons lichaam opgenomen kan worden met de adem die we inademen. Elke daad kan in overeenstemming zijn met die Levenskracht. Elke gedachte die we denken kan ermee in harmonie zijn.

2. Neem er notitie van dat gezegd wordt, dat deze Levenskracht opgenomen kan worden 'met de adem die we inademen'. Het is niet louter de daad van het ademen die deze Kosmische Levenskracht in het lichaam van de mens brengt. Tenzij onze lichamelijke ademhaling vergezelt gaat van een duidelijke aandacht ervoor, wordt zij niet werkelijk toegeëigend. Het is een levenskracht die zoveel fijner is dan onze fysische lucht, dat zij evenmin beïnvloed wordt door louter fysische processen als men elektriciteit kan toevoegen aan het lichaam, enkel door de daad van de lichamelijke ademhaling. Natuurlijk is er een zekere hoeveelheid elektriciteit, of wat wij elektriciteit noemen, die in het systeem gebracht wordt met elke handeling, en eveneens met de Kosmische Levenskracht, welke soms Prana genoemd wordt. Als je er notitie van wilt nemen, alles waarop je aandacht gericht wordt registreert een indruk in je geest. Op zijn beurt ontwikkelt deze indruk zich tot een idee en het idee wordt uitgedrukt in woorden. Dit is een soort van mentale ademhaling, nietwaar? Wel, er is een innerlijke aandacht, een diep verlangen noem je het, om volmaakt te zijn in elk onderdeel van je leven. Wanneer de uiterlijke aandacht verbonden wordt met deze innerlijke aandacht, of wanneer zij altijd oog heeft voor de volmaaktheid van het Universum, zoals dat het geval is met wat Seneca noemt het 'oog van de ziel', dan worden de elementen van de Kosmische krachten om ons heen opgenomen in het wezen van de mens. De mystici hebben altijd onderricht, dat aandacht het geheim is van succes in het omgaan met de Kosmische krachten. Diepe, oprechte, blijvende aandacht voor de omringende spirituele ethers, een volledig ontspannen lichaam en een alles opnemende interesse en volledige openheid van geest zijn de noodzakelijke houdingen teneinde deze 'innerlijke adem', zoals hij genoemd wordt, te kunnen realiseren. Dit is 'zieleademhaling', of het zich laten verruimen van het Zelf tot zijn natuurlijke ethers, de allesdoordringende Levenskracht of spirituele ethers, zoals Steinmetz het noemde, totdat deze door de daad van de aandacht opgenomen wordt in het totale wezen van de mens.

3. Omdat deze Levenskracht Kosmisch is, moet zij alle elementen geheel doordringen. Dit is in werkelijkheid de kracht die alle celgroei aanzet, deze toestaat zich uit te breiden en over te gaan in de groei van het lichaam, zowel als in de groei van planten. In feite wordt zij belichaamd in alle groei van elke omschrijving en vormt zij het ondersteunende element van het leven. Zij wordt eveneens datgene wat leven in zich opneemt, want zoals elke andere kracht, is zij zowel positief als negatief en vormt zij acties en reacties binnen zichzelf, juist zoals wervelende luchtstromingen in actie en reactie binnen zichzelf zijn. Men zou kunnen zeggen, dat de lucht ademt, of beweegt, en tegelijk zijn werking heeft binnen zichzelf en op zichzelf.

4. De methode waarmee men zich bewust de universele Kosmische Levenskracht, of Prana, toeëigent, wordt gewoonlijk Pranayama genoemd. Men zou haar Prana-ademhaling kunnen noemen, of de praktijk van het bewust ademen van de Kosmische Levenskracht. De nauwkeurige procedure is moeilijk te definiëren en het zou teveel tijd en ruimte kosten om de hele techniek van de Pranische ademhaling te geven. De techniek om de handeling te beginnen is juist ademen, dan kan men met zorg en oprechtheid zijn eigen methode zoeken om het proces in evenwicht te brengen. Zoals we boven gezegd hebben, is aandacht de ene fundamenteel belangrijke praktijk in het proces - aandacht voor de hoogste bron van energie die bestaat, die alles omringende tegenwoordigheid die jullie God noemen. De geest moet zonder spanning zijn en welke methode ook die de geest van spanning verlicht zou de volgende stap moeten vormen bij een juiste handelwijze.

In feite is de Prana of spirituele substantie zo fijn en gevoelig, dat hij door de minste kracht wordt afgestoten. Heb je ooit geprobeerd om een stukje pluis of dons dat in de lucht zweeft te grijpen? Elke gespannen of snelle beweging om het te grijpen dreef het alleen maar weg, maar een kalmte, alsof je het uit eigen vrije wil tussen je vingers liet komen, was de juiste techniek om het te grijpen. Iets wat een illustratie beter benadert zou men niet kunnen bieden. Het lijkt ook op trachten je iets te herinneren watje vergeten bent. Als je een krachtige mentale poging doet, herinner je je het niet, maar als je de geest laat rusten, als je op een rustige nadenkend wordt, dan komt het idee snel in de geest op. Zo is het ook met de Prana, hij wordt de natuur in geademd door rust en vertrouwen. Elke fase van de geest moet vrij zijn en het lichaam volkomen ontspannen. Men moet een gevoel hebben van volledige vrijheid en volledige uitgestrektheid, alsof de cellen van het lichaam zich werkelijk van elkaar verwijderden, totdat zij bijna los van elkaar stonden. Deze praktijk kan voortgezet worden, totdat men het gevoel van lichamelijke beperktheid helemaal vergeet, dan is men mentaal en fysiek in de meest volmaakte toestand om deze Universele Substantie in zijn hele wezen te ontvangen.

Zij heeft dan toegang tot elke cel van zijn wezen; zij wordt het ondersteunende en versterkende element van het leven: en speciaal van het menselijke lichaam. Deze methode van beheersing maakt, dat het lichaam jong en vibrerend blijft.

5. Het is een ondersteunende en versterkende praktijk die de cellen en weefsels van het lichaam toestaat om uit te zetten, terwijl zij het lichaam daardoor van meer zuurstof voorziet. Het is een volledig spiritueel luchten van elke cel van het lichaam aan de oorspronkelijke ethers waaruit zij voortkwam. Precies zoals je in een lichtstraal de verschillende kleuren aantreft, zo tref je in Prana al de elementen van het leven aan, die de werkelijke essentie vormen van de geringere krachten.

Prana is geen zuurstof, maar dat wat zuurstof leven schenkt, het eigenlijke leven binnen de zuurstof. Het is dat wat kracht geeft aan elektriciteit, bewustzijn aan de geest. Met andere woorden, het is de werkelijkheid die binnenin alle mindere krachten bestaat, achter hen schuilgaat en hen ondersteunt. Het wordt de Geest van God genoemd in de Schriften. Pranayama - spirituele ademhaling - staat de juiste expansie toe van al de elementen die in het lichaam opgenomen worden voor de groei ervan en door deze expansie worden al de elementen van zuurstof voorzien of 'gelucht', zoals wij zeggen, wanneer we dingen blootstellen aan de lucht of aan de zon om verfrist te worden. Op precies dezelfde manier wordt de hele natuur opgefrist, vernieuwd, verkwikt, gevoed, wanneer het lichaam ontspannen is, wanneer de gedachten en de geest bevrijd zijn, wanneer de hele natuur zich zodanig verruimt, dat zij bewust de Prana toestaat om het gehele wezen volledig te doordringen. Dit is Pranayama of de kunst van het spiritueel ademhalen. Maar aandacht is het fundamentele geheim van de praktijk. Je moet zelfs aandacht schenken aan de zon om het meeste voordeel te trekken uit een zonnebad.

6. Het is door middel van deze praktijk, dat bepaalde Yogi's in staat zijn om voor een bepaalde tijdsduur schijndood te zijn. Dit geeft rust aan het hele systeem en vernieuwt het voor het contact met zijn oorsprong of bron. Het wordt hersteld en het vlees zelf treedt opnieuw in contact met de oorspronkelijke levenselementen.

Op dezelfde manier en met dezelfde resultaten onderbreken zij de ademhaling.
Het is als uit het water in de frisse lucht komen, nadat men een poos ondergedompeld is geweest. Trachten om bezieling en ademhaling te onderbreken, zou enkel betekenen, dat je letterlijk verdrinkt. Maar, wanneer je jezelf verruimt en je zo ontspant, dat je bewust de levenschenkende ethers begint te voelen, maakt dat je zo levend, zo wezenlijk vervuld van leven, zo verfrist en gevoed, dat je geen behoefte hebt aan de uiterlijke adem of de uiterlijke activiteiten van het lichaam. Je wordt levend van binnenuit.

7. Precies zoals deze praktijk het lichaam vitaliseert, zo verlevendigt hij ook de geest. De reden waarom mensen niet goed denken is, dat de geest te gespannen is, teveel samengeperst - zo te zeggen - zodat hij niet vrij functioneert. Door de practijk van Pranayama wordt de hele natuur verruimd en functioneert zij meer vrij en volledig. Het is als het losmaken van lagers die te vast zitten in een machine en het erin laten dringen van de olie. Zij loopt dan vrijer. De herinnering komt in dit geval binnen vanuit duizend verschillende bronnen en men herinnert zich wat men in het begin was. Zij komt zonder ook maar de minste inspanning en wat hij maar wil weten komt ogenblikkelijk en gemakkelijk in zijn gedachten. Aangezien Prana alles doordringt, moet er een nauwe relatie zijn tussen Prana en die functie van de geest. Prana staat geen verdeling in functie toe, want hij verenigt al de functies van het individu met het Universele. Hij is natuurlijk Universeel en opent de weg voor alle activiteiten, duizenden en duizenden activiteiten tegelijk. Prana is een uitstralende energie die ten grondslag ligt aan alle stof. Natuurlijk is stof in haar oorspronkelijke toestand energie en is energie stof. Wat we kennen als energie en stof zijn enkel twee aspecten van een enkele oerenergie en deze oerenergie is Prana, of Geest.

8. We kunnen meer naar waarheid zeggen, dat Prana een van de elementen is van de Geest, want geest is niet alleen energie, maar intelligentie en substantie.

Hij is subtieler dan ether. De Westerse wereld definieert ether als Prana, hoewel er een verschil is tussen de fijnheid en de activiteit van Prana en ether. De laatste is bezig te ontstaan, terwijl Prana altijd actief is. Ether is Prana die manifestatie aan het worden is, of naar buiten treedt om zich te manifesteren. Al de fijnere krachten van de natuur, zoals elektriciteit en de andere bewegende elementen van de schepping zijn verdelingen en middelen waarin en waardoor Prana werkt.

9. Wanneer het menselijk lichaam of enige stoffelijke vorm desintegreert, verandert het weer in Prana, eerst in de verschillende vormen van energie, en vandaar weer in de Universele kracht en Oerkracht. Indien Prana voortdurend opgenomen zou worden in het hele wezen van de mens, zou het vlees eeuwig verlevendigd worden, of het zou meer en meer bezield raken, meer en meer levend, en de vijand zou overwonnen worden. Er zijn er die ouderdom en dood overwinnen met en door een begrip van Prana, dat zij altijd al hadden. Zij bouwen het lichaam weer op met de Pranische invloed. Dit gebeurt in geringe mate, telkens wanneer men gaat slapen of uitrust, maar wanneer men bewust aandacht toevoegt aan de Pranische Aanwezigheid, in lichaam en geest volledig ontspant, dan ademt de aandacht de altijd-aanwezige Prana in zijn hele wezen en door zijn hele wezen heen: de hoogste mate van vernieuwing van geest en lichaam wordt bereikt.

10. Zie je, intelligentie is de voornaamste eigenschap van het bestaan en de activiteit van het bewustzijn is Prana, of levenskracht van de schepping, en de stof is de vorm waardoor beide werken. Intelligentie, Leven en Stof vormen de drieëenheid van elementen in de eerste oorzaak, zoals gedefinieerd door de Westerse wereld.

Intelligentie is haar KENNENDE aspect. Leven is haar VERLEVENDIGENDE aspect of levensaspect. Stof is het aspect dat het vermogen heeft tot VORM. Prana wordt gewoonlijk gebruikt als zowel de elementen van stof als van leven omvattend en zij zijn de voertuigen of middelen, waardoor de intelligentie werkzaam is om de geschapen vormen te leiden en te bepalen.

11. Deze oerintelligentie, oerleven en oerstof zijn enkel de Almachtige God in actie, maar zij moeten een bewuste werkelijkheid worden in elk individu. Zij worden selectief voor het individu en zijn van bewust nut voor het individu, terwijl het individu hen kiest.

12. De Kosmische Straal waarvan Millikan spreekt is een Pranische golf. Men zal negen onderverdelingen vinden van de Kosmische Straal die allemaal duidelijk Pranisch van oorsprong zijn. Zij kunnen van groot voordeel zijn, indien zij juist gebruikt worden. Deze negen stralen zijn de uitstralingen van Pranische energie, precies zoals de zeven kleuren uitstralingen zijn van een straal van zuiver wit licht.

Schepping is slechts het uiteenvallen en weer samenkomen van invloeden of energieën, zoals we hen noemen, die uitstralen van de Pranische ethers.

13. Wanneer we terugkeren naar het centrum van iets, is het zuiver licht en dit is het innerlijke licht waarvan Jezus sprak. Het is het licht der Verlichting. Hoe groter het spiritueel ontwaken van de mens, des te groter het licht. Heb je niet opgemerkt, dat iemand die vreugdevol ontwaakt een schittering heeft rond zijn gelaat? Wanneer men geestelijk wakker is, is het licht op overeenkomstige wijze helder.

Daarom schilderen kunstenaars Jezus met een krans van licht om zich heen. Licht is leven. Dit is het 'licht dat elk mens verlicht die in de wereld komt' en het is het vuur waar de ingewijden van de occulte scholen doorheen moesten lopen om in aanmerking te komen voor verlichting. Dit licht is overal om ons heen en is een uitstraling van de Pranische ethers. Het is het licht dat het begin en het einde is van de schepping. Wanneer je in het licht kunt leven, zoals je nu leeft in je lichaamsbesef, zul je onsterfelijk zijn, want het licht sterft nooit. Ik las een verslag van een of ander soort licht dat scheen in Trans-Jordanië, hoewel archeologen er volkomen zeker van waren, dat daar niets aanwezig was van een oude beschaving. Zij die op het licht afgingen troffen al heel snel archeologische overblijfselen aan. Dat is in Perzië eveneens gebeurd. We hebben het nog niet gezien in de Gobi. Er is echter een verhaal, dat het licht altijd te zien was in dat land. We hebben in feite een volledig verhaal, dat dat licht te zien was boven de eerste toren van Babel, een toren die gebouwd was van echte steen in de vorm van een trappenpyramide. Dit licht wordt echter alleen gezien door het Ene Oog, zulke toegewijde aandacht, dat al de zintuigen en vermogens van de mens gericht zijn in één richting en die richting moet wijzen naar wat de Schriften noemen het 'licht van Zijn gelaat'.

14. Dit is het licht van het Nieuwe Jeruzalem waarvan gesproken wordt door Johannes in de Openbaringen. Johannes wist, hoe het Pranische Licht te gebruiken.

Hij verruimde zijn gezichtsvermogen, zodat hij het in zijn geheel kon opnemen.
Het gaat natuurlijk veel verder dan wat we kennen als helderziendheid, hoewel helderziendheid een aspect ervan is en in werkelijkheid een stap terug in de evolutie is. Het komt overeen met leven in het licht dat geleend is van iemand anders, wanneer het ware licht, het licht dat elk mens verlicht, in de mens zelf is.

15. We moeten voorwaarts gaan naar dat Licht en de lagere zintuigen die ons weerhouden of afhouden van ons geboorterecht zullen loslaten. De begrensde activiteiten leiden ons weg van de ontplooiing en het gebruik van het Pranische Licht door het hogere zintuig. De psychische vermogens zullen zich aaneensluiten en waardevolle werktuigen worden, wanneer het Pranische Licht zich ontplooit. Het Pranische licht vibreert veel hoger dan de psychische krachten. Bovendien vormen mediumschap en zogenaamde psychische ontwikkeling geen stappen in de richting van het ontplooien van het directe Pranische Licht.

16. Op Pranisch licht kan altijd een beroep gedaan worden om wat voor verlagende krachten ook te overwinnen die het tegenwerken, juist zoals licht in het spel gebracht kan worden om duisternis te verdrijven. Het kan het IK BEN centrum zijn. De verklaring, 'Ik ben de kracht van dat Pranische Licht en ik projecteer Het en wend het aan als almachtig,' zal die toestand van de conflicterende krachten of stemmen steeds doorbreken. Maar het moet de stem zijn van het Christus-Zelf, dat de werkelijke IK BEN is in ieder individu. Deze IK BEN bevindt zich niet boven je of buiten je, maar juist in het centrum van je wezen. Dat was de gedachte van Jezus, toen hij zei: 'Ik heb niets behalve dat wat komt in de Naam en door de Macht van de Christus.' Het houdt de hoogste belichaming van Prana in.

17. De verheerlijking van Christus vond plaats, toen het bewustzijn van Jezus opging in het besef dat Intelligentie, Leven en Stof in laatste instantie EEN waren en dat Ene was wat hij de Vader noemde, of oeroorzaak, zoals al de verschillende kleuren van het spectrum die weer veranderen in een zuivere straal van wit licht.

18. Er is slechts één Bewustzijn, Een Principe, Een Betekenis. Het wordt alleen gecompliceerd, wanneer we ons teveel bezighouden met differentiaties of schijnbaar verschillende functies en eigenschappen. Wanneer je omgaat met de geest als functionerend in vele vermogens, verstrooi je jezelf alleen verder en scheid je jezelf steeds verder af van je bron. Ziet, onze God is EEN. Met die ene gedachte of houding, van Pranische krachten die altijd zowel in ons als om ons heen functioneren, worden we verenigd, of één, met het geheel. Johannes zei, dat datgene wat buiten is in werkelijkheid binnen is. Hij voerde het helemaal door tot die grote Pranische kracht die altijd bestaat en altijd actief is en deze actie is de Ene actie door heel de schepping en heel de ruimte.




VOOR DE LERAAR


De voorafgaande les die door het reisgezelschap van de Reis door India ontvangen werd van de heer Spalding, behandelt een onderwerp dat van het hoogste belang is voor elke student. Zij onthult de nauwe relatie die er bestaat tussen de geest van de Hindoe Geleerden van de Universiteit van Calcutta en andere Oosterse geleerden, en de religie van de oriënt. De tijd komt snel dichterbij, waarin muren van verschil geheel geslecht zullen worden en de uiteindelijke eenheid van godsdienst en wetenschap algemeen erkend zal worden als een en hetzelfde ding, hoewel zij vaak een afzonderlijk feit vanuit verschillende richtingen kunnen benaderen.

Paragraaf 1. Wat betreft succesvol leven dient goed begrepen te worden, dat de mens niet ondersteund wordt door wat hij algemeen beschouwd heeft als wezenlijk. Zijn werkelijke voorziening moet zich noodzakelijkerwijs bevinden in de werking van krachten die in het begin werkzaam waren om hem te scheppen. Binnen deze krachten vindt men al de elementen waaruit de zichtbare schepping bestaat en alleen door een bewust contact met deze oorspronkelijke krachten kan de mens hopen het leven succesvol te leven in zijn meest volledige mogelijkheden.

Paragraaf 2. De 'Kosmische Adem' is geen kwestie van lichamelijke ademhaling, maar een kwestie van bewust contact met de Levenskrachten die werken in de spirituele ethers om ons heen. Ademhalen wil zeggen de elementen uit de lucht in je natuur ontvangen en vervolgens uitademen wat het lichaam niet verwerkt. Spiritueel ademhalen wil zeggen datgene ontvangen in het bewustzijn van de mens wat zich binnen de spirituele ethers bevindt en dat wordt teweeggebracht door de kalme en diepe aandacht van de geest. Mensen brachten het vaak in verband met lichamelijke ademhaling, maar het moet met dit proces niet verward worden. Waar je oog ook op valt, je ontvangt indrukken met betrekking ertoe in het bewustzijn en alles watje doet is een uitdrukking van wat je op deze manier ingeprent krijgt.

Door aandacht voor de spirituele ethers absorbeer je hun elementen in je wezen en de expressie van je hele leven wordt verlevendigd en neemt toe vanwege de aard zelf van datgene wat je aandacht bezighoudt.

Paragraaf 3. Men dient de doordringende aanwezigheid van al de krachten van het Bestaan in overweging te nemen, totdat men zich even bewust wordt van deze krachten als men zich nu bewust is van vorm. Dit is het geheim van het ontwikkelen van onbegrensde macht of meesterschap.

Paragraaf 4. Pranische adem is niet iets mystieks of moeilijks en vereist niet veel instructie. Men neemt gemakkelijk en snel de zonneschijn op, want het is de aard van het zonlicht om alle objecten te doordringen waarop het schijnt. Nog doordringender zijn de vitale energieën van de spirituele ethers. Ontspannen, rustige aandacht is het geheim.

Paragraaf 5. Lichamelijke spanning is een samentrekking van het vlees, veroorzaakt door mentale samentrekkingen. Mentale samentrekkingen worden veroorzaakt door de schijnbare beperkingen van vorm en omgeving te bestuderen. Een ruimere levensvisie bevrijdt de geest, die op zijn beurt het lichaam bevrijdt. Laat je hele wezen elke dag eens goed Pranisch luchten en observeer de toename van elk vermogen van je wezen.

Paragraaf 6. De schijndood is niet louter een kwestie van het tot stilstand brengen van de processen der lichamelijke functies. Het wil zeggen, dat men zich vereenzelvigt met een superieure actie die beantwoordt aan alle vereisten van het lichamelijke wezen; dan zijn de zogenaamde normale functies niet noodzakelijk. Het grotere vervangt altijd het kleinere en vervult de behoeften van het kleinere. Probeer niet op te houden met eten of ademhalen en probeer niet het hart te laten stilstaan. Wend jezelf tot de Goddelijke aanwezigheid, totdat je merkt, dat zij je hele wezen verlevendigt.

Paragraaf 7. Vitaliteit of levende energie is niet het resultaat van voedsel of ademhaling. Het is de activiteit van de levenskracht van het Universum die het wezen van de mens moet herleven.

Paragraaf 8. De Geest is de activiteit van de hele scheppende machinerie van het Universum; het is God in actie. Bij deze actie zijn al de elementen uit de natuur van God betrokken en zij bevat dan ook al de elementen die betrokken zijn bij de schepping.

Paragraaf 9. Dood en verval is enkel een gebrek aan bezieling vanuit de bron van iemands wezen, evenals mislukking en armoede.

Paragraaf 10 en 11. De Universele Oorzaak weet wat zij doet en weet wat jij zou doen om aan haar doeleinden te beantwoorden. Voortdurende oplettendheid m.b.t. al de activiteiten van de Geest betekent het vermogen tot doen kennen en bezitten.

Paragraaf 12 en 13. Licht is leven, maar er zijn hogere vormen van licht, zoals er ook hogere vormen van ether en energie zijn. Alleen het individu dat de Aanwezigheid van God toepast kan precies weten, hoe dat licht is, maar iemand die geneigd is om diep te mediteren vangt er vaak een glimp van op.

Paragraaf 14. Ware helderziendheid -heldere waarneming - ziet geen gedaanten en vormen, maar is dat gewaarzijn van de geest dat de zuivere actie van de Geest ziet en kent.

Paragraaf 15. Wacht niet om eerst, zoals je dat noemt, te overwinnen, voordat je je waardig voelt om het pad te betreden dat naar verlichting leidt. Begeef je in het licht en laat het dat wegbranden wat vals is. Laat je fouten, ziekten en ongewenste omstandigheden los. Treed het licht tegemoet en deze omstandigheden zijn er niet.

Paragraaf 16 en 17. Pranisch licht of Spiritueel licht is evenmin iets wat moeilijk te verwerven is als fysisch licht. Het beweegt zich altijd in je richting en werkt even snel door je hoogste idealen als door je geringste behoeften met oneindige snelheid, juist zoals fysisch licht ogenblikkelijk door enige opening, groot of klein, flitst.

Paragraaf 18. Alles terugbrengen tot eenheid vereenvoudigt de hele kwestie van leven en geestelijke vooruitgang.




HOOFDSTUK XIII

DE QUANTUMTHEORIE


1. Het gaat om natuurkundige principes, wanneer men een studie maakt van de Quantumtheorie. Het is de theorie van de verdeling van energie over heel de natuur. Zij werd ontwikkeld aan de Universiteit van Berlijn als uitvloeisel van onderzoek naar straling van zwarte voorwerpen. Dit onderzoek resulteerde in de conclusie, dat alle vormen een duidelijke energie uitstralen en dat er niets bestaat in de wereld van de vorm dat een inerte massa is. Elke vorm kent binnen zichzelf een zekere mate van energie en deze energie is een duidelijke uitstraling van de energie die de oneindige ruimte vult. De hoeveelheid energie die elke afzonderlijke vorm uitstraalt staat in rechtstreekse verhouding tot de relatie die zij heeft met de Universele energie.

2. Juist zoals een slinger zwaait in een lange of korte boog overeenkomstig de hoeveelheid kracht, uitgeoefend om hem in beweging te brengen, zo behouden ook alle vormen de hoeveelheid actieve energie die vereist is om hen voort te brengen.

Deze energie wordt behouden door de vorm juist in de mate waarin hij zijn relatie behoudt met de energie die hem voortbracht. Als de slinger stopt, is dat omdat de aandrijvende kracht niet langer invloed op hem uitoefent. Materie wordt steeds minder actief, terwijl zij iets van haar contact verliest met de oorspronkelijke aandrijvende kracht die haar in beweging zette. Wanneer deze energie ophoudt te werken binnen de vorm, desintegreert de vorm.

3. Metafysisch gezien houdt dit veel in wat van wezenlijk belang is voor de mensen van de Westerse wereld. De beweging in de Verenigde Staten kwam onder invloed van de depressie en alles wat dat betekent is, dat er geen basis was in de werkelijkheid. Dat wil zeggen, deze was gegrondvest op slechts een halve waarheid.

Er bestaat de werkelijkheid als basis voor onze metafysica, maar die werkelijkheid werd over het hoofd gezien en verkeerd begrepen door de meesten van haar exponenten in de Verenigde Staten. Dit zal allemaal besproken worden in onze beschouwing van de Quantumtheorie.

4. De Oosterse wereld, degenen die zich op een hoger niveau van denken bevinden, was op de hoogte van de feiten die naar voren gebracht werden in de Quantumtheorie. Zij houden zich, in het kort, slechts met één feit bezig, n.l. dat van de universaliteit van alle dingen en bijgevolg hebben zij, doordat zij zich met dat ene feit bezighouden, een duidelijke basis voor zowel wetenschap als metafysica. De psychologie van de Westerse wereld is louter kinderspel. Zij is in hoge mate gebaseerd op theorie. Steeds wanneer je je bezighoudt met indelingen in mentaal , materiëel en fysiek, kun je niet anders dan tenminste 75% van je berekeningen op theorie baseren. Indeling is geen eenheid en eenheid is geen indeling en de basis van heel de schepping is, dat het een eenheid is. 'Ik ben die ik ben en buiten mij is er geen ander,' is de eeuwige verkondiging van het feit, namelijk de eenheid van alle dingen. Het is een rechtstreekse schending van deze fundamentele eenheid, wanneer men de geest beschouwt als bestaande in aspecten of vermogens, terwijl in werkelijkheid de geest een enkele eenheid is, niet alleen binnen het individu, maar ook bestaande in en vanuit het Universum. De stoffelijke vorm is niet iets wat geïsoleerd en onafhankelijk is van het Universum, maar is één in en met de Universele substantie. Het fysieke lichaam is geen geïsoleerd aspect van het scheppende plan, maar is een met en bevindt zich in de Universele Energie. Deze fundamentele eenheid schenden is jezelf isoleren in een hypnotische toestand, waar je een apart wezen schijnt te zijn en je jezelf dan ook afsnijdt, jezelf van leven berooft, en uiteindelijk je vermogen vernietigt om je nog verder op dit vlak te manifesteren. De relatie van het zichtbare met het onzichtbare ontkennen is jezelf uit je lichaam en in het onzichtbare dringen.

5. De Oosterse filosofie is helemaal niet gebaseerd op theorie. Zij is gebaseerd op een duidelijk wetenschappelijk feit of beginsel. Dat is dezelfde gedachte die Einstein naar voren brengt in de Quantumtheorie. Hij heeft deze met meer bewijskracht naar voren gebracht dan enige andere geleerde in de Westerse wereld. Velen zeggen, dat het de leemte vult tussen Wetenschap of Fysica en het ware religieuze denken.

6. De oosterling benadert de kwestie van het religieuze denken helemaal niet als theorie. In feite bewijst hij, dat het geen theorie is. Daardoor brengt hij juist dat feit en de mogelijkheden die dat feit inhoudt tot stand. Je ziet de Oosterse filosofen geen theorie over wat dan ook verkondigen. Zij baseren zich altijd op de feiten. Het zijn namelijk geen feiten eenvoudig omdat zij dat verklaren, maar omdat zij een wetenschappelijke basis hebben in de feiten. Die feiten werden duidelijk onthuld door Christus, toen hij zei, 'Ik en mijn vader zijn EEN,' terwijl hij de eenheid van zichzelf met het geheel behield. Dat is de basis van waaruit alle succesvol leven zich moet ontwikkelen en slechts in de mate waarin deze eenheid gehandhaafd wordt door het individu, begint hij de energie uit te stralen die hem tot leven bracht. Dit is de basis van de Quantumtheorie, toegepast vanuit het gezichtspunt van zuivere religie of zuivere metafysica. En dat is de reden waarom de Oosterse filosofen zoveel aandacht schonken aan de Quantumtheorie. Zij zien de geleerden van de wereld terugkeren naar de basis van hun eigen religieuze denken, dat zij er duizenden jaren lang op na gehouden hadden.

7. Einstein trad niet direct naar voren om te zeggen, dat het allemaal Geest is. Dus werd er de nadruk op gelegd, dat het fysische of materiële geen feit was, maar hij liet zien, dat het gebaseerd is op één gemeenschappelijke bepaaldheid. Hij formuleerde het als één algemeen Principe dat alle natuurkunde, zoals hij zei, onder een hoofd bijeenbracht. Dat is precies wat de vertegenwoordigers van het hogere Oosterse denken lang geleden vastgesteld hadden - dat er slechts één Principe is, één wetenschappelijke basis en dat die basis er een is van Zijn.

8. Nu gaat de Westerse wereld niet terug om te redeneren vanuit dat Principe. Zij werken door naar dat Principe vanuit het uiterlijke, bijgevolg is het niet noodzakelijkerwijs een juiste vorm van redeneren; dat wil zeggen, hun vorm van rede werkt vanuit het principe naar zijn manifestatie en niet vanuit de manifestatie terug naar het principe. Stel je voor, dat je tracht te werken aan een probleem door terug te redeneren of door te pogen terug te redeneren naar het Principe door de grootte, de vorm en de opbouw van een opeenhoping van figuren te bestuderen.

Dat is precies wat de mensen in de Westerse wereld doen, in hun poging om het raadsel van het leven op te lossen. Door dit proces worden zij in hoge mate mentaal, of, zoals wij het formuleren, intellectueel. En zoals we al weten, is hun intellectuele kennis altijd onderworpen aan herziening, want zij bewijst zichzelf niet.

Daarom heeft een van onze moderne geleerden gezegd, dat alle geschreven werken over de wetenschap, voorafgaande aan de laatste tien jaar, verbrand zouden moeten worden. De Oosterse wereld is uitgestegen boven het intellectuele of het normale intellectuele. Natuurlijk is echt principe en echte rede vanuit de basis van het Ene Feit de hoogste vorm van intellect. Maar de hypothese die de Oosterse wereld stelt geeft haar volledig een ware intellectuele basis door haar tot een helder begrip te brengen.

9. Het intellect van de Westerse wereld heeft een grote reikwijdte, maar komt tot geen definitieve conclusie in haar hypothesen of theorieën. Heel de Wetenschap van de Westerse wereld is gebaseerd geweest op die hypothese of theorie. De mensen in de Westerse wereld hebben het punt bereikt waar zij het bestaan kennen zekere bepalende factoren, maar zij gaan nooit rechtstreeks naar de eenvoudige noemer van het Ene Principe, wanneer zij zich bezighouden met feiten. De filosofen hebben hun premissen altijd gebaseerd op één Natuurlijk Feit. En ziedaar de basis van de Quantumtheorie. Een Universeel Feit van waaruit alle vorm uitstraalt en functioneert als de bezielende kracht van de geschapen vorm -de Universele distributie van energie.

10. Het verschil tussen de Hindoe opvatting en de theorie van het Monisme is dat de laatste alles elimineerde op de blinde kracht van de natuur of schepping na. De Hindoe beschouwde haar altijd als een actieve, intelligente kracht die wist wat zij deed, een energieke kracht, en een kracht die een intelligente schepping tot stand bracht die toewerkte naar een intelligent doel, en hij was van mening, dat een ieder die wilde meewerken met de intelligentie van die kracht met behulp daarvan alles kon bereiken.

11. De grote moeilijkheid van de hele kwestie is dan ook juiste kennis. Wat we kennis genoemd hebben is verleden tijd. De ware kennis ligt buiten de zintuigen.

De ware basis van kennis is het kennen van de motiverende kracht en de doelen waarnaar zij toewerkt, omdat het dit motiverende besef is of het innerlijke besef van de tendens van de motiverende kracht van het Universum dat alle dingen deed ontstaan in het begin en dat alle dingen tot stand zal brengen door middel van dat individu dat voelt en werkt in harmonie met haar doel.

12. De ware kennis ontstaat door Samadhi of stilte. Zij ontstaat door een innerlijk voelen of een intuïtief weten. Dit is juist wat we begrip noemen. Wat je ook verwerft, zorg dat je begrip verwerft. Wanneer we gehoorzamen aan wat we innerlijk voelen is succes verzekerd en dan hebben we juiste kennis, want zij is gebaseerd op de werking van het Principe. Dit is de manier waarop alle ware kennis ontstaat, niet alleen in spirituele zaken, maar in verband met de principes die we elke dag gebruiken. We ontdekken bepaalde principes, passen die principes toe, resultaten komen en vanuit deze resultaten formuleren we onze kennis.

13. Wanneer je die kennis volledig uit het rijk der hypnose verwijdert, beland je bij het fundamentele feit of de fundamentele waarheid. Kennis hoeft niet noodzakelijk te bestaan in het fundamentele feit. Dat feit bestond al eerder en is groter dan kennis. Kennis, zoals de Hindoe het stelt, vloeit rechtstreeks voort uit het tot uitdrukking brengen van het fundamentele feit.

14. Wanneer de Bijbel zegt: 'Het vlees baat niets' wil dat niet zeggen, dat het vlees niets is. Het heeft geen werkelijkheid behalve die, welke de Geest toebehoort die het voortbracht. Het vlees brengt niet voort; het brengt helemaal niets voort, want het is datgene wat voortgebracht is. Het is de Geest die voortbrengt. Vlees is Geest in de vorm, zoals zij het zeggen. Zij maken geen enkel onderscheid tussen vlees en Geest of stoffelijk en Geestelijk. Bijgevolg is het allemaal één en hetzelfde voor hen en dat is de reden waarom zij slagen. Het vleesgeworden Woord is de waarachtige spirituele vorm.

15. Wanneer de Geest werkt in de manifeste vorm, gehoorzaamt hij aan een manifestatie van de wet. Indien je die Wet kunt kennen, kun je zonder meer de Geest kennen. Zoals Paulus zegt; 'Geloof is de werkelijkheid van de Geest.' Het betekent, dat Geloof, tot weten gebracht, geheel werkelijkheid is. je weet in plaats van dat je Geloof hebt. Op dat punt wijkt het Sanskriet nooit af. Die aanwezigheid van de Geest die eerst geloof is en dan weten, schept. Met behulp van die aanwezigheid scheppen mensen altijd, niet met behulp van de zintuigen of het besef van het materiële, maar door de hele werkelijkheid als Geest.

16. Geloof is het actieve principe van de geest. De geest die handelt vanuit innerlijk weten of begrijpen rijpt tot kennis of wordt absolute kennis. Spirituele intuïtie is rechtstreeks weten; het is putten uit het oneindige bewustzijn rechtstreeks bij zijn bron. Dit vermogen tot rechtstreeks weten is ieder individu aangeboren.

Sommigen openbaren het vroeg in hun leven, voornamelijk omdat zij minder gehypnotiseerd zijn. Dat wil zeggen, hoe minder iemand onderworpen is aan de veronderstelde kennis van het ras, welke in werkelijkheid onwetendheid is, des te meer gaat hij af op datgene waarvan hij instinctief weet en voelt, dat het waar is.
Dit schuilt binnen het individu en moet tot uitdrukking gebracht worden.

17. Jezus sprak: 'Ik heb niets behalve dat wat komt in de naam en door de macht van Christus,' waarmee hij zich te allen tijde in een positie van directe ontvankelijkheid plaatste voor spirituele intuïtie. Wat Jezus deed was in werkelijkheid een les over de manier waarop ieder mens in elk aspect van het leven tewerk zou moeten gaan. Opdat je een zou kunnen zijn met de Vader, zoals ook hij een was met de Vader, en zijn contact was altijd door de Christus, het Woord van God, dat de innerlijke werkelijkheid van alle mensen is. 'Christus is alles en in allen' en Christus is de innerlijke werkelijkheid van ieder individu.

18. Er is slechts een soort intuïtie, precies zoals er slechts een soort fysiek gezichtsvermogen is. Je kunt door middel van je ogen wat je maar wilt bekijken en ontdekken. Je kunt zoeken naar schoonheid en lelijkheid en je gebruikt hetzelfde gezichtsvermogen. Het ene is wenselijk en het andere is niet wenselijk. je kunt je intuïtie oefenen in het opsporen van het bepalende principe en zijn werkingen; je kunt haar oefenen voor psychische niveaus en erachter komen wat daar gebeurt; of je kunt haar oefenen op je naaste en zijn geheime gedachten en motieven ontdekken. Maar intuïtie, in enige andere richting gewend dan het ontdekken van de werkingen van het Principe zelf is de pervertering van dit zintuig achter alle zintuigen en hypnose is het gevolg, want zij verduistert de heldere waarneming van individu. De enige manier om aan de geringste mate van hypnose te ontsnappen is het oefenen van de intuïtie voor de kanalen van het directe weten. Dit is het pad van licht en welke pervertering ook van het intuïtieve zintuig is het pad van duisternis.

19.De oude theorie van het occultisme, dat de zintuigen moeten worden vernietigd of gedood of omgeschakeld is niet in overeenstemming met de leringen van de zuivere Hindoe filosofie. Zij zeggen dat alles Geest is, dat de zintuigen Geest zijn, maar ook als zodanig gebruikt moeten worden en dat hun ware spirituele betekenis behouden moet blijven. Het worden kanalen van expressie voor datgene waarvan de intuïtie leert, dat het afkomstig is van de Geest. Dit directe weten is ook directe manifestatie. Als we het feit zouden willen accepteren, dat geopenbaard is in het Principe dan zou dat feit onmiddellijk manifest voor ons worden. Zo gemakkelijk is het. De Westerling heeft het eenvoudig ondergedompeld in ingewikkeldheden.

20. Wanneer je de aard van wat je materie noemt als zuivere Geest-substantie goed begrijpt, dan kun je inzien, waarom dit nu precies waar is. De Hindoe zegt: 'Pers de kubus samen en je hebt een andere substantie. Maak hem groter en je hebt een andere substantie.' Je definieert dit niet als materiële of fysische substantie, omdat je in de compressie of expansie zijn natuur niet verandert, maar alleen de relatieve positie van de atomen. Water of ijs is evenzeer H2O, ongeacht zijn vorm, en dit vermogen tot samentrekking en uitzetting is de vierde dimensie ervan. Zo vormt ook het vermogen om wat dan ook van de ene grootte uit te breiden tot de andere door het eenvoudige opnieuw rangschikken van de atomen de vierde dimensie daarvan en verandert zijn inherente karakter niet. Als alle dingen zijn samengesteld uit Spirituele substantie, is er geen scheidslijn tussen wat we de Geest hebben genoemd en zijn manifestatie. Pas wanneer de mens in een toestand van hypnose is, verbeeldt hij zich, dat er iets meer is dan de eenheid van alle dingen en de overeenstemming van alle dingen. Door zijn hypnotische toestand legt hij de vorm valse invloeden op en deze vervormingen zijn de verzinsels van zijn eigen onwetendheid.




VOOR DE LERAAR


Paragraaf 1 en 2. De les die men aantreft in deze uiteenzetting van de Quantumtheorie biedt een ongewone gelegenheid om de geest van het individu het feit in te prenten, dat alles wat hem ontbreekt het gevolg is van het zichzelf afscheiden van de oorspronkelijke eerste oorzaak. Juist zoals een motor stopt, wanneer hij losgekoppeld wordt van een elektrische stroom of een licht uitgaat, wanneer de schakelaar omgedraaid wordt, zo houdt de mens op te functioneren in juist die mate waarin hij zich afscheidt van de Geest van God.

Paragraaf 3. Wanneer het neerkomt op een kwestie van louter de wereld met het denken manipuleren, en trachten bewijs te leveren door het gebruik van bekrachtiging, put de mens vroeg of laat het vermogen om tot stand te brengen uit. Alleen door diepe meditatie op de eenheid van alle dingen, de eenheid van de mens met God, herleeft zijn macht, zodat hij opnieuw terugkeert naar de positie van macht die hem rechtmatig toebehoort. De mens kan uit zichzelf niets doen. Het is de Geest die verlevendigt en wanneer zijn geest en natuur opnieuw bezield worden met de Geest, komen zijn woorden en daden tot leven en alleen dan treedt hij op met macht.

Paragraaf 4, 5, 6 en 7. Het maakt een geweldig verschil voor de mens, of hij tewerk gaat vanuit een ware of vanuit een veronderstelde of valse hypothese. De conclusies waartoe hij komt in zijn berekeningen hangen af van de basis of het principe waar hij van uitgaat. Indien die basis vals is, moet de conclusie vals zijn. Omdat de schepping begon in het grote Universele Geheel, kan de mens geen degelijk beginpunt voor zijn activiteiten vinden behalve in diezelfde basis. Men kan een principe niet aanpassen aan zijn eigen denken, maar men moet zichzelf aanpassen aan de werking van het principe en men moet zijn gedachten ontwikkelen vanuit dat principe. Op zijn beurt moet zijn handelen zich conformeren aan datzelfde principe, en eerst dan kan men hopen, dat zich resultaten zullen voordoen die in overeenstemming zijn met zijn fundamentele natuur.

Paragraaf 8 en 9. Deze paragrafen hebben betrekking op het verschil tussen ware en valse rede, tussen intelligente en valse logica. We zorgen ervoor, dat onze geest volledig omgekeerd wordt, wanneer we werken vanuit het uiterlijke of wanneer we enkel en alleen werken voor uiterlijke resultaten, waarvan we ons voorstellen, dat zij passen bij onze eigen opvatting van dingen. Er is een gevestigde orde in het Universum en alleen door ons te schikken naar die natuurlijke orde der dingen kunnen we hopen op bevredigende resultaten.

Paragraaf 10. De kracht die het Universum ontwierp en schiep zou men niet kunnen beschouwen als een onintelligente kracht of blinde kracht die tewerk gaat zonder bewuste richting. Elektriciteit moet in onze alledaagse zaken beheerst worden door intelligentie, anders zouden we geen licht, warmte en energie kunnen hebben die eruit resulteert. Elektriciteit op zichzelf is een blinde kracht, maar onderworpen aan de controle van intelligentie, levert zij constructieve resultaten. Alle scheppende kracht van het Universum moet dus onderworpen zijn aan de leiding van de intelligentie, anders zou er nooit een ordelijke schepping geweest kunnen zijn.

Paragraaf 11, 12 en 13. Juiste kennis ontstaat door zo stil te worden, dat men binnen zichzelf de werking van Universele krachten, de Geest van God, voelt. De activiteit ervan wordt niet alleen een vitaliserende invloed, maar wekt ook begrip op de geest van de mens. 'De bezieling van de Almachtige geeft begrip.' Juist zoals eerst de werking van het principe van de wiskunde moet begrijpen door kalme onderwerping aan de regel, zo moet je ook de werking van het Goddelijke Principe overwegen, totdat je begrijpt, hoe het functioneert. Kennis is de opeenhoping van ideeën en ware kennis zou het gevolg zijn van het zien van de geest van God in manifeste vorm. Kennis ontstaat in de voltooiing van een proces. Begrip onderscheidt de weg tot resultaten.

Paragraaf 14. Noch geest, noch stof hebben enige macht om te scheppen of voort te brengen. Het vermogen om voort te brengen schuilt in de Geest. Het is de Geest die verlevendigt. Het vasthouden aan gedachten en het voortdrijven van het lichaam putten de mens slechts uit. Het leven wordt vernieuwd, macht wordt wakker gemaakt door verbinding met de Geest.

Paragraaf 15 en 16. Geloof is het middel waarmee het principe waargenomen en toegepast wordt. Ten eerste is geloof het uitrusten van de geest van zijn eigen activiteiten om nieuwe stuwkracht te verwerven. Ten tweede is het het zich verlaten op die kracht, totdat zij resultaten geeft. Geloof is een soort mentale transformator waardoor dingen die niet tot stand gebracht zijn of onmanifeste krachten tot manifestatie gebracht worden.

Paragraaf 17. Het geheim van Jezus' macht was gelegen in zijn totale vertrouwen in wat hij voelde werken in zijn diepste natuur en wat hij de Vader in hem noemde. De wet van God staat geschreven in je inwendige, en uiterlijk gehoorzamen aan wat binnenin je werkzaam is betekent het innerlijke vermogen tot uiterlijke manifestatie brengen. Dat wat zich beweegt op het diepste niveau van de natuur van de mens is de innerlijke werking van het Universele Principe.

Paragraaf 18. Intuïtie is slechts een ander kanaal waardoor men het bewustzijn kan doen toenemen. Door intuïtie verwerft men de innerlijke werkelijkheid van het leven. Geoefend in de Alwetendheid van God of de alles-omhullende intelligentie, kan de mens alles of elke situatie begrijpen vanuit het gezichtspunt van het absolute weten.

Paragraaf 19. De uiterlijke zintuigen zijn uitingsmogelijkheden of kanalen waardoor we innerlijke kennis tot uitdrukking brengen in de uiterlijke wereld. De uiterlijke zintuigen dienen niet veroordeeld of vernietigd te worden. Door dat te doen zou je je uitingsmogelijkheden in de wereld vernietigen. Zorg ervoor, dat het functioneren van je hele wezen zich schaart achter de meest innerlijke tendensen van je natuur, totdat je uitdrukt wat je bent in het oog van God.

Paragraaf 20. Het kennen van de ware natuur van alle dingen, niet als gescheiden of geïsoleerde delen, maar als één en hetzelfde ding in verschillende fasen van vooruitgang, betekent het bezitten van de macht en heerschappij die je toebehoort als voortbrengsel van Een Eerste Oorzaak"




HOOFDSTUK XIV

SAMENVATTING


Op onze huidige reis hebben we getracht de student meer te geven van de werkelijke leringen en praktijken van de Meesters, eerder dan dat we getracht hebben de verschijnselen op te sommen die door hen teweeggebracht werden. We hebben niet veel nadruk gelegd op onze eigenlijke contacten in India, maar er is genoeg verteld van onze reizen en contacten om de geest te bevredigen van die personen die iets meer wensten te weten van de reis zelf. Zouden we al de voorvallen en ervaringen die we tot dusver beleefd hebben verhalen, dan zou er tijd noch ruimte over zijn om die essentiële instructie te geven die de student zou helpen om datgene in praktijk te brengen wat de Meesters in praktijk brengen en bewijzen. De gemiddelde student is meer geïnteresseerd in de filosofie en wetenschap die de Meesters benutten. Slechts door zulke kennis kan het individu te weten komen, hoe hij tewerk moet gaan om zijn eigen meesterschap te bereiken. Bovendien zijn de wonderbaarlijke daden en de manier waarop de meesters leven ongetwijfeld voldoende behandeld in de drie delen van De Meesters van het Verre Oosten, hun leven en leer.

Deze reis heeft ons veel praktische kennis opgeleverd en het is ons doel op dit ogenblik om de hoofdpunten te bespreken, opdat zij de student helder voor de geest zullen staan. Zo kan hij een duidelijk omschreven basis krijgen van waaruit hij aan het werk kan gaan om zijn leven opnieuw te vormen in overeenstemming met die motieven waardoor de verlichten meesterschap bereikt hebben. Meesterschap is een mogelijkheid voor iedereen, maar deze toestand wordt niet bereikt door lezen, studie of theoretiseren, maar door werkelijk het leven te leiden dat de meesters leiden.

Het is duidelijk gesteld, dat het leven, zoals dat geleid wordt door het gemiddelde individu, hypnotisch is; dat wil zeggen, de meerderheid van de mannen en vrouwen leidt helemaal niet het leven, zoals het bedoeld was. Niet één op de miljoen voelt de vrijheid om datgene in praktijk te brengen waarvan hij innerlijk voelt, dat hij het in practijk dient te brengen. Hij is onder de invloed gekomen van de opvatting van de wereld over hemzelf en het is deze opvatting die hij gehoorzaamt, eerder dan de wet van zijn eigen wezen. In dit opzicht en in deze mate leeft hij onder een hypnotische betovering. Hij leeft onder de begoocheling, dat hij enkel een menselijk wezen is, dat leeft in een louter stoffelijke wereld, en hoopt er eerst aan te ontsnappen, wanneer hij sterft en naar wat hij noemt de Hemel gaat. Dit is niet de bestemming die bedoeld is in het plan en het doel van het leven. Gehoorzaamheid aan zijn innerlijke natuur, de uitdrukking van het leven, zoals men instinctief voelt, dat het uitgedrukt zou moeten worden, is de werkelijke basis van het leven, die de meesters onthullen als de enige waarachtige levenswijze.

Nu is het verschil tussen de leringen en praktijken van de meesters en die van fakirs, dat de fakir de hypnotische toestand van de geest verhevigt. Nog meer valse en materiële beelden worden zo ingeprent in de gevoelige geest van mensen, dat zij in verdere hypnotische toestanden geworpen worden. De meesters zeggen: 'Dat wat uiterlijk schijnt bestaat helemaal niet,' waarmee zij bedoelen, dat het niet datgene wat schijnt is wat de werkelijkheid van het leven is. De werkelijkheid is dat wat uitgaat van het centrum zelf van iemands wezen. Zij streven er op elke manier naar om hun geest te zuiveren van indrukken uit de wereld en zij zitten voor lange tijd in Samadhi - Stilte -teneinde de meest innerlijke tendens van hun natuur duidelijk te kunnen zien. Vervolgens pogen zij die werking in gedachte, woord en daad in praktijk te brengen die zij binnen zichzelf onderscheiden hebben. Waarachtig meesterschap is leven naar de instructie van de innerlijke leraar, het innerlijke zelf, en niet zoeken naar de meningen van de wereld.

De methode van de fakirs verschilt weinig van de leer en de praktijk van de metafysische wereld van het Westen. Het verzamelen van gedachten van leraren en uit boeken, terwijl men die inbouwt in de bewuste natuur van zijn wezen, is het vestigen van een valse bestemming die grotendeels hypnotisch is. Het loutere veranderen van zijn bewustzijn volgens gedachten die ontwikkeld zijn door de geest van iemand anders houdt het opleggen van een onechte toestand aan dat individu in.

Het manipuleren van het lichaam, zijn aangelegenheden, of het zich concentreren binnenin het lichaam om de centra of functies ervan op te wekken, betekent alleen, dat het individu verder van de ware bestemming van het leven wordt afgebracht, en de 'laatste toestand van die man is slechter dan de eerste.' Instructie die verkregen wordt van buitenaf moet in de denkwijze opgenomen worden en verwerkt; geanalyseerd worden, en geverifieerd met de diepste feiten van zijn eigen natuur, teneinde vast te stellen, of zij getrouw is aan het Zelf. Men kan het beste het Zelf eerst raadplegen en zijn uiterlijke kennis zo uit de eerste hand verwerven. De eerste methode is langzaam en vertraagt iemands vooruitgang, terwijl de laatste snel en bevrijdend is. Merk het verschil op, wanneer je handelt volgens iemands opdracht en wanneer je gehoorzaamt aan datgene waarvan je voelt, dat het het juiste is om te doen. Dit zou ons vanzelf moeten leren, dat van binnen naar buiten leven de levenswijze is.

De krachten van het leven zijn stil en dat is de voornaamste reden voor de stille natuur van de meesters. Dat is de manier waarop zij met het leven zelf in harmonie Zelfs onze Schriften Ieren in wezen, dat een menigte woorden niet zonder zonde is. Alleen wanneer we spreken in harmonie met wat we innerlijk voelen, we onszelf vrij voor volledige harmonie blijven. Zelfs onze Schriften leren in wezen, dat een menigte woorden niet zonder zonde is. Alleen wanneer we spreken in harmonie met wat we innerlijk voelen, maken we onszelf vrij voor volledige harmonie met de ware bestemming van het leven. Heb je niet gemerkt, dat je vrij bent, wanneer je zegt wat je voelt, juist zoals wanneer je datgene doet waarvan je voelt, dat het goed is? Ook wanneer je datgene zegt, wat niet de bekrachtiging krijgt van je meest innerlijke gevoelens, voel je dat je jezelf hebt beperkt of begrensd.

Dit is de filosofie van passieve gehoorzaamheid die voorgesteld werd door Gandhi en die overheersend is in Hindoe leringen. Christus benadrukte deze lering. Wanneer je spreekt of handelt op een manier die niet in harmonie is met jezelf, schep je weerstand en die weerstand is de invloed van hypnotische praktijken. Hij trekt de natuur van de mens samen en weerhoudt hem ervan om uit te drukken wat hij werkelijk is. Niet alleen doet deze weerstand zich voor in je eigen natuur, maar, wanneer hij onder de aandacht van anderen gebracht wordt, dragen zij verder bij tot deze weerstand en door deze praktijk wordt de hele wereld in duisternis gehouden. 'De vader die ziet in het geheim beloont u openlijk.' Niemand neemt aanstoot aan de straling van pure vreugde, ook al is hij misschien buitengewoon bedroefd, maar probeer hem vreugde aan te praten en hij neemt aanstoot. Zeg een arme man, dat hij niet arm hoeft te zijn en hij zal er waarschijnlijk aanstoot aan nemen en zal allerlei verontschuldigingen bieden ter verdediging van zijn armoede, maar breng hem onder de stille invloed van overvloed en zijn ziel zelf verruimt zich. Probeer twee mannen te scheiden die aan het vechten zijn en zij zullen je waarschijnlijk aanvallen, maar straal een gevoel van vrede uit vanuit je eigen innerlijke natuur en het is meer dan waarschijnlijk, dat zij aangestoken worden door je gevoel van vrede en dat zij op zullen houden met vechten. De leerstelling van passieve gehoorzaamheid is niet passief, maar is een dynamische uitstraling van het innerlijke ZELF.

Sociale reorganisatie en economische hervorming moeten uitstralen vanuit het ontwakende bewustzijn van de mens. Men kan geen wetten maken of regels vast leggen die de mens zullen regeren, wanneer hij onder een hypnotische betovering is. Je kunt de gedachten en motleven van de mensen niet organiseren, voordat zij zich aan elkaar conformeren. Het is dit gebied waarin alle verschillen ontstaan.

De ene mens is zelfzuchtig, de andere is onzelfzuchtig. De ene is succesvol, de andere is een mislukking. De ene heeft ongewone kracht en bekwaamheid, terwijl de andere zwak is en onbekwaam. De ene denkt alleen aan zijn stoffelijk welzijn en de andere denkt alleen aan zijn geestelijk welzijn in de zin dat het geheel gescheiden is van zijn uiterlijke natuur. Hoe kunnen zulke uiteenlopende gedachten en gevoelens georganiseerd worden tot een harmonische massa? Slechts in zijn meest innerlijke natuur is hij identiek met zijn naaste in gedachte en motief en alleen door aan het licht te brengen wat binnenin is kan er vrede en harmonie zijn op aarde.

Het is dat wat werkzaam is in de meest innerlijke natuur van de mens dat identiek is met de grote Universele Geest of God. 'De wet van God staat geschreven in je innerlijk.' Meesterschap brengt naar de oppervlakte wat binnenin begraven ligt.

Dit wordt alleen teweeggebracht door diepe meditatie en het raadplegen van het ZELF, dat de enige meester is die men ooit kan vinden, welke iemand naar het doel van het leven zal leiden.

Dingen overwinnen is een kwestie van leren om alle schijnbare omstandigheden van geest, lichaam en aangelegenheden los te laten en het leven weer opnieuw te beginnen bij het begin. Begin met de gedachte, dat je dat Zelf bent wat je innerlijk verlangt te zijn en wijd jezelf zo toe aan dat Zelf zijn, dat al het andere vergeten wordt. Wanneer je eenmaal je Zelf gevonden hebt en dat Zelf geworden bent, ben je een meester en een wereldhelper. Vele van zulke mensen die in Stilte samenwerken zullen een invloed verspreiden over de wereld, die machtiger is dan wat voor bewegingen ook die hun oorsprong vinden in de machinerie van de georganiseerde industrie, oorlog, of sociale hervorming. De effectiviteit van iemands leven is niet zozeer gelegen in wat hij doet, maar in hoe hij het doet en hoe hij het doet wordt bepaald door de mate waarin hij zichzelf ontdekt heeft.

Louter het spreken van woorden en het vertrouwen op de macht die in hen schuilt of op het trillingseffect van het woord helpt de mens nooit om een meester te worden. Woorden bevatten alleen die mate van macht die in hen beperkt wordt door het bewustzijn van het individu dat hen gebruikt. De macht is de diepte van het begrip of de mate van bewustzijn achter hen. Het zijn geen 'woorden' die bewustzijn voortbrengen, noch zijn het 'woorden' die het lichaam genezen of zaken veranderen. Het is een kwestie van ontwaakt begrip dat woorden voortbrengt en aanzet tot uiterlijke actie en het woord of de daad heeft slechts macht in de mate van dit innerlijk ontwaken.

Het resultaat van spreken of handelen vanuit uiterlijke motieven veroorzaakt niet een hypnotische geestestoestand, maar geeft ook aanleiding tot het denkbeeld dat er twee tegengestelde geesten zijn en schijnt, verder doorgevoerd, de geest te verdelen in vele afzonderlijke werkingen. De geest is een eenheid en treedt op als Eenheid en wat tweeledigheid van geest schijnt te zijn is enkel een tweeledige verzameling ideeën, waarvan de ene verzameling zich ontwikkeld heeft tot uiterlijke indrukken en de andere haar oorsprong vond in de natuurlijke toestand van de geest, zoals hij oorspronkelijk werkzaam is. De geest wordt volledig verenigd en geharmoniseerd door ontkenning of verwerping van elke gedachte en impuls die niet ontspringt aan de eigen meest innerlijke natuur. Dit zuivert de hele stroom van het bewustzijn en laat het individu vrij om te denken en te handelen, zoals hij behoort, in volmaakte harmonie met de Universele Geest. Dit is de ware essentie van meesterschap.

Spreken en leven in deze eenheid zonder gevoel van gescheidenheid is de grootste gave van de mens, want hem was 'een gezonde geest' gegeven volgens de Schriften. Met andere woorden, hij werd tot bestaan gewekt in volmaakte eenheid met zijn bron; hij was gezond, heel, en Jezus zei, dat hij moest terugkeren naar deze toestand van gezondheid van geest. 'Wacht in Jeruzalem, totdat de Heilige - hele - Geest over u komt' of totdat je terugkeert naar dat gevoel van eenheid met de Universele Geest.

Geest is Oorzaak en wanneer de mens terugkeert naar de Oorzaak, zijn Bron, wordt hij heel en gezond. Hij is niet alleen gezond van geest, maar ook gezond van lichaam en zijn aangelegenheden worden gezond, want zijn hele wezen is verenigd in die grote Eenheid die de wezenlijke natuur is van alle dingen. Het is de gezondheid of eenheid van alle dingen in en met de Bron. Gezondheid of eenheid kan niets minder betekenen dan het geheel. Zij kan geen betrekking hebben op enig individu of deel van het geheel. Zij moet verwijzen naar de eenheid van het geheel. Alles is een centrum van eenheid of een centrum waar de eenheid van alle dingen bewaard moet blijven en manifest moet zijn. Enig feit localiseren of afscheiden wil zeggen, dat het geheel buiten zijn natuur geplaatst wordt en zijn betekenis totaal verliest. Toen Christus sprak: 'Deze en grotere dingen zult gij doen', of toen Emil zei, 'Jullie kunnen deze dingen even gemakkelijk doen als ik dat kan,' spraken zij vanuit dit bewustzijn van de enige ware eenheid, de gezondheid van het individu in zijn verhouding tot het geheel.

Dit leven van eenheid is het leven van de meesters en eenieder kan dat leven leiden, als hij zijn banden met instituties en religies en rassen en naties los wil laten en zijn band met het Universum wil accepteren. Dit is de 'ark van het verbond', die de Kinderen van Israël in staat stelde om te slagen, maar toen deze verloren was gegaan, slaagden zij er niet in hun vrijheid te veroveren op hun tegenstanders.

Alle scheiding is zuiver een kwestie van individuele veronderstelling. Men kan niet werkelijk gescheiden worden van het geheel, want men is erbinnen geschapen, men is er een deel van, en men is eraan gelijk. Liefde is de grote éénmaker in het bewustzijn van de mens en wanneer men altijd een houding van liefde blijft aannemen, schrijdt men voort naar eenheid. Zij is de enige behoeder van leven en gezondheid en bekwaamheid. Men hoeft niet te trachten iedereen lief te hebben, maar men moet er eeuwig naar streven om zijn natuur heel te houden door de vermeerdering van liefde. Wanneer iemands natuur groeit in liefde, zal hij vroeg of laat merken, dat hij een liefhebbende houding heeft tegenover alle mensen en dat hij door deze houding niet alleen zichzelf, maar ook degenen om hem heen verheft tot diezelfde eenheid. Er zijn geen scheidingen in een ontwaakt gevoel van liefde.

Men verwerft geen meesterschap of verlichting door naar India te gaan en aan de voeten van een meester te gaan zitten. Men verwerft meesterschap door te luisteren naar de diepste werkelijkheid van zijn eigen natuur en door te gehoorzamen aan wat men daar verneemt. Er is geen enkele hulp die nodig is, welke niet ogenblikkelijk beschikbaar is, mits men zich maar in deze richting wendt en vanuit deze werkelijkheid tewerk gaat. Al de macht van het Universum bevindt zich achter elk hoogstaand motief, elke waarachtige impuls die zich roert in de innerlijke natuur van de mens. Het is als de kiem van leven in het zaad en al de krachten van de natuur komen in beweging om hem tevoorschijn te brengen in de volle uitdrukking van al zijn mogelijkheden. Dit is de manier van doen van de meesters en hun opdracht is altijd, dat je trouw moet zijn aan het Zelf, het leven moet leiden van het Zelf, uit moet drukken wat inherent waar is, totdat je uiterlijk bent wat je innerlijk verlangt te zijn.

Wanneer de mens terugkeert tot dit levensmotief, begint alles wat bestaat in het Universum zich naar hem toe te bewegen, zich door hem te manifesteren. Niet alleen moet de mens de intelligentie hebben om zichzelf te leiden en het vermogen om dat te doen wat gedaan moet worden, maar ook de substantie die hem voedt en ondersteunt bij het handelen. Er bestaat geen gebrek, behalve in het rijk der hypnotische ideeën die zijn geest verduisterd hebben voor de werkelijkheid. Wanneer hij weer in zijn natuurlijke eenheid is, waar hij bewust ontvangt wat het Universum over hem uitstort, kan er geen gebrek zijn in enig aspect van zijn wezen, noch in zijn aangelegenheden.

De Quantumtheorie is de benadering van de Wetenschap van dit fundamentele feit van het leven en er kan geen 'ware wetenschap, religie, sociale structuur, of geen waar succesvol leven bestaan buiten de onoverwinnelijke en onontbindbare eenheid van alle dingen.

Dit is de weg naar meesterschap, het leven der meesters en het enige ware leven dat bestaat. Hij kan gevonden worden precies waar je bent op de geheime plaatsen van je eigen innerlijke natuur. De meesters leren, dat bevrijding op deze en geen enkele andere manier gevonden kan worden. Christus, sprekend door de mens Jezus zei hetzelfde, toen hij sprak: 'Geen mens komt tot de Vader dan door mij.' Dezelfde Christus in je geeft je dezelfde boodschap. Je enige contact met een meester is door het meesterschap in jezelf.


Koop bij Bol:
De meesters van het verre oosten
De meesters van het verre oosten
Baird T. Spalding

Op mijn andere website www.trans4mator.nl is er voor jou een gratis audio oefening voor de transformatie van je lichaam .

Onze producten worden geleverd nadat de betaling vooraf is overgemaakt op de rekening van Stichting Absolute 1 in Almere. Mensen in het buitenland kunnen de iban en bic nummers ontvangen voor kosteloze betaling. Mail de producten die je wilt ontvangen, of vul het bestelformulier in, dan ontvang je het rekeningnummer voor de betaling. Het is ook mogelijk via Paypal te betalen. Dank je wel voor je besluit onze producten te kopen!




Voor informatie over onze schriftelijke cursussen en groepstrainingen kun je naar de webpagina over trainingen op www.trans4mator.nl . Daar vind je verder op het inschrijfformulier informatie over data en prijzen.




Te koop bij ons een audio cd "Heel je verleden" met oefeningen en geleide meditaties voor 30 euro inclusief portokosten in Nederland. Voor mensen is België is dat 32.00 euro. De muziek op deze cd bevat bijzondere effecten om je te helpen in de gewenste geestestoestand te komen en je energie beter te laten stromen. De gebruikers zijn laaiend enthousiast over deze cd. Ik ontvang telkens berichten over geweldige zuiverende ervaringen. Een man die ik Mark zal noemen, zei dat hij in het begin alleen voelde dat het heel ontspannend werkte. Nadat Mark er echter een paar keer naar had geluisterd, had hij een diepgaande helende ervaring, die hij zich niet eens had kunnen voorstellen. Hij is heel dankbaar, vertelde hij me. Deze ervaring heeft zijn leven volkomen veranderd.

Een vrouw vertelde me dat allerlei herinneringen bovenkwamen die ze blijkbaar had onderdrukt en die nu eindelijk geheeld konden worden. "Ik zag gebeurtenissen in mijn verleden die ik me eerst totaal niet herinnerde en ik heb enorm gehuild", zei ze, "maar nu is het wel uit mijn energiesysteem. Het is een gevoel alsof er tonnen van me af zijn gevallen, een geweldige opluchting." Beluister hier een stukje:

Deze cd bevat ademhalingsoefeningen, een zuiveringsmeditatie om het energie systeem te reinigen en beschermen tegen leeglopen en vervuilen, een oefening om je verleden te helen, een lichtmeditatie en acceptatie beoefenen. Je ontspant je hierbij diep want de muziek op deze cd bevat speciale geluiden om je te helpen je helemaal te ontspannen. Bestel de cd nu heel gemakkelijk met behulp van het bestelformulier of email wanneer je besluit dat dit voor jou is.


Een audio CD "Toekomstdromen" te koop Deze CD met oefeningen om je intenties te verwezenlijken kost 20 euro (voor België is dat 22 euro) en bevat ook speciale geluiden die de alfa toestand van diepe ontspanning in je opwekken. Je laadt je toekomst op met zuivere positieve intenties. Dit is een aktieve geleide visualisatie. Zie en voel hoe je de harmonieuze toekomst van je dromen ervaart. Laat je leiden door je toekomstdromen naar een leven dat heerlijker is dan je ooit hebt durven dromen. Je haast je naar de toekomst van je dromen. En naarmate de tijd verstrijkt is het voor jou alsof je terug naar de toekomst gaat. Bestel de CD nu heel gemakkelijk per email
wordt lid
of met behulp van het bestelformulier.


Nu is er voor jou het ultieme hulpmiddel om je onderbewustzijn opnieuw te programmeren. In plaats van je tegen te werken, gaat het nu met je samenwerken om heerlijke nieuwe ervaringen aan te trekken. Te koop nu bij Stichting Absolute 1 deze audio CD's voor Overvloed en Meesterschap! De prijs is 35 euro en je ontvangt een CD voor overdag en een CD die je kunt beluisteren voor je gaat slapen en zelfs terwijl je slaapt. Het onderbewustzijn slaapt nooit! Deze CD's zijn hetzelfde, alleen bevat de CD voor overdag instructies om wakker te worden.
Aanbieding: Bestel deze CD-set nu samen met de CD "Terug naar de toekomst" voor 47 euro. Het bevat verbluffende effecten, gebaseerd op de allernieuwste veranderingstechnologieën. Hiermee bereik je diepe ontspanning, je energiecentra worden geactiveerd en er wordt contact gelegd met je diepste wezen. Iemand zei tegen mij:"ik word sterk aangetrokken om te luisteren, telkens weer opnieuw, want ik word er heel blij van. Hoe vaker je luistert, hoe meer je voelt 'dit is zo goed voor mij'." Lees meer hierover op de pagina over de geluidseffecten op onze CD's.

Beluister op www.trans4mator.nl een klein stukje van deze transformatie-CD. (2 min.44) Het is een stukje waarbij de techniek van paraliminalen is gebruikt. Deze techniek komt het beste tot zijn recht met de koptelefoon. Bestel de CD met behulp van het bestelformulier of per email Voor mensen in België komt er 2 euro bij aan portokosten.




Het is goed om in je eigen ontwikkeling te investeren, daarvan ben je je waarschijnlijk al bewust. Het werk van James Allen – Zoals een mens denkt – heeft wereldwijd miljoenen mensen op weg geholpen naar zelfontplooiing.
Te koop bij ons in het Nederlands als audio cd met gesproken tekst en boekje voor 13 euro (15 Euro voor mensen in België). Lees hier meer over dit boekje voordat je het koopt. Je kunt hier ook alvast een deel ervan beluisteren. (1 min16)

Bestel deze cd met boekje nu heel gemakkelijk per email of met behulp van het bestelformulier .
Dank je wel voor je besluit onze producten te kopen!



Wie kent “De meesters van het verre oosten” niet? De affirmaties in dit boek zijn zo dicht bij de Goddelijke Waarheid als hier maar mogelijk is. Je koopt bij ons een pakket dat bestaat uit een boekje met affirmaties uit dit werk en een cd met de gesproken affirmaties omlijst door hele speciale meditatie muziek, die de energiecentra opent en je helpt de alfa toestand te bereiken. Het bevat geluiden waarmee je diepe ontspanning bereikt en je energiecentra geactiveerd worden. De cd is zo gemaakt dat de tekst rechtstreeks je onderbewuste binnenkomt.

Koop de cd pas nadat je dit stukje met affirmaties uit "De meesters van het verre oosten" hebt beluisterd. Je weet het gewoon als het iets voor jou is. Je energiesysteem laat je meteen voelen "dit is voor mij"!

Bestel deze cd nu heel gemakkelijk per email of met behulp van het bestelformulier wanneer je voelt dat dit voor jou bestemd is.
Samen met een boek met de affirmaties kost het 28.80 euro plus 2.20 euro verzendkosten in Nederland, dus totaal 31 euro. Voor mensen is België is dat 33.00 euro.

Je kunt jezelf met behulp van Subliminal Power Software via de computer op gemakkelijke wijze opnieuw programmeren en verkeerde ideeën uit je onderbewuste wissen. Je kunt het ook gebruiken om ongewenste beïnvloeding van je kinderen tegen te gaan. Lees meer op www.absolute1.net over deze software.
Je kunt deze Engelstalige software bestellen en daarbij gratis enkele vertaalde rijtjes en Nederlandstalige affirmaties van mij ontvangen om je onbewuste te (her)programmeren en de controle over je geest weer in eigen handen te nemen. Mail me zodra je het programma hebt aangeschaft, dan ontvang je deze krachtige boodschappen.

SUBLIMINALE BOODSCHAPPEN - Wil je de krachtigste subliminale CD's ter wereld? Maak dan heel gemakkelijk je eigen subliminale CD's op je PC in seconden, met Subliminal-Studio. Een nieuwe manier om alle geheimen hiervan te leren. Bestel de software HIER!




Er is een unieke audio CD bij ons uitgekomen die 4 meditaties en een lezing bevat.
1 - De lichaamsmeditatie die je op mijn www.trans4mator site kunt downloaden.
2 - Een nieuwe meditatie voor overvloed, voor jou en de hele planeet. Je kunt hier dit deel alvast beluisteren (5 min54).

3. De meditatie voor eliminatie van negatieve banden, die gratis verkrijgbaar is bij ons voor leden van de ebookclub en van de nieuwsbrief "De Transformator voor energetische vrijheid".
4 - De laatste is een oefening om je energie in balans te brengen en te zuiveren van energieën die niet bij jou horen. Met deze oefening sluit ik mijn sessies altijd af.
5 - een lezing over "de Transformator voor Succes en Meesterschap". Deze kun je op www.trans4mator.nl tegelijk lezen en bbeluisteren. Het is de tekst van de webpagina over succes, geluk en overvloed.
Of beluister het hier (44 minuten):

Bestel nu deze CD met korte meditaties heel gemakkelijk voor maar 5 euro inclusief portokosten met behulp van het bestelformulier of per email wanneer je besluit dat dit voor jou is. Ik heb de prijs met opzet zo laag gehouden zodat iedereen deze oefeningen en meditaties kan doen. Het is ook een perfect geschenk voor de mensen die je innerlijke vrede en rustpunten in hun leven gunt.







Abonneer je hier per email op onze gratis nieuwsbrief
Onderwerpen zijn:
- Psychologische technieken zoals overdrijven, herdefiniëren, een tegenvoorbeeld geven, omkering enz. en een NLP oefening van Richard Bandler om angst meester te worden.

- een combinatie van de NLP switch techniek met de Transformator en AH (de Acupressuur Houding) om fobieën te behandelen en buitengewoon krachtig te visualiseren met ongekende resultaten. NLP is de techniek (Neuro Linguïstisch Programmeren) die door Bandler en Grinder is ontwikkeld en o.a. door Anthony Robbins wordt toegepast.

- succestechnieken (!) waaronder oefeningen om doelen te stellen – jezelf opnieuw te conditioneren – overtuigingen op te sporen – visualiseren - oefeningen om jezelf te motiveren en snel in een positieve toestand te brengen, te ontspannen of je goed te voelen.

- Een leuk instrument waarmee je je eigen energieniveau kunt meten.

- Marketing tips voor trainers/coaches en startende ondernemers.

- De heilzame kruisloop oefening met video demonstratie.

- Nieuwe leden ontvangen een audio oefening voor eliminatie van ongewenste invloeden en zuivering van het cellulaire geheugen en het onderbewustzijn, gebaseerd op het boek van dr. Larry Nimms, "Be Set Free Fast".

RIJKDOM DOOR SCHEPPEND DENKEN

WALLACE WATTLES & MARGARETH LEE



Het boek waarin Rhonda Byrne het geheim ontdekte waarop ze de wereldberoemde film "The Secret" baseerde. Zelfs wereldberoemde talkshow programma's zoals van Oprah Winfrey, Larry King van CNN, Montel en Ellen Degeneres wijdden diverse programma's aan deze film.
Nu te koop bij ons "Rijkdom door scheppend denken" van Wallace D. Wattles als tastbaar boek (16.90 euro) of als eboek voor 9.95 euro of als audioboek voor 8.00 euro. Samen kosten ze 14.95 euro.

Een tijdloze klassieker over voorspoed! Wallace Wattles zegt dat zijn boek bedoeld is 'voor mannen en vrouwen die dringend behoefte hebben aan geld, die eerst rijk willen worden en achteraf filosoferen. Het is een praktische handleiding, niet een hoop theorie'. Het werk van Wallace Wattles – Rijkdom door scheppend denken– heeft wereldwijd miljoenen mensen op weg geholpen naar zelfontplooiing. Je kunt meer lezen op www.trans4mator.nl over dit boek voordat je het koopt.
Of beluister hier een stukje:
Bestel dit boek per email en vermeldt in het mailtje alsjeblieft de naam "audio Wattles" of "ebook Wattles" of "Watlles audio & ebook" of "Wattles tastbaar boek". Dank je wel!

Je ontvangt dan instructies voor de betaling en na overmaking hiervan krijg je een link waar je het gekochte kunt downloaden.


email en wordt lid van de ebookclub gratis spirituele ebooks tastbare boeken kopen Energetische Transformator voor kinderen sprookjes, verhalen, elfjes en kleurplaten vegetarische recepten subliminale software metafysische Engelse gedichten

inspirerende Engelse songteksten
artikelen boek beschrijvingen en recensies ebook-winkel Vind je passie met de Transformator! afbeeldingen dieet, voeding en gezondheid spiritueel tuinieren English absolute1.net (Engelse absolute1.net) with free ebooks